Chiara Eenkhoorn – THK-1
Samenvatting cyclus 1.15 ‘B&B’
Thema: ‘Cariës’
College 1 – Cariës: etiologie, pathologie, chemie (27-05-2020)
Cariës is een door biofilm gemedieerde, door voeding gemoduleerde, multifactoriële,
niet-overdraagbare, dynamische ziekte die resulteert in mineraalverlies van
tandheelkundige harde weefsels.
Het ontstaan van cariës wordt bepaalde door biologische-,
gedrags-, psychosociale- en omgevingsfactoren.
® Cariës is geen besmettelijke ziekte, maar een
gedragsaandoening met en microbiële component.
Demineralisatie
= het oplossingsproces van hydroxylapatiet van de tand. Er treedt demineralisatie van
het glazuur op wanneer er een kritische pH van 5,5 in de tandplaque heerst.
Netto demineralisatie is het netto verlies van de tand aan opgeloste ionische
componenten* in het apatiet.
*Ionische componenten = een chemische verbinding bestaande uit ionen, zoals calcium- en fosfaationen,
bijeengehouden door elektrostatische krachten.
Remineralisatie
= het proces van kristalgroei om mineralen te vormen uit zijn ionische componenten in
gedemineraliseerd tandglazuur.
Netto remineralisatie is het proces waarbij calcium- en fosfaationen worden geleverd
door een bron buiten de tand, zoals fluoride tandpasta, om de netto minerale afzetting in
het glazuur te bevorderen.
Saturatie van plaquevloeistof – gezonde pH
Bij een pH van 7,5 (neutraal) zijn er de volgende stoffen met bijbehorende saturatie.
Phase Saturation
HA – Ca10(PO4)6(OH)2 18.3
DCPD – CaHPO2 ∙ 2 H2O 1.2
Dibasic Calcium Phoshate Dihydrate
OCP – Ca8H2(PO4)6 ∙ 5 H2O 1.9
Octa Calcium Phosphate
FA – Ca10(PO4)6(F)2 30.5
- Hoe meer oplosbaar een stof is, hoe lager de saturatie.
- Hoe minder oplosbaar een stof is, hoe hoger de saturatie.
Oorzaak theorie voor cariës
De ’necessary cause’ bij cariës is de biofilm, zonder biofilm en de daarin zittende
bacteriën zal er geen cariës ontstaan.
® Je bent bacteriën nodig die zuren produceren of suikers omzetten in zuren.
1
,Chiara Eenkhoorn – THK-1
Het cariës process
ECC = early childhood caries.
Van boven naar beneden zie je dat er als
eerste en pellicle laag ontstaan. Hierna
zullen de initiële hechters aan de pellicle
laag gaan hechten, en dit zorgt ervoor dat er
weer andere bacteriën kunnen gaan hechten.
® Er treedt co-aggregatie en microbiële
successie op.
Als de balans in de plaque verstoord wordt,
zullen bepaalde bacteriën de overhand
krijgen en kan er cariës ontstaan.
Een suikerrijk dieet
Als je suiker eet, zullen er veranderingen in de biofilm optreden. Er treedt evolutie op in
de bacteriën die aanwezig zijn in de biofilm.
Verschillende suikers hebben verschillende effecten op de
biofilm.
Het eten van suikers als sucrose en fructose zorgen voor de
grootste pH daling in de biofilm, deze zijn daardoor het meest
schadelijk en vergroten de kans op cariës.
Saturatie van plaquevloeistof – cariogeen
Bij een pH van 5,3 (lager dan de kritische pH) zal het glazuur gaan demineraliseren
Phase Saturation
HA – Ca10(PO4)6(OH)2 1.6
DCPD – CaHPO2 ∙ 2 H2O 0.5
Dibasic Calcium Phoshate Dihydrate
OCP – Ca8H2(PO4)6 ∙ 5 H2O 0.7
Octa Calcium Phosphate
FA – Ca10(PO4)6(F)2 5.6
Bij een pH van 5,3 zullen DCPD en OCP oplossen, wanneer de saturatie (DS) minder dan
1 is zal de stof gaan oplossen.
Bij een pH van 4,8 gebeurt er het volgende:
Phase Saturation
HA – Ca10(PO4)6(OH)2 0.7
DCPD – CaHPO2 ∙ 2 H2O 0.3
Dibasic Calcium Phoshate Dihydrate
OCP – Ca8H2(PO4)6 ∙ 5 H2O 0.3
Octa Calcium Phosphate
FA – Ca10(PO4)6(F)2 2.6
Bij een pH van 4,8 zullen HA, DCPD en OCP gaan oplossen, maar FA (nog) niet.
2
, Chiara Eenkhoorn – THK-1
Door meer calcium en fosfaat toe te voegen aan ons eten of
drinken, kan de saturatie hiervan hoger worden, waardoor
het langer zal duren voordat deze stoffen zullen gaan
oplossen.
De aanwezigheid van fluoride (FA) zorgt ervoor dat het
glazuur minder kwetsbaar wordt voor een lage pH en
demineralisatie.
Als de pH lager wordt zal er eerst cariës ontstaan, maar als de pH nog
lager wordt en blijft zal er zelfs erosie optreden!
Als de pH hoger wordt dan 5,6-5,7 dan treedt er remineralisatie op.
- Als de pH omhoog gaat zal de oplosbaarheid van hydroxapatiet lager
worden.
- Als de pH omlaag gaat, zal de oplosbaarheid van hydroxyapatiet hoger
worden.
Glazuur
Glazuur is poreus. Tussen de rods zitten ‘gaten’, dit zijn de diffusie kanalen
in het glazuur; door deze kanalen kunnen ionen in en uit het glazuur
bewegen en dit gaat door middel van een diffusie gradiënt. Als je deze
gaten dicht zou maken, zou dat ervoor zorgen dat glazuur minder poreus
wordt, omdat er geen ionen meer in of uit het glazuur kunnen bewegen.
® Het glazuur wordt ‘steviger’.
Rondom de rods en kristallieten zitten ruimtes welke opgevuld zijn met water en
mineralen.
Fysieke invloeden op demineralisatie
Er zijn verschillende factoren die van invloed zijn op het ontstaan van cariës zoals:
• Impure apatiet
• Rods en kristallieten: deze hebben een ruimte om hen heen met water, waardoor
er diffusie van ionen plaats kan vinden.
• Diffusie kanalen: zorgen voor diffusie van ionen.
• Surface layer: dit is een meer gemineraliseerde laag op de buitenkant van het
glazuur.
Þ Het is een amorfe laag; een vaste stof zonder kristallijne structuur.
• Eiwitten (minder dan 1%).
Er zijn ook afwijkingen welke kunnen ontstaan op het glazuur, waardoor je meer
kwetsbaar bent voor het ontstaan van cariës.
Zuurvorming in de plaque
De plaque bevat cariogene bacteriën welke suikers kunnen metaboliseren, hierdoor
ontstaan er zuren. De pH zal dalen en wat gebeurt er dan?
® Er wordt meer H+ en HLactic gevormd. De hoeveelheid OH- en PO43- gaat omlaag.
Het fosfaat zorgt voor oplossing van het glazuur, omdat deze meer H+ kan opnemen.
3