Dit document bevat alle uitgewerkte leerdoelen van 'kerntaak 2 monitoring'. Hiervoor heb ik gebruik gemaakt van het 'Nederlands leerboek jeugdgezondheidszorg Deel B' en colleges/lessen die zijn gegeven deze periode.
Voor dit tentamen moest ik kerntaak 1, 2, 4 en AFP leren, de leerdoelen voor dez...
· Ken je de belangrijkste reflexen die bij baby’s aanwezig zijn.
Primitieve reflexen
· Grijpreflex
o Palmaire reflex
o Plantaire reflex
Protective side turning (zijwaartse draaiing)
Looprelfex
Mororeflex
Zuigreflex
Zoekreflex
· Ken je de belangrijkste mijlpalen van de grove motoriek van kinderen t/m 3 jaar.
Ontwikkelingspatroon
Cranio-caudaal: van het hoofd tot de voeten
Dit geldt hoogstwaarschijnlijk voor de ontwikkeling van kunnen controleren van de houding.
o Grijpreflex langer aanwezig in de voeten dan in de handen
o Eerst controle in hoofd en nek, dan romp, dan bekken
Factoren van invloed op de motorische ontwikkeling
Interindividuele variabiliteit (tussen kinderen)
o In tempo en/of volgorde
Intra-individuele variabiliteit
Achteruitgang in motorisch ontwikkeling
, · Begrijp je de relatie tussen de motorische ontwikkeling en de psychosociale ontwikkeling.
De psychosociale ontwikkeling is de ontwikkeling van geestelijke vermogens en sociale
vaardigheden om goed te kunnen omgaan met mensen en verschillende omstandigheden in het
leven.
De motorische ontwikkeling is de ontwikkeling van het handelen. De grove motoriek. Dit heeft
betrekking op het voortbewegen en coördineren van het hele lichaam. Een voorbeeld van
grove motoriek is huppelen.
Studenten kennen de normale groei en motorische ontwikkeling van baby’s zoals
behandeld in het college.
In het eerste jaar groeit je baby gemiddeld 25 centimeter. Dat betekent dat je baby na een jaar +- 75
centimeter lang is. Waar je baby in het eerste jaar zo'n 0,7 millimeter per dag groeit, is dat in het
tweede jaar ongeveer 0,3 tot 0,5 millimeter
Cranio-caudaal: van hoofd tot voeten.
1. Hoofd
2. Romp
3. Bekken
4. Benen
Studenten kennen de normale groei van baby’s, zodanig dat ze groeicurves kunnen
interpreteren aan de hand van een normering.
Voorbeeld van een groeicurve
1.5 Groei
De laatste jaren is veel inzicht ontstaan in welke groeipatronen kunnen wijzen op ziektebeelden die
gepaard gaan met een kleine lengte. Hierbij is gebleken dat met name afwijking van de groei van een
kind ten opzichte van zijn of haar doellengte belangrijk is. Deze doellengte wordt in sterke mate
bepaald door genetische aanleg. De doellengte wordt vaak aangeduid met de term target height
(TH).
1.5.1 het meten van de groei
Het meten van de groei van een kind is in de JGZ een standaardprocedure.
Lengtemeting
, Hoofdomtrek
Gewicht
1.5.2 het gewicht
Het gewicht is, net als de lengte, een belangrijke maat voor het groeien. Gewicht en lengte hangen
met elkaar samen.
1.5.3 andere metingen
Ouderlengte
Voor een goede beoordeling van de lengtegroei van een kind moet de lengte van beide (biologische)
ouders bekend zijn.
Target height en target height range
Voor het berekenen van de te verwachten eindlengte van een kind, de target height (TH), gaan we
uit van de lengte van de biologische ouders. In feite gaat het hierbij om genetische aanleg van de
lengtegroei, het interne milieu.
De TH-berekening voor een jongen gaat als volgt: TH jongen in cm = 44,5 cm + (0,376 x lengte vader
in cm) + (0,411 x lengte moeder in cm)
De TH-berekening voor een meisje: TH meisje in cm = 47,1 cm + (0,334 x lengte vader in cm) + (0,364
x lengte moeder in cm)
Studenten herkennen de kenmerken van goede informatievoorziening.
Patiëntgerichte, doeltreffende patiëntenvoorlichting zou moeten voldoen aan een aantal
voorwaarden (Jill):
tailoring: de voorlichting moet ‘op maat gesneden’ zijn, afgestemd zijn op de behoeften
(gedragsdeterminanten, intentie en gedrag) van de individuele patiënt;
individualisering: er moet sprake zijn van persoonlijke patiënt coaching in een direct contact
tussen professional en patiënt;
feedback en beloning: de patiënt krijgt van de professional feedback over de mate waarin de
doelen van zelfmanagement zijn behaald en hij wordt beloond als het gewenste (deel)effect
is bereikt;
facilitatie: de patiënt moet in staat wordt gesteld om zich de leefstijl- en gedragsverandering
eigen te maken;
participatie: als de patiënt een duidelijk aandeel wordt geboden in de voorlichting en hij
uitgenodigd wordt om te participeren, vergroot dit de waarschijnlijkheid dat de doelen die
de professional samen met de patiënt heeft vastgesteld behaald zullen worden.
· Weet je welke emoties bij baby’s al zichtbaar zijn.
Baby’s ervaren emoties maar begrijpen deze nog niet. Iedere emotie is een verassing die ze overvalt.
Deze basisemoties zijn vanaf de geboorte al aanwezig:
Angst
Walging
Plezier
Verdriet
, Woede
verassing
Secundaire emoties: worden later in het leven aangeleerd.
· Weet je wat temperament is en wat het betekent voor het gedrag van een baby.
Temperament: aangeboren persoonlijkheid
Basale persoonlijkheidstrekken -> komen naar voren na de eerste 3 maanden
Veel verschillende typologieën
o Geremd- veerkrachtig- ongeremd
Kinderen hebben een verschillend temperament en daarom ook verschillende behoeften, je moet
opzoek gaan naar de ‘goodness of fit’
Emoties in het eerste jaar
Reflexief: 0-3 maanden
Synchronie: 3-6 maanden gaat reageren op zorgdrager maar lokt geen reactie uit.
Interactief: 6+ maanden reageert en lokt reactie uit.
· Weet je wat voor interactie baby’s hebben met hun zorgdragers.
Rond de 6 maanden ontstaat interactie tussen het kind en hun zorgdragers. Baby’s uiten een emotie
om daarmee een reactie van de zorgdrager uit te lokken.
· Weet je welke hechtingsstijlen er zijn en wat voor invloed zij hebben op de ontwikkeling
van het kind.
Wat is hechting? Emotionele band tussen kind en verzorger
Het type hechtingspatroon dat een kind ontwikkeld is afhankelijk van 2 eigenschappen van het
gedrag van de zorgdrager richting het kind:
Reactief: reageert de ouder
Sensitief: reageert de ouder passend
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper verpleegkundestudent123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.