100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Hogeschool Utrecht Fysiotherapie Jaar 1 Blok C Begrippenlijst €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hogeschool Utrecht Fysiotherapie Jaar 1 Blok C Begrippenlijst

 32 keer bekeken  1 keer verkocht

De lastige begrippen uitgewerkt in makkelijke en duidelijke taal. Je kan makkelijk zoeken door het bestand

Voorbeeld 2 van de 18  pagina's

  • 4 januari 2021
  • 18
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (13)
avatar-seller
isabellewitteveen
Begrippenlijst module
Levensfase
Groeihormoon = Het hormoon wat de groei van de botten stimuleert. Het wordt door het releasing
en inhibition hormoon uit de hypothalamus door naar de hypofyse gestimuleerd en wordt direct aan
het bloed afgegeven.

Somatomedine = insuline-like-growth factor (IGF). Wordt gestimuleerd door het groeihormoon. Het
stimuleert zelf de groei van de botten en de epifysairschijven.

Reuzengroei = bij reuzengroei is er een overvloed aan groeihormoon. Hierdoor moet het hart harder
gaan werken wat weer invloed kan hebben op de levensduur. De wenkbrauwen en kaken kunnen bij
kinderen zwaarder worden. Bij volwassenen leidt dit tot het dikker worden van bepaalde botten en
groei van weke delen in het gezicht, de handen en voeten.

Acromegalie = een aandoening van de hypofyse. Er ontstaat een goedaardige tumor in de hypofyse
die een overmaat aan groeihormoon afgeeft. Bij kinderen laat dit tot zwaarder worden van
wenkbrauwen en kaken. Bij volwassenen leidt dit tot het dikker worden van botten in weke delen
van het gezicht en van de handen en voeten.

Schildklierhormoon = Thyroxine. Dit wordt in de schildklier gestimuleerd door TSH uit de hypofyse.
De hypofyse wordt weer met TRH gestimuleerd door de hypothalamus. Het heeft uiteindelijk invloed
op de skeletgroei en de celstofwisseling. Het is een soort basale stofwisseling zodat alle cellen actief
kunnen zijn en dat wordt dus gestimuleerd door thyroxine. De T3 en T4 worden opgeslagen in een
speciale vloeistof. Te weinig hiervan zorgt dat je lichaamstemperatuur lager is en minder groei en
ontwikkeling van de hersenen. Als je te veel hebt dan heb je mee cel metabolisme, je verbruikt meer
energie dus heb je sneller weer honger.

Colloïd = de speciale stof waar T3 en T4 zich in opslaan.

Kop / struma = Dikke schildklier door een gebrek aan jodium. Je krijgt geen negatieve terugkoppeling
en het gevolg is dat de schildklier nog wordt gestimuleerd zonder dat het nodig is.

Calciumhomeostase = regulatie en handhaving van het evenwicht van de calciumwaarden. Als de
calcium in het bloed te laag is, is er te weinig over voor de spiercontractie en de hartfunctie.

Parathormoon = een hormoon die de osteoclasten stimuleert voor de afbraak voor calcium wanneer
deze waarde te laag is in het bloed. Het stimuleert ook de terugresorptie van calcium in de nier en
het stimuleert de omzetting van vitamine D3 in de actieve vorm.

Vitamine D = bevordert de resorptie van calcium- en fosfaationen in de darm. Ook bevordert het de
terugresorptie van calcium uit de voorurine in de nieren.

Calcitonine = stimuleert het opslaan van calcium in de botten als de waarden in het bloed te hoog
zijn.

Testosteron = het mannelijke geslachtshormoon. Het heeft invloed op de spierontwikkeling. Als je
ouder wordt vermindert de hoeveelheid geslachtshormoon

, Oestrogeen = het vrouwelijke geslachtshormoon. Bij vrouwen is het verminderen van het hormoon
een risico op het verminderde van de botkwaliteit.

Hypothalame-hypofysaire-gonadale as = de reeks van hormoonklieren. Hypothalamus > hypofyse >
eierstokken / zaadballen

GnRH = gonadotropin-releasing hormone. Vlak voor de pubertijd neemt deze productie toe, wat bij
mannen leidt tot een verhoogde testosteron productie en dus haargroei en lagere stem. Bij vrouwen
leidt dit tot een productie van FSH en LH en in de eierstokken neemt de productie van oestrogeen
toe wat de geslachtskenmerken van vrouwen ontwikkelt. Net zoals de menstruatiecyclus.

FSH = follikel stimulerend hormone. Wordt afgegeven door de hypofyse. Stimuleert bij de vrouw de
groei en rijping van de follikels in de eierstokken.

LH = Luteïniserend hormoon. Wordt geproduceerd in de hypofysevoorkwab. Het zorgt voor
stimulatie van de eisprong / ovulatie.

Antagonistische pleiotropie = het gen heeft zowel positieve als negatieve effecten. De term wordt
vooral gebruikt voor genen die positieve effecten hebben als je jong bent, maar ongunstige als je
ouder wordt.

Cellulaire veroudering = het niet meer kunnen vernieuwen van de cellen door de verkorting van
telomeren. DNA in de celkern kan beschadigd raken door bijvoorbeeld straling en chemische stoffen,
waardoor je het minder goed af kan lezen. In de cellen heb je namelijk DNA nodig om enzymen te
produceren. DNA wordt afgelezen, wordt terugvertaald in de vorm van productie van enzymen en
eiwitten. Enzymen zijn belangrijk voor cel functies, ze bevorderen een aantal lichamelijke processen.
Dus als er een verandering in het DNA plaatsvindt, kan het zijn dat er bepaalde enzymen niet meer
worden aangemaakt of goed gevormd kunnen worden en foutjes gelezen worden. Naar mate je
ouder wordt kunnen er zich meer fouten gaan ontwikkelen. Anderzijds is het ook dat de
verdubbeling van de cellen fouten veroorzaken. De deling heb je nodig omdat cellen vernieuwd
moeten wordt.

Telomeren = uiteinden van de chromosomen. Er kan 20 keer bij normale cellen worden gedeeld en
bij bindweefsel kan 100 keer worden gedeeld.

Apoptose = een aantal cellen zijn voorgeprogrammeerd om niet verder te ontwikkelen als ze niet
worden gebruikt > ook wel geprogrammeerde celdood genoemd. Het kan als nadeel geven dat er
niet veel nieuwe cellen gevormd kunnen worden, maar toch heeft het ook zo zijn voordelen.

Basaalmetabolisme = stofwisseling in rust. Liggend, ’s morgens vroeg of na het eten. Dit neemt sterk
af naarmate je ouder wordt, bij vrouwen eerder dan bij mannen. Dit veroorzaakt de kou bij oudere
mensen, ook komt het dat de doorbloeding in de handen en voeten is verminderd.

Totale long capaciteit = de totale hoeveelheid lucht wat er in je longen kan zitten.

Vitale capaciteit = maximale hoeveelheid uitgeademd na het maximale inademen. Dit neemt met de
leeftijd af, hierdoor kan er minder verversing van de lucht plaats vinden.

Rest volume = de rest van de lucht die in de longen zit. Er blijft namelijk altijd een kleine hoeveelheid
lucht achter in de longen. Dit neemt toe met de leeftijd.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isabellewitteveen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd