100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
College aantekeningen 'Ondersteuning aan personen met beperkingen' €3,89
In winkelwagen

College aantekeningen

College aantekeningen 'Ondersteuning aan personen met beperkingen'

1 beoordeling
 70 keer bekeken  4 keer verkocht

In dit document staan mijn uitgebreide aantekeningen van de colleges van het vak 'Ondersteuning aan personen met beperkingen' dat gegeven wordt in het schakeljaar van de SPO. In sommige gevallen heb ik de aantekeningen aangevuld met literatuur. Veel succes met voorbereiden voor het tentamen!

Voorbeeld 4 van de 52  pagina's

  • 6 januari 2021
  • 52
  • 2020/2021
  • College aantekeningen
  • Verschillende docenten
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (4)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: anitadevries • 3 jaar geleden

avatar-seller
AMBR
College 1
Toetsing:
Open boek tentamen met open vragen
 8 colleges
 Literatuur, powerpoints, college aantekeningen + we krijgen oefenvragen
 Combinatie van theoretische kennis en inzicht
 Steeds bedenken bij iets: hoe kan ik het nou toepassen in de praktijk. Ook methodes
doornemen: hieruit haal je wat het exacte doel is en wat de resultaten precies betekenen in
de context van de methode

Definitie verstandelijke beperking:
Wordt voortdurend beïnvloed door opvattingen door de jaren heen. Maatschappelijke
veranderingen beïnvloeden die opvattingen en visie. Hierdoor ontstaat er een bepaalde kijk op de
mens met een verstandelijke beperking, op de zorgverlening en op de plaats in de maatschappij.

Belangrijk om je eigen visie uit te spreken, omdat het bepaald wat je doet. Je acties zijn namelijk
gebaseerd op je visie, en bepaald welke keuzes je maakt. Wanneer je in een team werkt, zal iedereen
een eigen visie hebben en is dat vervelend voor cliënten.

Visie 15e eeuw
Kenmerken van de visie in deze periode wat betreft mensen met een verstandelijke beperking:
 Mensen werden gezien als bezeten, de duivel;
 Zij zouden zorgen voor maatschappelijke problemen;
 Zij werden opgesloten in dolhuizen, net als mensen met andere beperkingen. Dat waren er
nog al wat.

Visie 19e eeuw, eerste helft 20e eeuw: medisch model
Visie veranderde. Er werden instellingen opgericht, en je ging naar verschillende instellingen.
Kenmerken van de visie in deze periode:
 Probleem: defect in persoon. Probleem zit in de mens zelf;
 Mensvisie: mens met beperkingen: je had echt een status als je beperkt was;
 Status: patiënt;
 Zorgverlening: verzorgen, verder kwam het niet. Eten, kleren aan, etc.;
 Plaats: Instituut
o Grootschalig: massaal, veel bedden in een ruimte naast elkaar.
o Segregatie: helemaal afgezonderd, bij wijze van in de bossen.
o Weinig keuzemogelijkheden: altijd een vast programma dat iedereen volgt.
o Materiele omgeving slecht: weinig verzorgd.
o Kenmerking van ondersteuning: niet individueel gericht, veel medicatie (maar weinig
documentatie, waarom of welke effecten?), rigide (vaste structuren, iedereen krijgt
hetzelfde aangeboden op hetzelfde moment) en sociale afstand.
 Maatschappelijk: segregatie. Je werd helemaal afgezonderd van de maatschappij.

Jaren ‘50: ontwikkelingsmodel
In de jaren 50 kwam er veel kritiek op deze manier. Dit was geen kwaliteit van leven. Na 1955 werd
dat medisch model aan de kant gedaan. Er kwam een ontwikkelingsmodel. Kenmerken van de visie
deze periode en het ontwikkelingsmodel:
 Een ‘verkeerd’ leereffect in de opvoeding of een ‘misgelopen’ ontwikkeling
 Probleem: Probleem ligt niet alleen meer in de persoon, maar in de omgang tussen persoon
en omgeving. Leertheorie is sturend.

,  Mensvisie: daar werden de mensen met beperkingen gezien als leerlingen: mensen met
mogelijkheden. Zij konden ook leren. En niet als het defect in de persoon zelf.
 Status: leerling.
 Zorgverlening: trainen/ontwikkelen om de samenleving in te gaan.
 Plaats: speciale voorzieningen in de samenleving.
 Maatschappelijk: normalisatie. Iedereen moest zelfredzaam worden en zo normaal mogelijk
zijn.

2e helft jaren 80: burgerschapsparadigma
Ook op het ontwikkelingsmodel komt kritiek. Het normaliseren ging niet heel makkelijk. Er zijn veel
beperkten die zich gewoon niet kunnen aanpassen. Terugkeren naar de maatschappij is onmogelijk.
En dat zat hem in het feit dat er wel kleinere groepswoningen ontstonden, maar er was alsnog weinig
aandacht voor ontwikkeling. Daar heerste nog steeds een instituut cultuur. Wel veel aandacht voor
aanpassing aan het normale, wat leed tot intolerantie: groepen blijven achter, bijv. mensen met forse
gedragsproblematiek. Soms kon dit gewoon echter helemaal niet (wordt ook wel tyranny of
normality genoemd). Er komt een burgerschapsparadigma. Kenmerken van de visie deze periode en
de burgerschapsparadigma:
 Probleem: er zitten beperkingen bij de persoon, maar de nadruk ligt op de beperkingen in de
omgeving (die is niet goed ingericht)
 Mensvisie: volwaardig burger, mens met rechten en plichten. Ze moeten een goede kwaliteit
van bestaan hebben.
 Status: burger
 Zorgverlening: ondersteunen, gericht op het feit dat je afhankelijk bent van anderen
(intersubjectiviteit). Relaties vormen de basis van de burgerschap paradigma (je moet elkaar
begrijpen). Veel aandacht voor keuze en controle: aandacht om te kiezen met wie je leeft.
 Plaats: in de samenleving. Daarbij wordt gebruik gemaakt van bestaande voorzieningen:
community care living.
 Maatschappelijk: integratie/inclusie: met beperkingen toch een volwaardige burger worden.
Daarvoor moet er worden gekeken naar de maatschappij.

Nieuwe definitie:
Een verstandelijke beperking wordt gekarakteriseerd door aanzienlijke beperkingen in zowel het
verstandelijk functioneren als in adaptief gedrag (sociaal aanpassingsvermogen). En het moet voor
het 18e levensjaar zijn ontstaan. Adaptieve vaardigheden:
 Conceptuele en commutatieve vaardigheden (lezen, geheugen, schrijven)
 Sociaal-emotionele vaardigheden (sociale problemen oplossen, functioneren in een groep)
 Praktische vaardigheden (gebruik maken van ov, was doen)

Conclusie
Visie door de 19e eeuw, 1e helft 20e Jaren ‘50 2e helft jaren ‘80
jaren heen eeuw
Probleem Defect in persoon Omgang persoon en Beperkingen in de
omgeving omgeving
Mensvisie Mens met beperkingen Mensen met Volwaardig burger met
mogelijkheden rechten en plichten
Status Patiënt leerling Burger
Zorgverlening Verzorgen Trainen/ontwikkelen Ondersteunen
Plaats Instituten Speciale voorzieningen In de samenleving
in de samenleving
Maatschappelij Segregatie Normalisatie Integratie/inclusie
k

,Terminologie/indeling
Wanneer heb je welke beperking en welke ondersteuningsbehoefte hoort daarbij. Dit verschilt echter
nog wel eens per bron.
Naar IQ-score Naar ondersteuningsbehoefte (SIS)
Zwakbegaafd 71-84 Nauwelijks
Licht 50/55 – 70 Zo nu en dan
Matig 40 – 50/55 Beperkt
Ernstig 25-40 Uitgebreid
Zeer ernstig <25 Op alle gebieden en altijd

Verstandelijke beperking IQ-score Aantal mensen
Licht verstandelijke beperking <70 142.000
Ernstige verstandelijke beperking <50 68.000
Zwakbegaafd 70-85 74.000
Ernstig meervoudige beperking - 10.000
Niet-aangeboren hersenletsel - 140.000
Medewerkers - 171.000

Oorzaken van een verstandelijke beperking
De oorzaken zijn zeer divers (nature-nurture) en soms ook gewoon onbekend (vooral bij oudere
mensen). Diverse mogelijke oorzaken:
 Genetisch
 Stofwisselingsziekte
 Tijdens zwangerschap iets oplopen (rode hond, drugs, alcohol)
 Tijdens bevalling iets gebeuren
 Na de bevalling (trauma, verwaarlozing, etc.).

Model:
AAIDD: American Association on Intellectual and Developmental Disabilities. Bevat domeinen om
mogelijkheden en beperkingen van iemand met een verstandelijke beperking vast te stelen.
Bevordert progressief beleid, gezond onderzoek, effectieve praktijken en universele mens rechten
voor mensen met intellectuele en ontwikkelingsstoornissen handicaps. Ze gaan uit van 3 paradigma’s
(zienswijzen):
 Burgerschapsparadigma: gelijkwaardigheid in de samenleving.
 Ecologisch/contextueel paradigma: je gaat ervan uit dat mensen en hun omgeving elkaar
wederzijds beïnvloeden.
 Ondersteuningsparadigma: er wordt vanuit gegaan dat de omgeving belemmerend of
bevorderend kan werken voor het functioneren. De omgeving kan veranderen door
ondersteuning zodat de persoon met beperking kan functioneren.
De pijlen vormen het spanningsveld. Het is dus belangrijk om te weten wat iemand kan, en daardoor
de juiste ondersteuning te bieden.

, Pal in het midden: ondersteuning Werkelijk individueel
Functioneren per dimensie door de omgeving. Dit kan het functioneren in dagelijkse
functioneren beïnvloeden. situaties.




Er zijn een aantal verschillende gebieden (adaptief gedrag, gezondheid, etc.). Als je dat in beeld hebt,
kun je op basis daarvan de mate van ondersteuning bepalen. Hoe meer problemen op de gebieden,
hoe meer ondersteuning. Het is niet alleen de verstandelijke mogelijkheden, maar een heel aantal
gebieden.

Gezondheidsproblemen:
Je moet goed weten wat gezondheidsproblemen zijn om te komen tot een goed diagnostisch
perspectief. Waarom is het belangrijk om te weten welke gezondheidsproblemen er spelen?
 Kijk naar eigen ervaringen: gezondheid kan grote impact hebben op het leven van iemand
 Mensen met een beperking kunnen soms niet goed vertellen waar ze pijn hebben of waar ze
last van hebben
 Kennis over behandeling van gezondheidsproblemen is vaak gebaseerd op de gewone mens,
en niet op mensen met een beperking. Evenals medicijngebruik.
 Het niet behandelen van iets kan leiden tot een heleboel ellende.

Vroeger werd alle zorg binnen een instelling gegeven. Tegenwoordig wordt de zorg meer afgenomen
bij de reguliere huisarts. Echter zitten mensen met een beperking met zoveel complexe
gezondheidsvragen, waardoor huisartsen daar niet altijd raad mee weten. Er zijn allerlei
moeilijkheden wanneer het gaat om gezondheidsproblemen bij mensen met een beperking.
 Prevalentiecijfers: uit onderzoek blijkt grote variatie. Hoe kan dat?
o Heterogene doelgroep (je moet alle subgroepen vertegenwoordigd hebben, wat niet
zo is)
o Biomedische achtergrond (sommige dingen zijn verbonden aan een bepaald iets)
o Grootte van de onderzoeksgroep (veel of weinig participanten)
o De gehanteerde definitie (er zijn veel verschillende definities)
o De onderdiagnose (hoe goed worden de problemen gedetecteerd?).

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AMBR. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,89  4x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd