• De leerstof voor BIA: H1 t/m 3, H6.1/6.2/6.3/6.6. H7.3, H8.1/8.2/8.3 en
H9.
Informatie management
Hoofdstuk 1. De wereld in transitie
1.1 inleiding
wereld van informatiemanagement wordt geschetst, groei van databaseomgeving naar social media als
informatiebron, huidige trends in informatiemanagement, als Big Data, Cloudopslag, privacy, beveiliging
en ethiek worden ook behandeld.
1.2 Informatie
Informatiemanagement > is verzamelen, sorteren en groeperen van gegevens. Doel> hier informatie
uithalen.
Informatie is:
Feiten zijn omstandigheden of gebeurtenissen
waarvan werkelijkheid aangetoond is;
Gegevens (data) zijn objectief vastgelegde weergaven
van feiten. Vastlegging maakt uitwisseling mogelijk;
Informatie is in context geplaatste interpretatie van
gegevens, waardoor deze betekenis krijgt;
Kennis is combinatie van beoordeelde informatie met
de reeds aanwezige kennis, ervaring, vaardigheden en
attitude;
Competentie is het inzicht in en verstand van hoe met
kennis omgegaan moet worden in een
beroepssituatie;
Daarbuiten spreken we liever over wijsheid.
Om kennis te vergaren zullen er gegevens gezocht moeten worden en daar informatie uit gehaald
worden. De informatietrap wordt beklommen om tot wijsheid te komen. Blijft een cyclus, aangezien
kennis en competentie leiden tot nieuwe gegevens die ook weer geïnterpreteerd moet worden.
1.3 Klassiek informatiemanagement
Voorheen kwam informatie voort uit het aanspreken van de juiste mensen. Vb. over reizen met trein>
conducteur vragen.
Ook vertegenwoordigers hadden vroeger veel kennis. Nu moet dat ook allemaal in CRM-systeem,
customer relationship management. Door dit systeem wordt klantbeheer beter stuurbaar. Komst van
internet leidde tot beschikbaar komen van veel meer gegevens. Dit leidde tot professionalisering van
informatiemanagement.
Doordat steeds meer instanties gegevens met elkaar deelde> makkelijker zaken doen.
1.4 Social media
,Social media wordt steeds belangrijker bij informatiemanagement. Crowdsourcing> onbekende menigte
aanspreken om ons informatie te verschaffen.
Als we onszelf als informatieleverancier aanbieden> PUSH-aanbod. We leveren ongevraagd gegevens en
informatie aan de markt. Voorbeelden: RSS-feeds, blogs, facebook en twitter.
Facebook en twitter zijn beide ongefilterde vormen van pushtechonologie.
1.5 Big Data, extreme analytics
Er zijn veel gegevens, ook zoekstrategieën zijn door komst van computers en internet en steeds
intelligentere zoekmachines verbeterd. Overal zijn gegevens en iedereen heeft toegang tot groot deel
van die gegevens.
Als hoeveelheid gegevens te groot wordt om met een gebruikelijk datamanagementsysteem te
raadplegen en onderheiden dan > Big Data. Wordt niet alleen gezocht op gegevens die aan zoekopdracht
voldoen, mar ook worden er statistische analyses gebruikt om patronen in gegevens te vinden. Er
worden dus meerdere zoekroutines gebruikt.
Big Data> gaat niet om hoeveelheid data, maar om de interpretatie daarvan.
1.6 Machine learning
Alle zoekmachines zijn gebaseerd op algoritmes. Algoritme is een reeks instructies die leiden tot
gewenste resultaat. Vergelijken met recept: aantal ingrediënten nodig, aantal handelingen in bepaalde
volgorde, gereedschap en tijd. Dus gebruik trefwoorden, gebruik formules en het zoekalgoritme kan
juiste resultaat vinden. Machine learning> algoritmes die zelfstandig kunnen leren uit data die zij vinden.
1.7 24/7 online, data altijd oproepnaar, de cloud
Doordat iedereen overal ter wereld steeds online kan zijn en op veel plaatsen toegang is tot internet
(hotspot) heeft de online communicatie en online delen van gegevens een enorme vlucht genomen.
Gedeelde agenda’s, docu’s, live chats ect. Gebruikers willen steeds meer gewoon kunnen doorwerken.
Cloud computing is het via een netwerk – vaak het internet – op aanvraag beschikbaar stellen van
hardware, software en gegevens, ongeveer zoals elektriciteit uit het lichtnet.
1.8 Privacy of het ontbreken ervan
Wat is nog privé en wat niet. Overheden willen dat alles open is, zodat zij alles kunnen analyseren, het
dataverkeer op internet en telefoongesprekken, reisgegevens.
Er zijn vier groepen gegevens die je privé wilt houden. 4 P’s van toxic data:
1. PII: Personal Identifying information
2. PCI: Payment Card Industry
3. PHI: Personal Health Information
4. IP: Intellectual property
PII omvat gegevens waarmee je iemand kunt identificeren, dus identificatienummer en bsn.
PCI> staat voor alle bankrekeninginformatie.
PHI> omvat alle informatie over gezondheidstoestand en medicijngebruik en ook gegevens over erfelijke
ziekten en maatschappelijk gedrag.
IP> intellectueel eigendom, is met name in een bedrijfsomgeving belangrijk.
, Hoofdstuk 2. Technologie in sector en bedrijf
2.1 Inleiding
Het is voor bedrijven lastig om in te schatten hoe groot de invloed van verschillende ontwikkelingen in
toekomst gaat zijn en waar ze op moeten anticiperen. Hier wordt duidelijk hoe technologische
ontwikkelingen organisaties beïnvloeden. Verschillende sectoren. Primaire sector> grondstoffen en
voedsel, verwerking hiervan is in secundaire sector. Tertiaire sector> verkoop en handel ook wel;
dienstensector. Quartaire sector> niet-commerciële instellingen, non-profit.
Bruto binnenlands product is de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde goederen en
diensten gedurende een bepaalde periode. Meestal wordt met dit begrip het bruto binnenlands product
tegen marktprijzen bedoeld.
2.2 primaire en secundaire sector
Primaire sector> landbouw, veeteelt, visserij en delfstoffenwinning. Secundaire sector> industrie,
energievoorziening, waterbedrijven en afvalbeheer en bouwnijverheid.
Hoe heeft technologie invloed op landbouw, bouw en industrie.
Landbouw> technologische toepassingen hebben de efficiency van bedrijven enorm vergroot. Gevolg,
landbouw behoort tot meest innovatieve sectoren binnen nl economie. Logistieke oplossingen in
landbouw> tracking en tracing. Met RFID kan er gegevens van product erop vast gelegd worden of chip in
plant. Bouw> bouwwerk informatie modellering (BIM). Hierin worden alle informatie van bouwwerken
vastgelegd. Het is een 3D model. Het bevat alle informatie over objecten, materialen en processen.
Industrie> duurzaamheid is steeds belangrijker in industrie. ICT is belangrijk tijdens productieproces.
Voorbeelden van ICT-ontwikkelingen: supply chain management (CRM) en manufacturing execution
system (MES). MES zorgt voor monitoren en aansturen van continue productieproces. Social
manufacturing, smart factories en robotisering is recenter.
Social manufacturing> sociale technologie wordt steeds meer toegepast binnen verschillende takken van
industrie. Vb. afnemers mee laten denken bij productontwikkeling.
2.3 Tertiaire sector
Binnen tertiaire sector verkopen bedrijven hun goederen of diensten met als doel winst te maken. Dus
profit bedrijven. Steeds meer van zulke bedrijven. De tertiaire en quartaire sectoren zijn dienstensector
en sterk afhankelijk af mensen met kennis. Er wordt dan ook gesteld dat kennis en informatie steeds
makkelijker toegankelijk zijn en een belangrijke rol spelen in onze economie en samenleving. ICT-
diensten is belangrijk.
Impuls om te gaan automatiseren in financiële sector is wetgeving. Controle was slecht mogelijk door
weinig transparantie. Als gevolg van deze wetgeving is er veel aandacht voor informatiesystemen die
gewenste transparantie mogelijk maken. Om proces onder controle te krijgen. Gebruikt gemaakt van
SCM> software configuration management, hiermee worden gegevens automatisch gereproduceert en
dat het tevens mogelijk maakt om grootschalige wijzigingsprojecten te beheren.
Ook de volgende zaken spelen een rol:
- Datamining: verkrijgen van nieuwe kennis op basis van allerlei combinaties, dankzij slimme
software, uit enorme hoeveelheden data;
- Virtuele medewerkers;