H1 Manager en management
1.1.2
Kenmerken van managers
Afhankelijk van inzet van anderen
Een manager is afhankelijk van de bijdragen van anderen. Van medewerkers met een directe
gezagsrelatie, maar ook van leidinggevenden van andere afdelingen, waarbij geen directe
gezagsrelatie is.
Verantwoordelijkheid voor werkklimaat, informatie en beslissingen
Werkklimaat: de manager dient de samenwerking te bevorderen. Er moet een zekere
overeenstemming zijn tussen het uit te voeren werk en de behoeften van individuen en groepen.
Een leidinggevende moet informatie ontvangen en overdragen, dit moet tijdig voldoende zijn zodat de
bedrijfseenheid tijd heeft om hierop te reageren.
Ook kan een manager ondanks een planmatige actie in onvoorziene situaties terecht komen waarin ze
beslissingen moeten nemen.
Bemensing: een leidinggevende is ook medeverantwoordelijk voor bemensing van zijn afdeling of
eenheid, voor het opleidingen beoordelen, bevorderen, activeren en motiveren van zijn medewerkers.
Vaardigheden: tijdmanagement, terreinkennis en resultaatgerichtheid
Leidinggevende moeten in staat zijn om tot een goed ‘tijdmanagement’ en niet het gevoel krijgen
geleefd te worden. Zo is het met het oog op werkoverleg en inspraak van belang goed leren te
vergaderen.
1.1.3
Van organisaties in alle soorten en maten zie je drie elementen elke keer terug:
- Mensen
- Die samenwerken
- Met een bepaald doel
1.1.4
Belangrijke elementen van managementopvattingen
Relatie onderneming – samenleving
Momenteel heeft de maatschappij veel invloed op het gebeuren binnen de onderneming. Denk aan de
Google Street view voor bossen. Global Forest Watch heeft dit ontwikkelt zodat bedrijven kunnen zien
of er bosbranden zijn in een palmolieconcessie of beschermd bos, de schaal van de ontbossing in de
Amazone zien etc. Op deze manier kunnen ze checken of hun leveranciers wel eerlijk zijn.
Schaalvergroting en internationalisering: globalisering
Ook schaalverhouding en de daarmee vaak gepaarde internationalisering heeft de onderneming een
andere positie verschaft. Van globalisering is er sprake als het gaat om producten afzetten op
wereldwijde markten. De afhankelijkheid van Europese landen is sterk vergroot, maar er zijn ook vele
samenwerkingen ontstaan. Daarnaast zijn er twee grote economische grootmachten; Japan en
Zuidoost-Azië.
Wijziging in machts-/gezagsverhoudingen
De invloed van de manager hangt deels af van de bereidheid van anderen om naar hem te luisteren.
Beschikt hij over weinig prestige, dan zal hij de status van de gemiddelde gezagsdrager onvoldoende
zijn om de gang van zaken binnen een organisatie te bepalen. Deels komt dat doordat medewerkers
relatief hoogontwikkeld zijn, maar ook omdat we arbeid tegenwoordig anders zien.
Rol wetenschap en techniek
Wetenschap en techniek spelen een onmiskenbare rol in de nieuwe life sience industry, het zal
verreikende invloed hebben. Leidend tot een industriële transformatie met grote mogelijkheden.
,Marketingfilosofie
Dit helpt de organisatie te beseffen dat het organisatiedoel steeds buiten de organisatie ligt, namelijk in
de markt.
1.2
Managementniveaus in een organisatie
Topmanagement taken
- Eigenaar/leider
- Voortbestaan van de organisatie waarborgen
- Strategische beslissingen voor de lange termijn (koers bepalen)
- Maatregelen treffen
- Verantwoordelijk
Raad van commissarissen (rvc)
De hoofdtaak is het toezicht houden op het directiebeleid en de algemene gang van zaken.
Bevoegdheden: ontslag en benoeming directeuren, vaststellen jaarrekening en goedkeuren van
belangrijke beleidsbeslissingen, investeringen en wijzigingen van de organisatie.
Middle management taken
‘Middle managers’ dragen verantwoordelijkheid voor de tijdige en juiste uitvoering van de
werkzaamheden. Het middle management heeft een uitvoerende taak naar boven toe en een
leidinggevende taak naar beneden toe. Dit betekent dat het op een kruispunt staat van belangen
tussen de verschillende organisatielagen. Middle managers besteden hun tijd deels aan het
organiseren van de werkzaamheden van anderen.
Eerstelijnsmanagement en uitvoerende medewerkers taken
De eerste lijn heeft de coaching en leiding over de uitvoerende medewerkers.
1.2.4
Onderlinge overeenkomsten tussen managementlagen
- Interpersoonlijke activiteiten
- Informatieactiviteiten
- Besluitvormende activiteiten
1.2.5
Verschillen per managementlaag
Lezen
1.2.6
Managers en soorten van beslissingen
Soorten beslissingen
- Strategisch
Betreft de vaststelling van organisatiedoelen, de keuze van middelen en de weg waarlangs we
de doelen willen bereiken.
- Organisatorisch
Betreft de organisatieopbouw en de taak-en bevoegdheidsverdeling.
- Operationeel
, Betreft de dagelijkse uitvoering.
1.3
Managementeffectiviteit
Het benutten en hanteren van middelen en
instrumenten, gerelateerd aan het behalen van de
doelstellingen.
Interpersoonlijke effectiviteit
Gaat over zaken als leiderschap,
overtuigingskracht, invloed en overwicht.
1.3.1
Management als proces (zie afbeelding)
H2 Organisaties en maatschappelijke
omgeving
2.1 Omgeving: partijen en situaties
De omgeving van een organisatie bestaat uit partijen of belanghebbenden, en uit situaties en
omstandigheden, bepaald door omgevingsfactoren.
Partijen of belanghebbenden zijn instanties die het functioneren van een organisatie direct
beïnvloeden. Denk aan afnemers, leveranciers, vermogensverschaffers, concurrenten, de overheid.
Leerdoelen hoofdstuk 2
Externe belanghebbenden die een organisatie beïnvloeden en er tevens een bijdrage aan
leveren;
Afnemers/cliënten, leveranciers, vermogensverschaffers, concurrenten, de overheid,
belangenorganisaties (de Consumentenbond), vakbonden e.d.
Aangeven welke bijdrage elke partij levert en hoe men daarvoor beloond wil worden;
Afnemers/cliënten
Kopen producten van een bedrijf of betalen voor de deskundigheid die bijv. een ziekenhuis, bank of
adviesbureau levert.
Hoe men daarvoor beloond wil worden:
- Kwalitatieve producten blijven leveren
- Tijdig uit voorraad en op het afgesproken tijdstip leveren
- Rekening houden met de veranderende behoeften van afnemers