Hoofdstuk 4 Kosten en kostensoorten
4.1 Gelduitgaven en kosten
Kosten= aan perioden, producten enzovoort toegerekende (toekomstige) gelduitgaven, die verband
houden met de opoffering van productiemiddelen (bijv. afschrijvingen)
Uitgaven= wat van de bankrekening afgaat (bijv. aflossingen)
4.2 Geldontvangsten en opbrengsten
Opbrengsten= aan perioden, producten enzovoort toegerekende (toekomstige) geldontvangsten, die
verband houden met de verkoop van producten of levering van diensten
Ontvangsten= wat er op de bankrekening komt
Cash (ontvangsten) is a fact, profit (opbrengsten) is an opinion.
4.3 Kosten van een product
Historische uitgaafprijs, de prijs die betaald is bij aanschaf van het productiemiddel
Vervangingswaarde, de prijs die betaald zou moeten worden als de productiemiddelen
aangeschaft zouden worden op het moment waarop de kosten van het product worden
berekend
Opbrengstwaarde, de prijs die ontvangen zou worden als het productiemiddel op het
moment waarop de kosten worden berekend, zou worden verkocht
! De laagste van bovengenoemde prijzen kiezen om de geldswaarde te berekenen -> minimum-
waarderingsregel
4.4 Kostenindelingen
Eng kostenbegrip, alleen uitgaven die doelmatig zijn (onvermijdbaar) rekenen we toe aan de
productie
Ruim kostenbegrip, zowel uitgaven die doelmatig zijn als ook ondoelmatig zijn, rekenen we
tot de kosten
, 4.5 Kosten van grond- en hulpstoffen
Grondstoffen= terug te vinden in het eindproduct
Hulpstoffen= zijn nodig, maar worden niet in het product zelf opgenomen (machine-olie)
Afval= ontstaat tijdens het productieproces
Uitval= ontstaat na het productieproces wanneer het product of halffabrikaat niet aan de
kwaliteitseisen voldoet
Voorraadkosten kunnen onderverdeeld worden in:
Opslagkosten, aanhouden van voorraden leidt tot deze kosten bijv. kosten magazijn
Bestelkosten, bijv. transportkosten
Optimale bestelgrootte -> totale kosten van het bestellen en het aanhouden van voorraden zo laag
mogelijk zijn
Dit is afhankelijk van: vaste bestelkosten, verbruik gedurende de periode en de variabele opslag
kosten inclusief vermogenskosten.
Kosten ten gevolge van diverse risico’s
Economische voorraad (waarover je risico loopt)= technische voorraad + voorinkopen –
voorverkopen
4.6 Kosten van arbeid
Beloningssystemen:
Stukloon, per geleverde prestatie een vast bedrag ontvangen
Tijdloon, per periode een vast bedrag ontvangen
Premieloonstelsel, combinatie stuk- en tijdloon
Winstdelingsregeling, deel van de winst erbij krijgen
Bonusregeling, bij bepaalde doelstellingen
4.7 Berekening van loonkosten
Productieve uren en niet productieve uren (bijv. vakantie, feestdagen, verlof, ziekte, studies)
Totale loonkosten:
Primaire arbeidsvoorwaarden loonkosten (brutoloon, premies sociale verzekeringen)
Secundaire arbeidsvoorwaarden loonkosten (reiskosten, studiekosten, kinderopvang, auto
van de zaak, telefoon)
Overige loonkosten (werving & selectie, ziekte, catering, personeelsfonds)
Indirecte personeelskosten (personeelsafdelingskosten, arbobeleid kosten,
huisvestingskosten)
Uurtarief= loonkosten / productieve uren
Factoren die loonkosten beïnvloeden:
Ziekteverzuim, personeelsverloop, arbeidsmotivatie, collectieve arbeidsvoorwaarden