1
Mijne zijn de liefste
Samenvatting mijne zijn de liefste
Hoofdstuk 1 Het samengestelde gezin: de feiten
De afgelopen decennia is een stijging te zien in het aantal samengestelde gezinnen. We spreken
van een samengesteld gezin als een of beide volwassenen kinderen hebben uit een eerdere relatie.
Samengesteld verwijst naar het fundament van het gezin. Het samengestelde gezin bevat
elementen van de eerdere kerngezinnen. Er zijn veel varianten van samengestelde gezinnen, zoals
een vrouw die een man ontmoet met kinderen of beide partners hebben kinderen uit een andere
relatie of een weduwe met kinderen ontmoet nieuwe partner. De wens is dat de losse elementen
uiteindelijk één geheel gaan worden.
Een aantal cijfers:
- Meer dan één op de drie huwelijken loopt stuk.
- Meer dan de helft van volgende huwelijken en relaties valt uiteen.
- Er raken steeds meer kinderen betrokken bij een scheiding. Ook steeds meer kinderen
worden wees.
- Twee derde van de nieuw samengestelde gezinnen strandt binnen vijf jaar.
1.1 Complexiteit van een samengesteld gezin
Een samengesteld gezin is gebouwd op een fundament van rouw. Er is altijd iets voorafgegaan wat
kapot ging. Juist dat brokkelige fundament is wat het lastig maakt om van het nieuwe gezin een
succes te maken. Het vormen van een stiefgezin duurt vier tot zeven jaar. Tegelijkertijd is het een
proces wat altijd doorgaat. Dit wordt duidelijk gemaakt aan de hand van de stiefcirkel. Samen een
nieuw gezin vormen is complex. Door deze complexiteit dreigt er een breuk. Kinderen kunnen dus
de ervaring krijgen dat relaties niet van lange duur zijn, maar dat het steeds verkeerd afloopt.
De laatste jaren is er veel ontwikkeld om nieuwe samengestelde gezinnen te ondersteunen en om
de valkuilen bespreekbaar te maken.
1.2 Tijd voor een andere kijk
Er is al veel hulp, maar de cijfers blijven groeien. Het is hoog tijd dat er wordt gekeken naar
onderliggende dynamieken in een samengesteld gezin. Er moet niet alleen worden gekeken naar
het huis dat wordt gebouwd door het samengestelde gezin, maar ook naar het fundament
daaronder. Het fundament bepaald immers hoe stevig het huis staat.
Hoofdstuk 2 Van gezin naar systeem
De start van een samengesteld gezin verschilt niet van de start van een kerngezin. Het begint met
de verliefdheid. Het verschil wordt snel duidelijk. Kinderen spelen al snel een rol in de verdere
kennismaking als het gaat om een samengesteld gezin. Dit hoeft niet direct de kennismaking met
de kinderen te zijn. Het begint al met: “Wanneer zijn de kinderen bij mijn ex en heb ik tijd voor
mijn nieuwe liefde? Daarna bepaal je op welk moment je je nieuwe partner aan je kinderen
voorstelt. Vervolgens kan er worden besloten om in één huis te gaan worden. En dat blijkt een hele
opgave. De uitdaging ligt op logistiek vlak (wanneer is welk kind er?), maar ook bij het
samenstellen. Je ziet je eigen kind op een andere manier dan het kind van je partner.
2.1 Samengestelde gezinnen
In dit stuk staat info over wat een samengesteld gezin is. Dit is al behandeld in hoofdstuk 1.
2.2 juridische positie
Op het moment dat je trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat met de moeder of vader
van een minderjarig kind dat bij hem of haar ingeschreven staat, wordt je juridisch stiefouder. Dat
wil zeggen dat je de plicht hebt om mee te betalen aan de opvoeding en verzorging van de
minderjarige kinderen van je partner. Als het kind 18 jaar of ouder is, is de stiefouder verplicht
mee te betalen aan de kosten voor studie en levensonderhoud totdat het kind de leeftijd van 21
jaar heeft bereikt. Stiefouders hebben wel plichten, maar nauwelijks rechten.
2.3 De nieuwe kijk: Van kerngezin naar stiefsysteem
Het kerngezin is vaak overzichtelijk, maar het samengestelde gezin vaak niet.
Het kerngezin
In Nederland verstaan we onder het kerngezin vaak ‘vader, moeder, een of meerdere kinderen’. Nu
weten we dat er veel variaties zijn, maar de eerste gedachte over een gezin is veelal traditioneel.
,2
Mijne zijn de liefste
Het stiefsysteem
- Partners uit kerngezinnen hebben afscheid van elkaar moeten nemen
- Als biologische ouders kun je geen afscheid nemen van elkaar; je blijft allebei ouder van je
kind(eren).
- Als nieuwe partners ga je een samenlevingsrelatie aan.
- De kinderen horen bij die samenlevingsrelatie.
- De kinderen is de samenlevingsrelatie behouden hun biologische ouders.
Een kerngezin is een meer gesloten systeem met daarbinnen duidelijke rollen: vader, moeder,
kinderen. Het stiefgezin is een open systeem met veel meer rollen.
De dynamiek in het huis waar een nieuwe samenlevingsrelatie wordt gecreërd, wordt medebepaald
door meer mensen dan alleen de mensen die in het huis wonen. Daarom spreken we van een
stiefsysteem. Het gaat om een groep mensen die elkaar wederzijds beïnvloeden.
Het gebruik van de term ‘gezin’ en ‘familie’ blijkt verwarrend te zijn.
Realistisch gezin klopt de term ‘stief’. De betekenis die in de Nederlandse taal aan deze term wordt
gegeven is ‘er niet bij horen, vreemd, geen bloedband’. Hier wordt in het volgende hoofdstuk op in
gegaan.
De verwarring komt vooral voort uit het tweede deel van het woord (stiefvader). We zagen al dat
een stiefgezin geen gezin is. Een stiefouder is geen ouder. Bovendien kleven aan het tweede deel
van het woord verwachtingen. Als ik ouder ben van deze kinderen, dan moet ik mij ook zo
gedragen.
Om hier de werkelijkheid recht te doen, wordt gesproken over stiefverzorger. “Om een ideale
stiefmoeder te zijn, moet je vooral niet te veel moeder zijn.” En “om een ideaal stiefgezin te zijn,
kun je het beste niet te veel gezin zijn”.
Door de termen stiefgezin, stiefvader, stiefmoeder los te laten, komt er ruimte om opnieuw
invulling te geven aan de rollen die horen bij de plek die je inneemt ten opzichte van elkaar. Die
plek is niet belast met allerlei verwachtingen en kan met elkaar bepaald worden.
De geslaagde gezinnen zijn veerkrachtig en creatief in hun benadering. Ze hebben oog voor alle
invloeden die meespelen in het samenstellen van een groep. Deze invloeden worden systemische
wetmatigheden genoemd en worden behandeld in het volgende hoofdstuk.
Hoofdstuk 3 Systemische wetmatigheden
Eigenlijk is het de uitdaging voor alle personen in het stiefsysteem om te kijken wie ze zijn ten
opzichte van de ander in deze nieuwe samenlevingsvorm. Er blijken drie wetmatigheden te zijn die
bepalend zijn. Deze wetmatigheden zijn leidend in de wijze waarop we in nieuwe systemen
afspraken kunnen maken over onze positie ten opzichte van elkaar. Als er niet wordt voldaan aan
de drie wetmatigheden, wordt blijvende onrust en disbalans in het systeem ervaren. De drie
systemische wetmatigheden (Hellinger) zijn:
1. De behoefte om ergens bij te horen (3.1)
2. De behoefte aan evenwicht tussen geven en nemen (3.2)
3. De behoefte aan ordening (3.3).
3.1 Iedereen heeft de behoefte om ergens bij te horen
Ieder mens wil ergens bij horen; dat is een oergegeven. In het kerngezin hoor je vanwege je
bloedband automatisch bij het gezin en de verdere familie. Hellinger zegt hierover: “Kinderen
passen zich zondermeer aan aan de groep waarin ze geboren worden en binden zich aan deze
groep met een volharding die lijkt op conditionering. Jonge kinderen ervaren de band met het gezin
als liefde en geluk, ongeacht of het gezin koestert of verwaarloost, en zij ervaren de waarden en
gewoonten van hun gezin als goed, wat het gezin ook gelooft of doet.”
Lid zijn van een groep uit zich onder andere in bepaalde gebruiken en gewoontes. We hebben het
vaak over onbesproken regels, die duidelijk en voorspelbaar zijn en daardoor veiligheid en houvast
bieden. Op het moment dat we het creatieproces van de nieuwe samenlevingsvorm aangaan, zijn
deze regels en gebruiken met name voor kinderen erg belangrijk. Kinderen reageren op alles wat
deze veiligheid en dus hun vertrouwde omgeving in gevaar brengt.
Bij een stiefsysteem wordt er een nieuw gezin gevormd, maar dit voelt anders dan bij een
kerngezin. Dit zien we als eerst terug in het gedrag van kinderen. Vaak is het een uiting van een
gevoel waar het kind geen woorden voor heeft. Het is bijvoorbeeld vervelend, plast weer in bed of
is heel stil. Veel van dit soort gedragingen kunnen te maken hebben met een diep verlangen om
ergens bij te horen. Ieder persoon wil dat dat verlangen gezien en erkend wordt. Onbewust is het
een poging om het oude systeem waar hij in de basis bij hoorde bij elkaar te houden.
, 3
Mijne zijn de liefste
Het gaat dus niet om persoonskenmerken, maar het betreft een gevolg van de dynamiek om
ergens bij te willen horen.
Als we uitgaan van het stiefsysteem is de nieuwkomer de outsider die er niet bij hoort. De
dynamiek maakt dus ook uit dat die eruit gewerkt moet worden. Een vreemde eend is bedreigend
voor de groep. Het is van belang te erkennen dat de stiefverzorger niet bij het kerngezin hoort,
maar wel onderdeel uitmaakt van het stiefsysteem.
3.2 Iedereen heeft de behoefte aan evenwicht in geven en nemen
Een relatie kan alleen gezond zijn als er een evenwicht in geven en nemen is. Het gaat hier om het
gevoel dat er op lange termijn een evenwicht is tussen wat we investeren en wat we van de ander
ontvangen. In zo’n relatie kan vertrouwen in elkaar ontstaan. De behoefte aan evenwicht bestaat
tussen vrienden en ook tussen partners, maar ook in een ouder-kindrelatie. Hoewel het erbij een
ouder-kind relatie anders uitziet. Dit wordt uitgelegd aan de hand van de term ‘loyaliteit’.
Loyaliteiten en dynamieken in het kerngezin
In een kerngezin spelen de volgende loyaliteiten:
- Horizontale loyaliteit:
Beide personen zijn gelijkwaardig. De balans tussen geven en nemen is gelijk. Denk hierbij
aan loyaliteit tussen partners, vrienden en collega’s.
- Verticale loyaliteit:
De ouders geven letterlijk leven aan het kind. Dit is de basis voor existentiële verticale
loyaliteit. In deze relatie zijn het hoofdzakelijk de ouders die geven en de kinderen die
nemen. Er is geen sprake van balans. Doordat het kind zijn leven letterlijk te danken heeft
aan de ouders, geeft het er (zichtbaar en onzichtbaar) loyaliteit voor terug. Loyaliteit is
voor het kind een diepe vorm van ‘trouw zijn’ aan de ouders.
Loyaliteit verbindt de ene generatie met de andere; het verwijst naar diepe verbondenheid:
de bloedband.
- Diagonale loyaliteit:
De relatie tussen broers en zussen met dezelfde ouders in feitelijk horizontaal, maar gezien
de 100% bloedband die ze hebben, nomen we deze diagonaal. Deze band is blijvend.
Daarnaast kan er in een kerngezin ook sprake zijn van een gespleten loyaliteit, onzichtbare
loyaliteit en deloyaliteit.
Loyaliteiten en dynamieken in het stiefsysteem
In een stiefsysteem liggen de loyaliteiten en dynamieken anders; ze zijn ingewikkelder. Het
stiefsysteem is bovendien groter en meer open dan een kerngezin.
Kerngezin Stiefsysteem
Verticale loyaliteit: Verticale loyaliteit:
Soms gespleten loyaliteit, soms onzichtbare gespleten loyaliteit, onzichtbare loyaliteit,
loyaliteit, soms deloyaliteit verworven loyaliteit, vaker deloyaliteit
Horizontale loyaliteit Horizontale loyaliteit:
Gekozen en gedwongen
Diagonale loyaliteit Diagonale loyaliteit
Half-diagonale loyaliteit
Verticale loyaliteit: existentiële, gespleten, onzichtbare en deloyaliteit
De (existentiële) verticale loyaliteit tussen ouders en hun kinderen blijft bestaan. Dat kinderen niet
meer bij hun beide ouders wonen, verandert niets aan deze loyaliteit. Ook het overlijden van een
ouder verandert deze loyaliteit niet.
Zolang de ouders op één lijn zitten en geen tegenstrijdige verwachtingen hebben van het kind, is
er niets aan de hand. Zodra er uiteenlopende verwachtingen of zelfs eisen zijn, kan het kind een
gespleten loyaliteit ontwikkelen. Bijvoorbeeld wanneer moeder vraagt van het kind loyaal te zijn
naar haar en dus deloyaal (niet-loyaal) naar de vader. Dit is een onmogelijke opdracht voor het
kind, dus ontstaat er verscheurdheid in het kind. Hij doet er alles aan om beide ouders gelukkig te
maken, desnoods ten koste van zichzelf.