Politieke Arena’s Werkcolleges
Artikelen, Aantekeningen en Opdrachten
Werkcollege 1 week 2
Artikel: Poggi – the state
In hoofdstuk 1 behandelt hij de politieke macht en de kenmerken en vraagstukken die
hiermee gemoeid zijn. In hoofdstuk 2 behandelt hij de moderne staat en de definitie en
kenmerken hiervan.
Social power: de een is sterker dan de ander in het nastreven van zijn doelen, die overuled
de anderen die daar minder goed in zijn, zelfs al gaat dat tegen hun zin in.
3 vormen van social power:
Economische, ideologische (normatieve) en politieke
Hebben een verschillende bases: middelen (economisch), sociale overtuigingen (normatief –
normen & waarden), dwang (politiek). Zelfde doel: doel om samenleving te ontwikkelen en
te controleren. Zijn ook vaak in strijd met elkaar. 1 autonome invloed van ander beperken. 2.
Zichzelf versterken door op ander te lijken of in andere vorm om te zetten. De politieke
macht is de sterkste van de 3.
Bobbio verbindt politieke macht aan dwang (coercion)
Peter Berger zegt dat de oudste betekenis van sociale controle fysiek geweld is.
Conclusie: in alle samenleving is het ultieme en laatste argument geweld, dit wordt
gekoppeld aan politieke macht. Dwang is daarbij de bepalende functie van de politieke vorm
van social power.
Hoe komt het dat staat zijn macht kan afdwingen?
Komt doordat de staat een legitiem monopolie heeft op geweld en haar burgers iets aan
mag doen wat zij haar burgers zelf verbiedt om te doen. De politieke macht uit haar macht in
bevelen (commands). Legitimiteit maakt uitoefening van politieke macht effectiever en
eenvoudiger.
Commands en coercion:
Intersubjectieve operatie: een subject is op zoek om het andere subject te initiëren en te
controleren (dus tussen twee subjecten).
Political power: respect naar andere vormen van sociale macht.
- Onderscheidende missie: verdedigen tegen agressie van buitenaf en ordenen van
interne relaties.
Why political power: Waarom is er een politieke macht (verschillende benaderingen)
- Mensen zijn geneigd naar kwaad (Hobbs). Politiek nodig om kwaad te controleren
- Political power is een gevolg van het feit dat sterken over zwakken willen heersen
- Politieke instituties zijn een instrument in de class-struggle (verschillende klassen)
- Political power wordt gelinkt aan Human Nature
- Marxisme
,How far Political power
2 overwegingen:
1- Politieke activiteit binnen elk aspect van de menselijke ervaring
2- Duidelijke grenzen waar politiek stopt
1. Waar houdt de politieke macht op en waar gaat het over (grondrechten van burgers)
2. Op welke manier wordt die politieke macht afgedwongen
Political action and morality – verschillende politieke leiders
Gesimnungsethiek of ethic of intention
- Morele intenties, de actie staat centraal en niet het doel dat behaald wordt. Als er
maar een juiste morele afweging plaatsvindt.
Verantwortingsethiek of Ethic of responsibility
- Bereiken van een gewenst resultaat, intenties zijn van ondergeschikt belang.
Kenmerken en uitingsvormen politieke macht:
- Coercion (dwange, boete, straf bij overtreding 1,5 M)
- Commands (hou 1,5 M!)
- Legitimacy (overheid kan alleen boetes uitdelen)
- Rivalry between forms (rivaliteit tussen verschillende vormen – het grondrecht van
burgers op privacy (normatieve macht) wordt door de politieke macht bestreden
door het gebruik van de corona-app. Of economie ondergeschikt maken aan
gezondheid)
De staat als organisatie
- Regels, bronnen
- Macht kan verkregen worden door daar waar je geboren wordt
- Differentiatie
- Coercive control (dwangmatige macht)
- Soevereiniteit (niet toelaten dat ander overheerst)
- Territorium
- Centralisatie
Nationhood: bevolking. Voelt onderlinge band door taal of religie. De staat levert tevens een
vertrouwd gevoel op door gezamenlijke geschiedenis.
Democratische legitimatie:
Verkennen van diensten
Mate van economische groei bepaalt politiek succes.
Citizenship:
Rechten en plichten van burgers, varieert, bijvoorbeeld vrouwenkiesrecht
Burger heeft recht om deel te nemen aan activiteiten van de staat, bijvoorbeeld stemmen
The state and law
2 sociale functies controle over toewijzing goederen en repressie van gedrag dat wordt
gedefinieerd als a-sociaal.
,Juridisering van de politiek en politisering van het recht
- De wet wordt openlijk het product van beleid
- Grote toename van regels en wetten en staat ontleent veel van haar rechten aan de
wet
- Soms is er een mogelijkheid tot discretionaire ruimte binnen de kaders van de wet
- Recht wordt steeds belangrijker, zelfs een vereiste volgens Weber: een bestuurlijke
bevoegdheid.
Bureaucratie:
- Om onderdelen met elkaar te verbinden
- Nodig omdat staat aangestuurd wordt vanuit een centraal punt
- Organen verschillen sterk van elkaar: zijn daardoor relatief autonoom
- Elke orgaan probeert eigen zorgen prioriteit te geven boven zorgen van andere
organen om dit te voorkomen is er bureaucratie
Bureaucratie bestaat uit twee lagen:
- The zetel van soereiniteit: Kroon, Parlement etc.
- Alle andere organen (vaak belast met administratieve taken)
Deze organen stellen richtlijnen op en implementeren en articuleren ze
Organen die meer algemene richtlijnen uitvoeren kunnen de organen die specifieke
richtlijnen uitvoeren corrigeren en controleren.
Mate waarin staten verschillen komt door:
- Juridische correctheid van het systeem
- Beoordelingsvrijheid van de ambtenaren
- Bestuurlijk optreden dat tot doel heeft het veiligstellen van de macht
Institutionalisering van Popitz
- Depersonalisatie van de politieke macht (nummer binnen het systeem, iedereen een
specifieke taak
Voordelen van bureaucratie:
- Efficiëntie, ambtenaren beter in 1 taak dan in alles een beetje
- Gelijkwaardigheid: standaardiseren zorgt ervoor dat vriendjespolitiek verdwijnt, het
gaat erom wat je presteert, niet wie je bent.
Werkcollege 2 week 2
BRON: Kafka – The Trial (Roman het Proces)
Meneer Joseph K. Zit in bed als politiemannen op de deur kloppen en in zijn kamer komen.
Hij zou ontbijt krijgen van mevrouw Grubach (hospita), maar dit krijgt hij niet. Later komt
mevrouw Grubach binnen en verontschuldigt ze zich. Vervolgens zijn er een zekere Franz en
Willem die hem vertellen dat hij gearresteerd is. Ze weten niet waarom en willen hem ook
geen antwoord op deze vraag geven. K. Gaat op zoek naar zijn identiteitspapieren en vraagt
meermaals waarom hij gearresteerd wordt. Hij vind dat de politiemannen onder zijn niveau
, zijn en wil iemand spreken met wie hij op niveau kan praten. De politiemannen zeggen dat
ze gewoon doen wat hen opgedragen wordt. Vervolgens wordt hij naar een supervisor
gebracht, die in de kamer naast zijn slaapkamer zit. Deze slaapkamer is van mevrouw
Burstner. Voordat hij de supervisor mag zien moet hij zich netjes aankleden, in een zwart
pak/jas. Vervolgens voert K. Discussie met supervisor over de vraag waarom hij gearresteerd
is. De buren kijken naar hem vanachter het raam. Uiteindelijk mag K. Naar de bank en zegt
de supervisor: Ik dwing je niet om naar de bank te gaan, ik dacht alleen dat je het wilde. Dan
blijkt dat de drie andere mannen die ook in de kamer waren, ook bij de bank van K. Werken.
K. Had hen niet herkend. De supervisor probeerde K.’s Aandacht van deze mannen af te
leiden in de kamer. De mannen roepen een taxi om naar de bank te gaan, ook zeggen ze dat
K. Niet naar de buurman mag kijken met de blonde baard. Diezelfde lente doet K. Vaak korte
wandelingetjes en gaat hij naar de pub. Ook wordt hij uitgenodigd bij de bankmanager om te
eten en een autorit te maken.
Aantekeningen les
Franz Kafka
- Geboren in Praag en daar gewoond. Was eerst onderdeel van Oostenrijk- Hongarije
(imperium).
- Kafka was Joods en Duits, dus een minderheid in Tsjecho-Slowakije. Was
geïnteresseerd in zionisme, maar niet religieus.
- Werk bij verzekeringsmaatschappij, werkomstandigheden van arbeiders. Had hij een
ambtelijke baan. Zijn werk gaat dan ook over moderne bureaucratie, hoofdpersonen
vaak kantoorklerken.
- Hij was ook schrijver, veel verhalen, romans en brieven geschreven.
- Zijn vriend Brood zou alle literatuur na zijn dood moeten verbranden, maar hij heeft
het juist gepubliceerd. Hij is dus na zijn dood pas een bekende schrijver geworden.
- Leed aan Tuberculose en is daar in 1924 aan overleden.
- Kafkaësk: vreemde sfeer die uit zijn werk spreekt. Individuen komen in aanraking met
systemen en bureaucratie, waarbij ze willekeurig in raken verstrikt (willekeur speelt
een rol).
Opdrachten Kafka subgroep
Waar gaat deze tekst over? Beschrijf in een paar zinnen de essentie van de tekst.
Hij speelt met de bizarre kanten van de bureaucratie. Is ons vertrouwen wel terecht in de
rechtstaat. Is het wel terecht dat de politieke macht een monopolie heeft op geweld, ze
hebben eigenlijk te veel macht en zijn daar niet van bewust. Uitdijende staat waarbij de
macht van de staat toeneemt. Kafka spreekt in romanvorm uit welke negatieve kanten er
zitten aan het systeem en de bureaucratie.
In welke zinnen zie je dit het meest duidelijk terug?
K. vraagt waarom hij is gearresteerd. Wij beantwoorden dat soort vragen niet zeggen de
agenten. Wordt niet duidelijk waar hij schuldig aan wordt bevonden. Is niet hun
verantwoordelijkheid.
Kromme zin over de wet: wat de wet inhoud weet K. Niet, maar ook de agenten weten het
niet. Wetenloze burger vs agenten die het systeem dienen.