Colleges FMO
Hoorcollege 1
Aandachtspunt: betekenis van de ‘menselijke factor’ in manieren van organiseren (= als zelfstandige
waarde & als instrument voor productiviteit)
Zie hc 1 deel 1 voor het overzicht van alle colleges
Van beheerst produceren naar onbeheerst handelen (Hs. 3 uit Zinnig Ondernemen)
Elementen van een organisatie: groep mensen en middelen; die in hun samenwerking/interactie; een
collectief vermogen vormen; ten behoeve van het realiseren van beoogde doelen (winst, continuïteit,
succes, toegevoegde waarde).
Centraal aandachtsveld: aard en mate van structurering van de samenwerking.
Succes en voortbestaan organisaties afhankelijk van: Stabiliteit (instrumenteel handelen; harde kant),
Dynamiek (flexibiliteit, vluchtigheid, reorganisatie, innovatie; halfzachte kant), en Identiteit (waarde,
cultuur, vrijheid, betrokkenheid, creativiteit; zachte kant).
Kritische perspectieven op organisaties:
1. Organisatie als gesloten systeem (stabiliteit): rationeel gestructureerde organisatieprocessen
worden doel op zichzelf, neiging tot marktblindheid, scheiding tussen denken en doen.
2. Organisatie als open systeem (dynamiek): inspelen op de markt, permanente reorganisatie,
organisatieontwikkeling als wildgroei, voortdurende aanpassing in scheiding tussen denken en
doen, privé en zakelijk (identiteit; wie is een mens nog?).
Veranderende markt
Individualisering van de samenleving (gevolg; markt niet meer uniform), noodzaak tot
‘wetenschappelijk onderbouwd’ marktonderzoek/strategie (leidt echter ook tot conformisme, wat
kansen biedt is niet altijd te achterhalen via marktonderzoek), (Westerse?) beleveniseconomie (niet
meer primair voorzien in noodzakelijke levensbehoeften, maar in het nieuwe, image, lekker voelen,
het kicken, je identiteit beleven).
Identiteit en kennis/interactie; een ‘vreemde’ productiefactor (non-systemisch)?
Producten van kennis, creativiteit, is door meerderen te gebruiken. In principe bij iedereen aanwezig
en te ontwikkelen? Is onvervreemdbaar (kan de organisatie die toe-eigenen? Slijtageproces is anders
van aard (kennis wordt meer waard na gebruik, ervaring doet waarde van ervaring vermeerderen). In
hoeverre is succesvolle communicatie te plannen?
Moderne vormen van management
- Via Grensmanagement (Tijd en Geld); projectmanagement valt daaronder
- Via Faciliteren (beschikbaar stellen IT, kennisbronnen, relaties, opleidingen)
- Naar buiten: oriëntatie op ‘markt’ (op zoek naar toegevoegde waarde)
- Naar binnen: via ‘cultuur’ (open dialoog over waarden en visie).
Kernprobleem van hedendaags M&O:
Enerzijds zijn de menselijke factoren cruciaal voor voortbestaan ondernemingen, anderzijds zijn ze
niet of moeizaam onder controle te krijgen.
Ofwel:
Enerzijds dienen deze menselijke factoren door het management vrijgegeven te worden, anderzijds
dien zij tegelijk gecontroleerd te worden.
, Hoorcollege 2
Arendt (1906-1965); handelen en management
Arendt als politiek filosofe; haar theorie heeft een wijsgerige antropologie als grondslag.
Kernvraag: in hoeverre is de wijsgerige antropologie van Arendt van toepassing op de theorieën van
M en O?
Amibiguïteit binnen organisaties (onoplosbare tegenstelling?)
A: Werk is per definitie instrumenteel; waarde ervan wordt afgemeten aan het resultaat.
B: tegelijk willen we ‘onszelf’ zijn in ons werk; je moet/ wil er plezier in hebben; uitdaging
(dimensies: vrijheid om initiatieven te nemen & communicatie met anderen)
Hoe verbind je A met B?
Activiteit Arbeid / Werk / Handelen (voor ons specifiek belang)
Arbeid
- Verrichtingen die verband houden met het in stand houden of voortbrengen van iets (lichaam,
huis, organisatie, samenleving)
- Gaat om aspect van routinematige verrichtingen
- Arbeid vereist norm of grens: aan zichzelf overgelaten is ze destructief (uitputting, slijtage,
verspilling, neurose e.d.)
Werk
- Iets tot stand brengen wat ‘vastigheid’ heeft (een ‘ding’ of product)
- Altijd in termen van doel en middelen (middelen krijgen hun betekenis vanuit de realisatie van
het doel)
- In doel (product) komt werk tot ‘rust’ (het is ‘af’; doel is bereikt)
- Probleem: ieder doel (product) kan weer middel/materiaal worden voor iets anders.
Handelen
- Voor dit begrip zijn termen als zin, intrinsiek waardevol, jezelf zijn, het goede, het mooie,
uitdaging, enz. karakteristiek. (beleveniseconomie).
- In het handelen druk je uit:
o Wie je bent (blijkt vaak ‘in het doen’ maar is vaak ongrijpbaar)
o Welk initiatief je neemt (creativiteit)
o De wijze waarop je met anderen communiceert
Politieke dimensies van het handelen in organisaties
Twee dimensies
1. Politieke dimensie in de productiesfeer:
a. Kennisintensief werk lijkt veel ruimte te bieden voor handelen in de productie:
handelen als productiefactor
i. Denk aan het belang van de termen creativiteit en innovatie, maar ook aan
kritiek en klokkenluider
2. Politiek van/over de productiesfeer
a. Betrokken op (o.a.) traditionele vakbondskwesties en overheidsregulering; lengte van
de werkdag, salaris, arbeidsvoorwaarden, enz.