Thema 3: Vertering havo 5
Basisstof 1: Voedingstoffen
Voedingsmiddelen: alles wat je eet of drinkt.
Voedingstoffen: zit in voedingsmiddelen
Zes groepen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen.
Nodig om gezond te blijven. Een tekort kan leiden tot ziekten.
Kunnen gebruikt worden voor verschillende functies in het lichaam:
Bouwstoffen voor de vorming van organische moleculen bij voortgezette assimilatie. Deze
cellen zijn nodig voor vorming van (delen van) cellen en weefsels. Vooral voor groei en
ontwikkeling van het lichaam en voor vervanging van afgestorven cellen zijn bouwstoffen
nodig
Brandstoffen kunnen energie leveren voor de dissimilatie (verbranding). De energie die
daarbij vrijkomt, is bijvoorbeeld nodig voor beweging en lichaamstemperatuur. Ook voor
groei, ontwikkeling en herstel is energie nodig.
Eiwitten (proteïnen en polypeptiden): Binas TB| 67H1
Dierlijke eiwitten: Zit in vlees, vis, melk, kaas en eieren
Plantaardige eiwitten: Zit in brood, graanproducten, peulvruchten, noten en paddenstoelen
Eiwitten worden uit het voedsel gesplitst in afzonderlijke aminozuren, die worden opgenomen in het
bloed. Via het bloed worden aminozuren naar de lever vervoerd en vandaaruit naar alle organen in
het lichaam.
Eiwitsynthese: worden aminozuren in de cellen weer aan elkaar gekoppeld tot eiwitmoleculen
- Bestaan uit 20 aminozuren (12 zelf maken in lever, 8 via voedsel essentiële aminozuren)
- Essentiële aminozuren: moet je via voeding binnenkrijgen, kun je niet zelf maken
- Eiwit bestaat uit een specifiek combinatie van velen aminozuren
- Functie:
Bouwstof voor cellen en weefsels. Maken een deel uit van tussencelstof, zoals de
collageenvezels in beenweefsel en kraakbeenweefsel. Ook reguleren eiwitten bijna alle
processen in een organisme. Ze zijn betrokken bij transport, overbrengen signalen en
chemische reacties.
Brandstof in nood. Eiwitten worden dan omgezet in glucose, dat vervolgens verbrand. Komt
uit je spieren dus spiermassa neemt dan af. Overschot eiwitten worden ook omgezet in
glucose. Bij de dissimilatie van eiwitten ontstaat ammoniak, dat in de lever wordt omgezet in
ureum. Ureum wordt uitgescheiden met de urine.
Enzymen
Enzymen katalyseren stofwisselingsprocessen zonder daarbij zelf te worden verbruikt. Een enzym
heeft een actief centrum met een specifieke ruimtelijke structuur waarop precies een
substraatmolecuul past. Zodra een substraatmolecuul bindt aan het actieve centrum, vindt een
reactie plaats.
, Thema 3: Vertering havo 5
Koolhydraten (sachariden): Binas TB| 67F1-3
Dierlijke koolhydraten: bijna niet
Plantaardige koolhydraten: zoete vruchten, jam, honing, stroop, fructose, sacharose, brood,
aardappelen, rijst en macaroni.
Typen koolhydraten:
o Monosacharide (bv. glucose en fructose), mono= 1
o Disacharide (bv. sacharosen en maltose) di =2
o Polysacharide (bv. zetmeel en glycogeen), poly = veel
- Glycogeen kan opgeslagen worden in het lichaam in spieren en lever als reserve, maar dit is een
beperkte hoeveelheid
- Grootste deel overtollig hoeveelheid koolhydraten wordt omgezet in vet en opgeslagen in het
onderhuidse bindweefsel (onder de huid) of rondom organen (vooral spieren, hart en nieren)
- Functie: brandstof en bouwstoffen
Voedingsvezels: koolhydraten die de mens niet kan verteren
Afkomstig uit de celwand van plantaardige cellen (bv. Cellulose en pectine)
Functie in ons voedsel: stimuleren darmperistaltiek (darmwerking/stoelgang) en
verzadigend gevoel (vol raken).
Vetten (lipiden): Binas TB| 67G1-3
Vetten: halvarine, zonnebloemolie, vlees, vis, kaas, noten, koek, snacks en sauzen.
Typen:
o Lipiden meesten bestaan uit glycerol en 3 vetzuren
o Cholesterol (bekijk laatste basisstof)
Kenmerken:
- Essentiele vetzuur= linolzuur (ook een vitamine) kan lichaam niet zelf maken
- Functie: Bouwstof en vooral brandstof
Verzadigd (dierlijke vetten) Onverzadigd (vooral vis en plantaardige oliën)
Verkeerd/fout Ok
Geen dubbele bindingen (door bezetting van C- 1 of meer dubbele bindingen
atomen door waterstofbruggen)
Bij kamertemperatuur vast Bij kamertemperatuur vloeibaar
Dierlijk vet Plantaardig vet
- Overtollig vet opgeslagen in onderhuidvetweefsel warmte/isolatie