Interviews Forensische Gezinspedagogiek: ontwikkelingspsychopathologie en
diagnostiek
1. Aafke Scharloo – seksueel misbruik bij mensen met een licht verstandelijke beperking
Zelfstandige klinisch psycholoog, op gebied van seksueel misbruik, mishandeling en trauma. Wordt
op aanvraag bij allerlei instanties ingezet. Doet veel gespreksvoering met kinderen, en diagnostiek
van seksueel misbruik.
1. Wat zijn de belangrijkste signalen van seksueel misbruik bij kinderen/mensen met een
verstandelijke beperking?
Belangrijkste signaal zijn tekenen van stress maar dit heeft iedereen. Het gaat vaak om een
combinatie van signalen, maar gaat ook over je intuïtie. Maar het kan altijd twee kanten op gaan,
bijvoorbeeld: niet willen douchen is een signaal, maar ook juist de hele dag willen douchen kan een
signaal zijn. Je kan het vaak ook niet aan de buitenkant zien, bij een kwart van de gevallen zijn er
helemaal geen signalen. Je moet zelf vaak actief gaan vragen, en het onderwerp aankaarten.
2. Kinderen laten weinig signalen zien: is dat verschillend voor kinderen met LVB?
LVB’ers functioneren vaak op een leeftijdsniveau van 5 tot 8. Dus dan moet je kijken naar signalen die
bij 5 tot 8-jarige horen, en daar moet je naar kijken i.p.v. signalen van 20-jarige (terugtrekken
bijvoorbeeld). Het wordt over het algemeen minder gediagnosticeerd bij kinderen met een
verstandelijke beperking. Want als deze kinderen signalen laten zien, wordt het vaak geweten aan de
beperking.
3. Wat is de belangrijkste methode om met afweer om te gaan?
Leg in je team het op tafel: bespreek dat er sprake kan zijn van afweer. Als er sprake is van
probleemgedrag, onderzoek altijd de hypothese of er seksueel misbruik is. Dit wordt vaak over het
hoofd gezien: mensen nemen seksueel misbruik vaak niet mee in de opties. Dit terwijl meer dan de
helft van de LVB’ers het eenmaal meemaakt. In Amerika hebben ze een campagne gehad ‘rule out
abuse’: zet altijd de hypothese seksueel misbruik op je lijst. Dit kan je niet onderzoeken door middel
van onderzoek; je moet er over praten met de persoon. Wat helpt: kom er regelmatig op terug, stel
suggestieve vragen zoals; doen mensen je wel eens pijn? Pakken mensen je wel eens vast op een
manier dat je het niet fijn vindt? We denken vaak: je mag er niks over vragen. Maar het is juist wel
belangrijk om ernaar te vragen: de kans is groot dat er wel sprake van is.
4. Wat voor advies geeft je aan ouders op het moment dat je weet dat er sprake is van seksueel
misbruik?
Geloof je kind, en laat dat ook duidelijk weten. Voel mee met het kind. Je ziet vaak dat degene die
het kind misbruikt bij LVB’ers iemand uit het netwerk is. Ouders willen dit ook vaak niet geloven, en
komen zelf ook in de problemen: ze gaan twijfelen aan zichzelf etc. Je moet dus ook begeleiding
zetten op de ouders. Gewoon er zijn, en ernaar vragen. Kinderen zitten er de hele dag mee, dus het is
juist goed om erover te praten. En dit hoeft niet heel zwaar te zijn; het mag ook een luchtig gesprek
zijn. Als er één ding is dat helpt tegen trauma: sociale betrokkenheid. Dus het helpt juist om erover te
praten.
5. Op welke manier help je personen met LVB’ers, ziet dat er anders uit dan bij normale
kinderen?
,Hoe meer beperkingen je hebt, hoe groter de kans dat je misbruikt wordt. Daar kan je geen
cognitieve therapie mee doen, maar je kan wel EMDR mee doen. Je kan gebruik maken van story
telling techniek: in die techniek kan iemand in de omgeving die het verhaal kent het verhaal
vertellen, en dat kind zit erbij moet hoeft zelf niks te zeggen. Zo kan je toch EMDR doen. Dat werkt
goed bij mensen met een beperking, zowel licht verstandelijke beperking als zwaardere beperkingen.
Trauma is verder ook voor een groot stuk biologisch: je moet ook therapie doen met je lichaam, je
lijf. En het allerbelangrijkste is dat je voor een veilige situatie zorgt.
6. Werkt EMDR alleen op korte termijn, en dat er later nog andere behandelingen nodig zijn. Of
heeft het ook echt een lange termijn effect?
Het is nog zo nieuw dat we dit nog niet precies weten. Maar we weten wel dat je trauma in elke
levensfase op een ander niveau / andere manier verwerkt. Het moet dus telkens even opnieuw
verwerkt worden. Dan kan je op dat niveau wel weer hulp nodig hebben.
7. Hoe kunnen we preventief ervoor zorgen dat het minder voorkomt?
Durf erover na te denken waar het mis gaat, en heb er oog voor. Verklaringen voor het hoge cijfer
seksueel misbruik zitten met name in de manier hoe we het zorgsysteem georganiseerd hebben. Als
je een beperking hebt kom je met heel veel meer mensen te maken dan wanneer je geen beperking
hebt. Dat maakt al de kans groter dat er iemand ‘slechts’ bij zit, en dat maakt het risico op misbruik
ook weer groter. Dat is wel een factor waar we over na zouden kunnen denken. Daarna leren we
kinderen met een beperking al van jongs af aan, dat wanneer we mensen tegenkomen dat je
gehoorzaam moet zijn. Daarnaast is het zo: die kinderen zijn zo gewend aan verschillende mensen. Er
kan elke dag weer een nieuwe begeleider zijn die zegt: ik ben je begeleider vandaag en je moet naar
me luisteren. En die begeleider gaat vervolgens ook mee naar de wc om je te helpen etc. Dan vraag
je er ook een beetje om eigenlijk. Mensen weten het verschil niet meer tussen bekende en
onbekende. Ze luisteren naar vreemde. Hier moeten we over na denken: wil je mensen leren dat
iedere normaal begaafde volwassenen je broek uit kan trekken. Daarnaast heb je in de gehandicapte
zorg vaak geen vier ogen principe, waar je dat in de kinderopvang wel vaak hebt bijvoorbeeld.
Daarnaast heb je er ook nog een maatschappelijke opvatting over: LVB’ers worden minder vaak
serieus genomen.
8. De kwetsbaarheid van LVB’ers is enigszins hetzelfde als kwetsbaarheid van kinderen. Hoe
staat de politie daartegenover, wordt dat sneller serieus genomen?
Ook daar is het erg lastig, bij bijvoorbeeld kinderen / kinderdagverblijven. Sowieso worden kinderen
pas vanaf 4 jaar gehoord, als het daarvoor gebeurt kunnen ouders weinig.
9. Zijn het vaak mensen uit het netwerk in de doelgroep van LVB?
Ja, meestal zijn het goeie bekenden. Meestal zijn het ook andere mensen met een beperking dat is
ook logisch, want mensen met een beperking gaan ook meer om met andere mensen met een
beperking. Daarnaast is 60% van deze groep ooit misbruikt, en worden vaak nooit behandelt. Het
komt ook vaak voor dat deze mensen in oude patronen vervallen, en daarmee bijvoorbeeld andere
mensen gaan lastigvallen. Dit kan lastig zijn, vooral door regels zoals: deuren mogen niet op slot ’s
nachts. Als je dan iemand naast je hebt die zelf misbruikt is, kan het zomaar weer voorvallen. Daarom
is behandeling voor degene die misbruiken / de daders ook belangrijk.
10. Is er genoeg ruimte voor deze groep om hun seksualiteit te ontwikkelen en te uiten?
, Nee, daar valt nog veel te verbeteren. Vaak is de associatie tussen LVB en seksualiteit negatief, dus
daar valt zeker te verbeteren. Maar het meeste seksueel misbruik heeft niks met seks te maken, het
heeft veel meer te maken met macht, of dat ze zelf te maken hebben gehad met trauma en nu die
machteloosheid willen omkeren. Het kan natuurlijk voorvallen dat het met seks te maken heeft, maar
vaak niet.
11. Wat zou er beter kunnen wat betreft het verhoren van kinderen / mensen met een
verstandelijke beperking?
De politie stelt zich vaak al zo op dat mensen daarna geen aangifte meer willen doen: ze leggen
namelijk eerst de voor- en nadelen uit, en vertellen dan dat ze hier eerst over na moeten gaan
denken en later terug moeten komen. Dit kan al als een enorme klap voelen, omdat het vaak zo veel
moeite en energie kost om die stap te zetten. Van de 10 vrouwen die in eerste instantie aangifte
doen, komt namelijk 7 niet meer terug daarna. Wat de politie verder kan doen is: niet alles van het
kind laten afhangen, maar ook veel meer eromheen onderzoeken, bijvoorbeeld huiszoekingen,
telefoon bekijken. Want als het verhaal 1 op 1 is (dader tegenover slachtoffer), wordt het vaak niet
vervolgd. Dus zoek naar vervolg bewijs! Daarnaast moeten er open vragen gesteld worden, ook aan
mensen met een beperking. Ook wordt er weinig ondersteunend materiaal gebruikt bij kinderen /
LVB’ers, bijvoorbeeld tekeningen. Dat maakt het makkelijker voor hen om het verhaal te doen. Want
vaak staan de taalsystemen onder druk.
12. In hoeverre komt het voor dat kinderen een valse beschuldiging doen?
Heel weinig, ook in vechtscheidingen: bijna altijd, maar 8-10% meldingen in vechtscheidingen over
misbruik of geweld zijn vals. Je moet dit dus heel serieus nemen want ze zijn bijna altijd waar. Er is
wel een maatschappelijk vooroordeel dat mensen na een scheiding zeggen: dat zegt de moeder wel
om de vader buiten de deur te houden. Maar dit wordt wetenschappelijk niet ondersteund. Je moet
het dus ontzettend goed onderzoeken. Ook kinderen met een beperking doen nauwelijks valse
aangiften. Als je een valse beschuldiging wilt doen, moet je best wel abstract kunnen denken, want je
moet bijvoorbeeld vooruit kunnen denken. Dat is nou precies waar mensen met een beperking niet
goed in zijn. Een uitgewerkt verhaal over seksueel misbruik kan dus bijna niet gelogen zijn. En dat ze
erover fantaseren kan ook nauwelijks: het komt altijd ergens vandaan je kunt niet over iets
fantaseren wat je niet hebt meegemaakt.
13. Je hoort wel eens iets over recovered memories: na een lange tijd herinneren mensen zich
ineens dat ze zijn misbruikt.
Dit is wetenschappelijk niet te bewijzen, maar iedereen die in de praktijk werkt weet dat het bestaat.
Je kan het ook niet bewijzen: je kan geen experiment doen. Wel gebeurt het heel vaak
14. Wat is een casus dat veel indruk heeft gemaakt?
Wat op dit moment veel indruk maakt, is een meisje op school met een communicatie device,
daarmee kan ze met haar oogbollen communiceren. Door naar een letter te kijken klikt hij aan. Ze
kan dus op die manier communiceren. Zo heeft ze nu dus ook kunnen zeggen dat ze seksueel
misbruikt is. Mensen proberen die manier van communicatie onderuit te halen: apparaat is
onbetrouwbaar etc. Ook de politie zegt dit. Dat is iets wat vaker gezien wordt: mensen die een
beperking hebben, wordt zo vaak niet serieus genomen: kunnen ze wel de waarheid spreken?
15. Hoe zorg je dat je heftige onderwerpen niet mee naar huis neemt?
Praat erover met andere; zorg goed voor jezelf! Doe iets waardoor je tot rust komt / ontspant.