4.1 Handel en nijverheid in de stad
De kern
In de 11e en 12e eeuw waren er grote landbouwontginningen. Er kwam dus meer landbouwgrond en
dus meer voedsel. Het gevolg was hiervan dat de bevolking toenam, mensen gingen weer in steden
wonen. Vooral in Noord-Italië en Vlaanderen lagen veel steden. Brugge was daar de belangrijkste
handelsstad en was Genua en Venetië dat in Italië. De samenleving werd meer agrarisch-urbaan. Er
werd veel tussen stad en platteland gehandeld. Het gebruik van geld nam weer toe.
Meer landbouwgrond
In de tijd van steden en staten veranderde door ontginningen de grotendeels autarkische
samenleving. Vrije en horige boeren en kloosterlingen maakten woeste gronden en bossen door
ontginning geschikt voor de landbouw. Steeds vaker lieten ze hun ploegen door paarden trekken in
plaats van ossen. De nieuwe soort ploeg maakte niet alleen de grond los maar kon die ook omkeren.
De boeren gebruikten hun grond steeds intensiever door van het tweeslagstelsel over te stappen op
het drieslagstelsel (hierdoor bleef in plaats van de helft maar 1/3 van de grond onbebouwd). De
voedselproductie nam hierdoor enorm toe.
Nijverheid en handel in steden
Door de voedsel overschotten konden er steden ontstaan. Sommige mensen konden weer net zoals
in de Oudheid weer leven op handel en nijverheid. Anderen maakten van hun ambacht hun beroep.
In de 12e eeuw stimuleerde koningen, hertogen en graven nadrukkelijk de ontwikkeling van steden
om de handel en nijverheid te bevorderen. Maar nog belangrijker was een politieke regel. Vanuit de
stad kon een graaf het omliggende platteland besturen, controleren en verdedigen.
Brugge, haven voor Vlaanderen
In heel Vlaanderen produceerden de steden laken (= wollen stof van hoge kwaliteit). De wol kwam
vanaf het platteland. De laken productie ging zo goed dat er zelfs wol uit Engeland moest komen.
Handel over zee werd alleen lastig want door de Waddenzee kon je Brugge alleen bereiken bij hoog
water. Een natuurverschijnsel veranderde dat, in 1134 sloeg een vloedgolf een diepe bres in het
moerassige land (het Zwin). Vanaf dat moment werd Brugge de belangrijkste handelsstad voor heel
Vlaanderen.
Handel over grote afstand
Handelaren organiseerden steeds vaker koopmansgilde. Door samen te werken konden ze elkaar
helpen (voordeel te geven in handel, elkaar helpen op reis en geld inzamelen voor een grote reis).
Met het organiseren van een Hanze ging die samenwerking nog een stap verder. De bekendste Hanze
was die van de van de belangrijke handelssteden aan de Noordzee en Oostzee (gehandeld in was,
pek, barnsteen, bont, graan, vis, hout). Hamburg en Lübeck hadden de leiding over deze Hanze. De
handelssteden aan de IJssel, de Rijn en de Maas werden ook lid van een Hanze.
Om de luxe Vlaamse lakens en kledingstukken verder in Europa te verhandelen, bezochten in de 12 e
en 13e eeuw Vlaamse handelaren de jaarmarkt in de Franse Champagnestreek. Verschillende steden
organiseerden een aantal weken per jaar een jaarmarkt. In de 14 e eeuw nam het belang van deze
jaarmarkten af, omdat oorlog Noord-Frankrijk onveilig maakte. Er was ook minder te verdienen door
de hoge belastingen die de Franse koning had opgelegd.
Door de kruistochten en de succesvolle Reconquista waren de Arabische handelaren verdreven en
heerste Europese zeevaarder over de belangrijkste zeeroutes.
4.2 Stadslucht maakt vrij
, De kern
In de tijd van steden en staten trokken veel boeren vanuit hun dorpjes naar de stad. Ze gingen
werken in de nijverheid of in de handel. En bovendien “maakt stadslucht vrij” (= wie eenmaal een
bepaalde tijd in de stad woonde en werkte, had geen plichten als horige meer). Daarom verlaagde de
heer de pacht en het aantal herendiensten voor de horigen, anders was er kans dat er een tekort aan
arbeidskracht kwam. De burgers in de steden eisten wel een aantal privileges, zoals het recht om in
een gebied zonder belemmeringen handel te mogen drijven of hun eigen stad besturen.
Steeds meer vrijheid
Op het platteland werden horigen en vrije boeren aangemoedigd om bossen en moerassen
te ontginnen in ruil voor lagere belastingen of minder herendiensten op het domein.
Edelen stimuleerden de stadsontwikkelingen met privileges. Daarmee wilden ze bereiken dat
ook hun hertogdom of graafschap profiteerde van de stedelijke handel en nijverheid.
Zulke vrijheden en voorrechten veroorzaakten dat mensen naar de stad verhuisden. Doordat veel
horigen verhuisden naar de stad ontstond er een tekort aan arbeidskrachten op de domeinen. Dit
kon alleen voorkomen worden als het leven op het platteland aantrekkelijker werd, hiervoor
moesten de belasting en diensten worden verlaagd.
De opkomst van steden leidde dus tot meer vrijheid in de steden en platteland.
Het stadsbestuur
Stedelingen hadden door hun privileges meer directe invloed op het bestuur dan de boeren in de
dorpen, die werden nog door adel bestuurd. In de Vlaamse steden koos de graaf patriciërs (= de
rijkste burgers met grond en huizen in de stad) als schepenen (= aangewezen of gekozen bestuurders
en rechten in een Middeleeuwse stad). Als je als schepen was gekozen, bleef je dat tot aan je dood.
hierdoor kwam het stadsbestuur steeds meer in de handen van kleine elite die haar macht
weleens misbruikte, bijvoorbeeld meer belasting en andere straffen opgeven.
In Vlaanderen kwam het gemeen (= het armere deel van de bevolking in de Middeleeuwse stad, dat
bestond uit onder meer ambachtslieden en arbeiders). De stadsbewoners die daar niet bij hoorden
kwamen regelmatig in opstand tegen dit onrecht.
Toen de graaf in 1241 weer eens geld nodig had, eisten handelaren en ambachtslieden uit Brugge
daarvoor in ruil een beperking van de macht van de patriciaat. De Vlaamse graaf stemde ermee in en
vanaf toen kwam elk jaar een nieuwe verkiezing voor de schepenen. Ook kregen de handwerk gilde
een stadsraad die de financiën van de schepen kon controleren.
De Guldensporenslag
de bewoners van de stad konden ook meer bestuurlijke vrijheid opeisen door voor de juiste partij te
kiezen.
- Koning Filips IV: wilde als leenheer de greep op Vlaanderen vergroten.
- Graaf Gwijde van Vlaanderen: wilde zoveel mogelijk zelfstandigheid voor zijn graafschap, dit
deed hij door het gemeen te steunen.
- De patriciërs: steunde de Franse koning.
In 1302 versloeg een Vlaams volksleger zo’n 4 duizend voetknechten en 2 duizend ridders. De
overwinnaars verzamelden 500 buitgemaakte gouden sporen die de ridders aan hun laarzen hadden
bevestigd, en schonken die als dank aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Kortrijk. Deze overwinning in
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nienkevandelden1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.