Samenvatting Privaatrecht
Privaatrecht (=burgerlijk/civiel recht): Geeft regels voor de verhoudingen tussen de
burger en de overheid en tussen overheidsinstanties onderling.
Welk onderscheid kent het privaatrecht?
Het onderscheid tussen absoluut recht en het regelend recht.
Publieksrecht: Het staatsrecht, het belastingrecht, het bestuur(proces)recht en het
straf(proces)recht.
Privaatrecht is vastgelegd in wetboeken. Burgerlijk wetboek, wetboek van
Koophandel en het wetboek van burgerlijke Rechtsverordening en in andere wetten
zoals Faillisementswet, Octrooiwet, Auteurswet. Daarnaast is privaatrecht
opgenomen in bijv. Invorderingswet, besluit huurprijzen, woonruimten,
Prachtprijzenbesluit, kadasterwet en Handelsregisterwet.
Een man is in staat van faillissement verklaard. Met hulp van zijn vader is hij in staat
zijn crediteuren een akkoord aan te bieden, namelijk dat hij zijn concurrente
crediteuren 10% van hun vorderingen voldoet.
Stelt de faillissementswet eisen aan de inhoud van een dergelijk akkoord?
Nee, de faillissementswet stelt geen eisen
Bij het Kadaster is informatie beschikbaar die voor de makelaar van belang is bij de
aan- of verkoop van een woning.
Jurisprudentie: rechtersrecht, uitspraak. Verzamelnaam voor uitspraken van rechters,
afgeleid van Latijns Iuris Prudentia: Letterlijk; rechtsgeleerdheid, kennis van en
ervaring met recht.
Gewoonte: De gewoonte is een voorbeeld van ongeschreven recht. De gewoonte
speelt een rol bij de beoordeling of iets redelijk of onredelijk, zorgvuldig op
onzorgvuldig is.
Wet in formele zin: De wet die door samenwerking van de regering en de Staten-
Generaal tot stand komt. Die herkennen we door het woord; ‘’wet’’. Voor iedereen
verbinden, kunnen door verschillende overheidsorganen worden uitgevaardigd.
Inhoud en aard van het recht.
Wet in materiele zin: De inhoud van de regeling. Hoe verwezenlijk je het subjectief
recht? Hoe kan ik mijn subjectief recht afdwingen?
De meeste wetten in formele zin zijn ook materieel. Omgekeerd niet.
Zaakvervanging/Substitutie: Goederen die in plaats komen van een
gemeenschappelijk goed, worden gemeenschappelijk.
Objectief recht: Alle geschreven en ongeschreven rechtsregels bij elkaar.
1
,Subjectief recht: Volgt uit het objectieve recht. Het is het recht dat een persoon (of
rechtspersoon) in het concrete geval aan het objectieve geval ontleent.
De meeste regels in het burgerlijk wetboek zijn materieel recht. De regels in het
wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn formeel recht.
Dwingend recht: Moet je je aan houden en mag je niet van afwijken. Altijd, geen
uitzondering. Ook niet als er onderling wat anders afgesproken is.
Aanvullend of regelend recht: Mag van afgeweken worden. Is niets afgesproken dan
geldt het aanvullende recht. Recht dat van toepassing is voor zover partijen niet
anders zijn overeengekomen.
Semi- dwingend recht: Tussen dwingend en aanvullend, bij dit recht mag alleen
worden afgeweken van de wettelijke bepalingen wanneer dir in het voordeel is van
de economische zwakkere partij.
Driekwart dwingend recht: Alleen bij arbeidsrecht; enkel ten nadele van de
werknemer kan worden afgeweken wanneer dat in de CAO is overeengekomen.
Eigendom is het meest omvattende recht dat een mens op een zaak kan hebben.
Wettelijke beperkingen: burenrecht, mandeligheid
Contractuele beperkingen: huur, bruikleen
Publiekrechtelijke beperkingen: ruimtelijke ordening, milieu, monumentenzorg
Bij een eigendomsvoorbehoud blijft een leverancier juridisch eigenaar van de door
hem geleverde 'roerende zaken' (de producten) tot de koopprijs helemaal is betaald.
Doordat de producten zijn eigendom blijven, heeft de leverancier het recht deze terug
te halen bij een klant die niet betaalt.
Geschreven recht: altijd schriftelijk vastgelegd; wetten, vorderingen, verdragen
Het vastleggen en uniformeren van rechtsregels in wetten en overige regelgeving
noemen we codificatie.
Ongeschreven rechtsregels: gewoonterecht: zijn niet vastgelegd.
Codificeren :
Het in het wetboek vastleggen van het recht.
Rechtsbevoegdheid: Elk persoon is rechtsbevoegd om aan het rechtsverkeer deel te
nemen, maar niet elke persoon is in staat om zijn rechtsbevoegdheid zelfstandig uit
te oefenen. Rechtspersonen zijn altijd
Handelingsbekwaam; zelf in staat om rechtshandelingen te verrichten. Een persoon
die handelsonbekwaam is, kan niet zelfstandig rechtshandelingen verrichten. Hij
heeft daarbij altijd hulp nodig van een wettelijke vertegenwoordiger bijvoorbeeld: zijn
ouders, een curator, een bewindvoerder of een voogd.
Handelingsbekwaam: Het kunnen en mogen verrichten van rechtshandelingen.
Handelsonbekwaam: Hulp van een andere persoon of personen nodig hebben om
van een rechtsbevoegdheid gebruikt te kunnen maken.
2
,Handelsonbevoegd: Het niet mogen en niet kunnen verrichten van bepaalde
rechtshandelingen; hetzij helemaal niet, hetzij alleen met toestemming van een
ander.
Onroerend: Dakpannen
Roerend: Parketvloer
Bloot rechtsfeit: Wanneer er sprake is van een gebeurtenis, een toestand of een
tijdsverloop, er is geen invloed op uit te oefenen. Bijvoorbeeld; geboorte,
meerderjarig worden, overleiden.
Verbintenis: Een verbintenis is een juridische relatie tussen twee of meer
(rechtspersonen, waarbij de één (schuldenaar of debiteur) verplicht is tot een
bepaalde prestatie tegenover een andere (rechts)persoon. Die andere is de
schuldeiser (of crediteur) en heeft recht op deze prestatie. Een verbintenis kan alleen
ontstaan als de wet dit mogelijk maakt.
Bij de verkoop van een pand wordt overeengekomen dat door de verkoper ná
levering nog één grote of twee kleinere dakkapellen zullen worden aangebracht.
Vervolgens is in de akte van levering opgenomen dat de verkoper nog twee kleinere
dakkapellen zal aanbrengen.
Van welke soort verbintenis is na de levering sprake?
Een enkelvoudige verbintenis
Verbintenissenrecht: Rechtsverhouding tussen (rechts)persoon en (rechts)persoon,
meestal van aanvullend recht.
Overeenkomst: Is een meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen met
elkaar een verbintenis aangaan.
Onroerende zaken: De grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met grond
verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werkend die duurzaam met de
grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen
of werken. Onroerend is dus de grond en alles wat daar aan delfstoffen in zit en alles
wat op of in de grond is aangebracht en alles wat daar duurzaam mee is verbonden.
Roerende zaken: Alle zaken die niet onroerend zijn, zijn roerend. Bijvoorbeeld;
meubilair, auto, wasmachine, laptop,..
Duurzaam: Roerend, bijvoorbeeld vast op riool.
Woonboot: Is roerend wanneer hij niet duurzaam met het gebied verbonden is, moet
wel ingeschreven worden, is dus wel een registergoed.
Woonboot is duurzaam verbonden, aangesloten op het riool, vast gebouwd en kan
niet meer verplaatst worden. Is onroerend en moet ook ingeschreven worden en is
ook een registergoed.
3
, Een vliegtuig is roerend en ook en registergoed, dit omdat hij niet duurzaam
verbonden is. Deze moet ook in het kadaster worden ingeschreven. Een auto niet,
een auto op naam is niet hetzelfde als inschrijven.
Dieren zijn geen zaken. Waarom? Als eigenaar/bezitter van een zaak zou je alles
mogen doen en laten met je eigendom/zaak.
Mandelig: Is een vorm van gebonden. Mede-eigendom van bijvoorbeeld een
afscheidingsmuur een heg of een pad. De eigenaren van twee kanten zijn
gezamenlijk eigenaar.
Mandeligheid:
Mandeligheid ontstaat, wanneer een onroerende zaak gemeenschappelijk eigendom
is van de eigenaars van twee of meer erven en door hen tot gemeenschappelijk nut
van die erven wordt bestemd bij een tussen hun opgemaakte notariële akte, gevolgd
door inschrijving daarvan in de openbare registers. Is een afhankelijk recht en kan
niet gescheiden worden van de eigendom van de erven. Een Vording om de
mandeligheid dus te verdelen is dus onmogelijk. Mandeligheid ontstaat vanuit een
rechtshandeling, maar niet door verjaring.
Einde mandeligheid:
- Wanneer de gemeenschap eindigt.
- De bestemming wordt opgeheven.
- Wanneer het nut van de zaak waarvoor de mandeligheid voor elk van de
eigenaren van de erven is gevestigd, is beëindigd.
Bijzonder goed=registergoed. Registergoederen zijn goederen waarvoor inschrijving
in de openbare registers (Kadaster) nodig is, als voorwaarde voor vestiging of
overdracht daarvan. Registergoederen zijn goederen voor welker overdracht of
vestiging inschrijving in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is.
Registergoederen zijn:
- Alle onroerende zaken
- Te boek gestelde schepen of luchtvaarttuigen
- -Aandelen in registergoederen
- Beperkte rechten op registergoederen
Rechten op een onroerende zaak:
- Het appartementsrecht
- Het recht van erfpacht
- Het pandrecht
Erfdienstbaarheid: Last waarmee een onroerende zaak is bezwaard door een andere
onroerende zaak.
Retributie: Periodieke vergoeding bij een erfdienstbaarheid of opstalrecht.
Erfpacht: Zakelijk beperkt recht van de erfpachter om een onroerende zaak van de
eigenaar te houden en te gebruiken.
4