100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting DAW Fysiologie en pathologie - Endocrinologie en nieren (jaar 3) €3,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting DAW Fysiologie en pathologie - Endocrinologie en nieren (jaar 3)

 38 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting fysiologie en pathologie. Onderdeel endocrinologie en de nieren Hoort bij het DAW tentamen van de opleiding Voeding en Diëtetiek, jaar 3

Voorbeeld 3 van de 28  pagina's

  • 9 oktober 2020
  • 28
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
shschut
Samenvatting Endocrinologie en
nieren
Boek Grégoire

Hoofdstuk 11 – Hormonale stelsel
De vegetatieve functies van het menselijk lichaam zijn: circulatie, spijsvertering, uitscheiding,
ademhaling en begrenzing van de huid. Vegetatieve functies dienen voor het
levensonderhoud van de lichaamscellen.

Het hormonale stelsel is gebaseerd op de werking van hormonen, chemische
boodschapperstoffen. Hormonen worden aan het bloed afgegeven en treden elders in het
lichaam sturend op.
Het hormonale stelsel werkt meestal trager dan het zenuwstelsel, maar de effecten zijn vaak
wel van langere duur.

11.1 – Algemene werking van hormonen
Een hormoon = een chemische boodschapperstof die door gespecialiseerde kliercellen wordt
geproduceerd, aan het bloed wordt afgegeven en elders in het lichaam zijn werking doet.

Interne secretie = wanneer het product altijd aan het inwendige milieu wordt afgegeven.
Externe secretie = wanneer het product aan het uitwendige milieu wordt afgegeven, zoals
zweet en traanvocht.

De meeste hormonen worden gemaakt door endocriene cellen of door Neurosecretoire
cellen. Endocriene cellen zijn gespecialiseerde kliercellen, die zich alleen maar bezighouden
met de productie van een bepaald hormoon.
Endocriene cellen horen bij een endocriene klier.

Neurosecretoire cellen zijn gespecialiseerde zenuwcellen die in nauw contact staan met het
zenuwstelsel en bepaalde hormonen aan het bloed afgeven.

Hormonen hebben alleen invloed op cellen die voor dat specifieke hormoon gevoelig zijn 
doelwitcellen. Als de doelwitcellen onderdeel zijn van een orgaan, noem je dat orgaan een
doelwitorgaan.




1

,11.1.1 Steroïdhormonen en peptidehormonen
Hormonen kunnen in twee groepen verdeeld worden.
Steroïdhormonen Peptidehormonen
Vetachtige, aan cholesterol verwante Zijn eiwitten.
stoffen.
Bv: geslachtshormonen en Bv: insuline en het groeihormoon.
bijnierschorshormonen.
Is in staat zijn doelwit cel binnen te gaan. De doelwitcellen van dit soort hormonen
hebben een voor dat hormoon gevoelige
receptor in de celmembraan, die past bij de
molecuulstructuur van het hormoon.
In het cytoplasma bindt het hormoon zich Zodra het hormoon langskomt gaat het een
aan een bepaald receptoreiwit en vormt zo binding aan met de receptor. Op het
een hormoonreceptorcomplex  dringt moment dat de binding een feit is, gaat de
door tot in de celkern  bindt aan het DNA cel reageren  vergroot of verkleint 
 dit is een signaal voor het DNA om de gevolg = meer of minder enzymafgifte.
aanmaak van bepaalde eiwitten te starten
of juist af te remmen.

11.1.2 Regelkringen
De concentratie van een hormoon is afhankelijk van het evenwicht tussen de aanmaak en de
afbraak ervan.
De lever speelt geen rol bij de hormoonregulatie.
Om te zorgen dat de concentratie op pijl blijft, wordt gebruik gemaakt van een regelkring.
Elke hormoonklier en het daar geproduceerde hormoon maakt deel uit van een eigen
regelkring.

Bij negatieve terugkoppeling wordt een van de schakels in de regelkring geremd in zijn
activiteit  volgende schakels in de regelkring worden ook minder actief.

Over het algemeen schommelt de concentratie van elk hormoon rond een voor dat hormoon
kenmerkend niveau = hormoonspiegel.

11.2 – Het hypothalamus-hypofysesysteem
Wordt gevormd door de hypothalamus en de hypofyse.
De hypothalamus is onderdeel van de hermenstam en bestaat uit zenuwvezels, die onder
meer eindigen in de hypofyse. De hypofyse is een kleine hormoonklier die met een dunne
verbinding, de hypofysesteel, onderaan de hypothalamus hangt.
De hypofyse bestaat gedeeltelijk uit endocrien weefsel en gedeeltelijk uit zenuwweefsel.
Hypofyse = mastergland  stuurt veel hormoonklieren aan in het lichaam.
De hypofyse staat onder controle van de hypothalamus.




2

, 11.3 Hypofyse
De hypofyse bestaat uit 2 delen:
1. Het achterste deel  de neurohypofyse, bestaat uit zenuwweefsel.
2. Het voorste deel  de adenohypofyse, bestaat uit endocrien weefsel.

11.3.1 Neurohypofyse
Vanuit de hypothalamus lopen zenuwvezels naar de neurohypofyse. Via deze
zenuwvezels worden 2 peptidehormonen die in de hypothalamus zijn
gemaakt, naar de neurohypofyse afgevoerd. De neurohypofyse slaat de
hormonen op en geeft ze zo nodig af aan het bloed = neurosecretie.
De neurohypofyse fungeert als doorgeefluik.

De 2 peptidehormonen
Antidiuretisch hormoon = ADH Oxytocine
= vasopressine. Aanmaak neemt toe aan het einde van de
zwangerschap.
Is werkzaam in de nieren = doelwitorgaan. Veroorzaakt contractie van glad spierweefsel.
Wordt aangemaakt wanneer osmosensoren in de Progesteron is verhoogd tijdens de
hypothalamus een stijging van de osmotische zwagerschap  maakt het gladde
waarde in het bloed registreren  te hoge spierweefsel ongevoelig voor oxytocine.
zoutgehalte of een te laag watergehalte in het
bloed.
Het hormoon veroorzaakt een verminderde Bevordert contracties van het gladde
wateruitscheiding door de nieren  meer water spierweefsel in de melkklieren van de
in het bloed  osmotische waarde daalt. borsten  moedermelk schiet naar de tepels
= toeschietreflex.
Regelkring: osmosensoren in de hypothalamus Zuigen aan de tepel zet de hypothalamus aan
registreren een te hoge osmotische waarde  tot de productie van oxytocine.
hypothalamus wordt gestimuleerd ADH te maken
 ADH komt in het bloed via de neurohypofyse
 nieren scheiden minder water uit 
osmotische waarde bloed daalt  osmosensoren
registreren lage osmotische waarde 
hypothalamus remt in de afgifte van ADH.
Knuffelhormoon  verstevigd band tussen
moeder en kind of geliefden.

11.3.2 Adenohypofyse
De adenohypofyse is een endocriene klier, waarin veel hormonen
worden gevormd.
De hypothalamus maakt twee typen hormonen voor de adenohypofyse:
1. Releasing hormonen (RH) stimuleren de hormoonproductie.
2. Inhibiting hormonen (IH) remmen de hormoonproductie.
Elk hormoon uit de adenohypofyse heeft zijn eigen RH en IH.




3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper shschut. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99
  • (0)
  Kopen