Samenvatting Aardrijkskunde Arm & Rijk Hoofdstuk 1
1.1 Leven in Ethiopië
Ethiopië ligt tussen de evenaar en de Kreeftskeerkring en is bedekt met hoge bergen en
plateaus. Doordat de infrastructuur heel slecht is, kost het veel tijd landbouwgoederen te
verplaatsen. Toch vindt 95% van het binnenlandse passagiersvervoer en goederentransport
plaats over weg. Er is maar 1 spoorweg. Verder heeft het 4 internationale vliegvelden en 50+
regionale vliegvelden. Vanaf de grootste bij Addis Abeba worden ook veel producten naar
buitenlandse afzetmarkten verstuurd.
Er is sprake van een snelle bevolkingsgroei. De oorzaak is de natuurlijke groei (3%) en er
is dus ook veel vergroening. Het sterftecijfer is niet verontrustend hoog, maar de
kindersterfte is wel heel hoog. Dit komt door ondervoeding (⅔ heeft gebrek door chronische
ondervoeding). De meeste bewoners wonen op het platteland, maar de steden hebben wel
een grote aantrekkingskracht. De bevolkingsdichtheid is 102 inwoners/km^2. De meeste
mensen wonen echter in de centrale en noordelijke hooglanden.
Er leven veel etnische groepen in Ethiopië. De grootste twee zijn Amhaar en Oromo. De
communicatie is hierdoor lastig. Engels is de lingua franca, maar bij overheidsinstanties
wordt vaak Amhara gesproken. De helft hoort bij de orthodoxe kerk van Ethiopië (Bijbelse
koning Salomo) en de andere helft zijn vooral moslim. Op het platteland is grootfamilie
(leefeenheid rondom een of meer kerngezinnen op basis van familierelaties) een
veelvoorkomend verschijnsel. Zij zijn verantwoordelijk voor de culturele en godsdienstige
opvoeding. Er is een duidelijke arbeidsverdeling en veel kinderen helpen vaak mee op het
land en gaan dus niet naar school. ½ van de mannen boven de 15 kan lezen/schrijven en ⅓
van de vrouwen kunnen dit.
Ethiopië heeft geen koloniale overheersing gekend. De armoede komt door de uitbuiting van
de armen door de heersende (corruptie+ vriendjespolitiek), rijke klasse. Er zijn ook veel
territoriale conflicten, zoals de afscheiding van Eritrea en de bloedige burgeroorlog. De
hoge uitgaven aan leger (door conflict met Somalië) en nationale veiligheid gaan ten koste
van infrastructuur, onderwijs, landbouw en gezondheidszorg. De republiek is een federatie
van 9 staten, die veel autonomie hebben. Deze komen overeen met de grootste
bevolkingsgroepen. Je kan nog niet spreken van good governance in Ethiopië. Er begint
een bestuur te komen en de economie wordt gemoderniseerd. Fraude en corruptie worden
stevig aangepakt, maar er is weinig ruimte voor vrijheid van meningsuiting.
⅖ van de Ethiopiërs leven onder de armoedegrens. De economie gaat wel snel voorruit en
de koopkracht groeit. De inkomensverschillen worden echter wel groter. Er is een
opkomende stedelijke middenklasse. De arme groep bestaat uit landarbeiders en kleine
boeren. De maatschappelijke posities zijn ingenomen door hogere militairen, politici en
bestuursambtenaren.
¾ van de arbeidskrachten werkt in de landbouw, wat de economie erg kwetsbaar maakt. De
bijdrage van de landbouw blijft ook ver achter. De productiviteit in de primaire sector is dus
laag. In het oosten en noorden (droger) is er extensieve veeteelt. In dichter bevolkte
bergstreken worden voedselgewassen (granen, mais, wortel) verbouwd. Ook is er
, commerciële landbouw, die wordt gedomineerd door koffie als handelsgewas. De
exportlandbouw groeit hard (vooral groente, bloemen en koffiebonen).
De secundaire sector levert nog niet veel banen op, maar het effect van globalisering is
goed merkbaar. De textiel-en kleding fabricage groeit snel, wat de overbevolking op het
platteland kan helpen opvangen. Dit soort fabrieken vind je vooral rondom grote steden. De
uitvoer naar Europa is niet makkelijk (hoge eisen) dus trekt Ethiopie buitenlandse
inversteringen aan. De werkloosheid is aan het dalen, maar er is wel veel verborgen
werkloosheid. Het toerisme neemt toe.
1.2 Ethiopië: een paradijs boven de evenaar?
De landschappen verschillen veel. Er is het Ethiopisch Hoogland waaruit veel beken en
rivieren lopen, zoals de Blauwe Nijl. Daaromheen liggen drogere savannen, steppen en
halfwoestijnen. Er is ook een kloof, Slenk/Rift Valley, waar Afrika uiteen wordt getrokken, wat
een noord-zuid verbinding lastig maakt in Ethiopië.
Grote delen hebben een gematigd klimaat (gem dag temp. 20*C), de laaglanden zijn warmer
(20-25). Van oktober tm mei is het het warmst op de Ethiopische hoogvlakte, waar de
temperatuur snel kan wisselen, waardoor het heel warm kan zijn. De neerslag heeft meer
variatie dan de temperatuurverdeling. Dit heeft gevolgen voor het bodemgebruik: hoe
droger, hoe meer exenstivieve veehouderij. De neerslaghoeveelheden zijn niet erg
betrouwbaar. Door deze grote neerslagvariabiliteit is akkerbouw erg riskant.
Ethiopië is te verdelen in 4 neerslaggebieden met eigen neerslagregiem. De regel is: hoe
droger een gebied, hoe minder voorspelbaar óf het gaat regenen, hoeveel dat zal zijn en
wanneer het gebeurt:
- De aride of droge zone: In het noorden is het heel erg droog en er valt minimale
neerslag. In rivierdalen en diepe valleien kan met met droogtelandbouw granen
verbouwen. De bodems zijn vaak dun, stenig en schraal. Nomaden trekken rond met
hun kudden van het ene naar het andere gebied.
- De semiaride of halfdroge zone: Buitenranden van het hoogland en er valt tussen
500-1500 mm regen. Er zijn 2 natte perioden per jaar, dus er is sprake van een
beetje akkerbouw en extensieve veetelt. Bodems zijn wat vruchtbaarder.
- de subhumide of vrij natte zone: Hoger gelegen, minstens een half jaar neerslag.
Savannegebied, dus natuur heeft meer te bieden. Boeren verbouwen vooral mais en
houden vaak wat koeien, schapen en geiten. Een probleem is dat het vee geplaagd
wordt door de slaapziekte.
- De humide of zeer natte zone: In het hoogland is de zomertijd ook regentijd. De
natuurlijke begroeiing is tropisch bos.
Voor boeren is het belangrijk dat natte manden worden gevolgd door perioden van droogte,
zodat gewassen kunnen rijpen en worden geoogst. Er is een verschil tussen de bega (droog
seizoen), belg (kleine regentijd van februari tot mei) en de kiremt (grote natte tijd). Tijdens de
kiremt wordt 80%+ van alle gewassen verbouwd. Als de regen uitblijft, komt de
voedselverziening in gevaar. In het midden en westen is vaak een graanoverschot met
voldoende eten voor plaatselijke bevolking, maar in het noorden is het erg kwetsbaar.