Taak 1 wat houdt een stemmingsstoornis in?
Soorten stemmingsstoornissen:
Depressieve stoornis
Depressie is een stemmingsstoornis die gekenmerkt wordt door een
aanhoudende sombere stemming en verlies van plezier en interesse gedurende
minimaal 2 weken. Gemiddelde duur is 6 tot 8 maanden. Wanneer de
symptomen 2 jaar of langer aanhouden spreek je van een chronische depressie.
DSM-5 criteria voor een depressieve stoornis:
- Minstens 2 weken moeten minstens 5 symptomen aanwezig zijn
waaronder in elk geval symptoom 1 of 2.
o Depressieve stemming gedurende het grootste deel van de dag,
bijna elke dag, subjectief of geobserveerd door anderen
o Opvallend verlies van interesse of plezier in bijna alle activiteiten
gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag, subjectief
of geobserveerd door anderen.
o Duidelijk gewichtsverlies of gewichtstoename of bijna elke dag
wisselingen in eetlust
o Bijna dagelijks insomnie of hypersomnie (slaapproblemen)
o Bijna dagelijks psychomotische vertraging of remming
(waarneembaar door anderen)
o Bijna dagelijks vermoeidheid of verlies van energie
o Bijna dagelijks gevoelens van waardeloosheid of overmatige of
inadequate schuldgevoelens
o Bijna dagelijks verminderd vermogen om na te denken of zich te
concentreren hetzij besluiteloosheid
o Terugkerende gedachten aan dood, suïcide of suïcidepoging
- Klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in functioneren
- Kan niet worden toegeschreven aan fysiologische effecten van een middel
of andere somatische aandoening
- Niet worden verklaard door schizoaffectieve, schizofrenie of andere
stoornissen uit het schizofreniespectrum of door een andere psychotische
stoornis
- Nooit een manische of hypomanische episode voorgedaan.
Criteria voor de ernst van de stoornis:
- Licht, matig, ernstig zonder psychotische kenmerken, ernstig met
psychotische kenmerken, gedeeltelijk in remissie, volledig in remissie.
Bipolaire stoornis
Een recidiverende stemmingsstoornis die in de vroege volwassenheid aandient.
Depressieve, manische, hypomanische en gemengde episoden wisselen elkaar af
met symptoomvrije perioden. Onderscheid tussen:
- de bipolaire-I-stoornis: depressie in combinatie met manie
- de bipolaire-II-stoornis: depressie in combinatie met hypomanie.
- Cyclothyme stoornis: wisselende milde depressieve en hypomanische
symptomen. Subsyndromale stemmingswisselingen.
Cyclothyme stoornis A.
Minstens twee jaar (één jaar bij kinderen en adolescenten) zijn er talrijke
perioden met lichte manische symptomen geweest die niet voldoen aan de
,criteria voor een hypomanische episode, en talrijke perioden met depressieve
symptomen voldoende niet aan de criteria voor een depressieve episode.
B. Gedurende twee jaar (één jaar bij kinderen en adolescenten) zijn de perioden
met lichte manische en depressieve symptomen minstens de helft van de tijd
aanwezig geweest en is de betrokkene niet langer dan twee maanden achtereen
symptoomvrij. C. Er is nooit voldaan aan de criteria voor een depressieve,
manische of hypomanische episode.
Kunnen worden beschreven in polariteit (manie en depressie) en cycliciteit
(wisselende en recidiverende beloop).
Depressieve episode: (remming met gedaalde stemming)
- Minstens 1 kernsymptoom: depressieve stemming ofwel verlies van
interesse of plezier.
- Bijkomende symptomen (5 of meer):
o Verandering van gewicht of eetlust
o Insomnia of hypersomnia
o Psychomotorische agitatie of remming
o Moeheid of verlies van energie
o Gevoelens van waardeloosheid of schuld
o Verminderde concentratie of besluiteloosheid
o Doodsgedachten of suïcidegedachten
- Symptomen duren minstens 2 weken
- Veroorzaken significant lijden
Manische episode: (ontremming met verhoogde expansieve stemming)
- Kernsymptomen (beide aanwezig):
o Abnormaal expansieve of prikkelbare stemming
o Abnormaal verhoogde doelgerichte activiteit of energie
- Bijkomende symptomen (3 of meer):
o Opgeblazen eigenwaarde of grootheidsideeën
o Afgenomen slaapbehoefte
o Spreekdrang
o Gedachtevlucht
o Verhoogde afleidbaarheid
o Toegenomen activiteit of psychomotorische agitatie
o Activiteiten met sociaal pijnlijke gevolgen
- Symptomen duren minstens 1 week
- Veroorzaken significant lijden of beperkingen van functioneren.
Hypomane episode:
Kern- en bijkomende symptomen hetzelfde als bij manisch maar: geen
psychotische verschijnselen en opname is niet noodzakelijk. Symptomen duren
minstens 4 dagen, gaan gepaard met onmiskenbare verandering van het
functioneren, maar veroorzaken geen significante beperkingen van het
functioneren.
Als er psychotische verschijnselen zijn is er per definitie sprake van een manische
episode.
Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis
Wordt gediagnosticeerd van 6-18 jaar. Validiteit staat niet vast en er is nog maar
beperkt onderzoek naar gedaan.
Criteria:
, - Gekenmerkt door ernstige driftbuien gem. 3 keer of vaker per week en
extreem uit proportie
- Driftbuien komen niet overeen met ontwikkelingsniveau
- Prikkelbare boze stemming tussen de driftbuien, elke dag aanwezig.
- Minstens een jaar voorkomen en nooit meer dan 3 maanden geheel vrij
van symptomen geweest.
- In minstens 2 situaties aanwezig (van thuis, op school of in contact met
leeftijdsgenoten) en in minstens 1 van deze settings ernstig.
- Symptomen moeten aanwezig zijn voor het 10e levensjaar.
Persisterende depressieve stoornis
Voor de DSM 5: 4 subvormen van een chronische vorm:
- Chronisch depressieve stoornis (minstens 2 jaar voldoen aan de volledige
criteria van een depressieve stoornis)
- Dysthyme stoornis (mildere vorm van depressie, slechts voor een deel aan
de criteria van depressie voldoen)
- Recidiverende depressieve stoornis zonder volledig tussentijds herstel
- Dubbele depressie (depressieve episode gesuperponeerd op een
dysthymie).
MAAR er bleek nauwelijks verschil in ontstaan, beloop en risicofactoren dus
samengevoegd onder persisterende depressieve stoornis.
Criteria:
- Aanhoudende sombere stemming gedurende aaneengesloten periode van
minstens 2 jaar
o Bij kinderen en adolescenten kan de stemming ook prikkelbaar zijn,
min. 1 jaar
- Naast somberheid nog 2 symptomen:
o Toegenomen of afgenomen eetlust
o Insomnia of hypersomnia
o Vermoeidheid of verlies van energie
o Gering gevoel van eigenwaarde
o Concentratieproblemen of besluiteloosheid en gevoelens van
waardeloosheid
o Gevoelens van hulpeloosheid
- Interferen met persoonlijk en beroepsmatig functioneren van patiënt
- Symptoomvrije perioden niet langer dan 2 maanden
- Geen manische of hypomanische epiosden of cyclothyme stoornis
Verschillen in ernst specificeren: subclassificaties toegevoegd.
1. Puur dysthym dyndroom
Voldoet aan PDS, maar in afgelopen 2 jaar niet aan depressieve stoornis (eerst:
dysthymie)
2. PDS met persisterende depressieve stoornis
, In afgelopen 2 jaar voldaan aan PDS als aan depressieve stoornis (eerst:
chronisch depressief)
3. PDS met intermitterende depressieve stoornis, met huidige episode
Voldoet aan PDS en depressieve stoornis. In afgelopen 2 jaar perioden van min. 8
weken waarin niet werd voldaan aan volledige criteria voor depressieve
stoornis(eerst: dubbele depressie)
4. PDS met intermitterende depressieve stoornis, zonder huidige episode
Voldoet aan PDS, maar niet aan depressieve stoornis. Afgelopen 2 jaar wel een of
meer depressieve episoden geweest.
Premenstrual dysphoric disorder
- aanwezigheid van minimaal 5 depressieve symptomen, die bij de meeste
menstruele cycli aanwezig zijn, beginnen in de week voor de menstruatie
en verdwijnen bij de start van de menstruatie.
- Minstens één van de volgende symptomen; affectlabiliteit, geïrriteerd zijn,
depressief gevoel en angstig zijn en ook één van de volgende: afgenomen
interesse, moeite met concentreren, veranderingen in eetlust,
slaapproblemen, controleverlies en lichamelijke klachten
DSM 4 DSM 5
Categorie stemmingsstoornissen is opgeheven. Depressieve en bipolaire
stoornissen worden afzonderlijk ondergebracht. Nieuwe hoofdcategorieën:
- Premenstrual dysphoric disorder
- Disruptive mood dysregulation disorder
- Persistent depressive disorder
Specifiers:
- ‘with anxious distress’ 2 of meer angstsymptomen tijdens depressie
- ‘with mixed features’ 3 of meer (hypo)mane symptomen aanwezig
tijdens meeste dagen van depressie
- Post patrum kan ook tijdens de zwangerschap aanwezig zijn (peri patrum)
Rouw
In DSM-4, duurden de klachten voortkomend uit rouw langer dan 2 maanden, dan
diende alsnog depressie geclassificeerd te worden als aan de criteria werd
voldaan. In DSM-5 is het rouwcriteria vervallen. Er zijn geen essentiële verschillen
tussen rouw en depressie als het gaat om genetische kwetsbaarheid,
comorbiditeit en beloop. Daarom is het rouwcriteria vervallen en wordt aan de
clinicus overgelaten of klachten ontstaan na verlies en die voldoen aan de criteria
voor een depressieve stoornis, uiteindelijk beter als rouw geduid kunnen worden.
Clinicus wordt geadviseerd om eerder aan rouw te denken als: er meer gevoelens
van leegte zijn dan van somberheid, vooral gedachte aan overledene, suïcidaliteit
voorkomt uit een behoefte om de overledene te volgen. Bij depressie zijn er meer
cognitieve symptomen zoals waardeloosheid, lage zelfwaardering en suïcidale
gedachten. Daarbij laten ze minder positieve emoties zijn dan bij rouw.
De criteria voor hypomane episode werden iets strenger: naast
stemmingsverandering ook sprake van stijging in activiteiten of energieniveau.
Prevalentie, incidentie, verschil mannen/vrouwen
Depressieve stoornis: 15,4% bevolking ontwikkelt depressieve stoornis in NL.
20% houdt langdurig of chronisch klachten. 50% herstelt binnen 3 maanden.
Ruim de helft van de mensen die volledig zijn herstelt krijgen een recidief.