Markt, overheid en middenveld.
HC 1 – In welk land willen wij werken?
Rapport ‘In welk land willen wij werken?’: ingesteld door het kabinet (Koolmees), gaat over een
beleidsvraagstuk. Commissie van juristen hebben een analyse gemaakt over de sociale kwestie van
deze tijd -> ongelijkheid tussen mensen op de arbeidsmarkt (niet iedereen komt mee/ vast of
zelfstandig personeel ect.). Advies hierover? Wie gaat hierover? overheid/ parlement/
staatscommissies/ middenveld/ markt…?
Institutionele analyse -> actoren, individuen en organisaties spelen hun rol binnen een inter-
institutioneel systeem. Een samenspel van ‘institutional orders’ zoals de martkt, overheid, bedrijven,
verenigingen, netwerken en communities. Deze ordes kunnen elk meer of minder invloedrijk zijn en
die positie kan in historische periodes aan verandering onderhevig zijn waarbij ook
‘slingerbewegingen’ voorkomen. Contingentie en padafhankelijkheid zijn hierbij aan de hand.
Uitkomsten kunnen gewenst zijn maar ook (bij nader inzien) ongewenst of zelfs chaotisch zijn ->
(hervomingsmoeras, zie Van Gestel et al., 2009).
Moderne samenlevingen worden doorgaans meer bepaald door de logica van de
institutionele ordes van de overjeid, de markt en bedrijven en minder door bijvoorbeeld
communities, maar daar kan verandering inkomen, mede onder invloed van technologie en
(social)media. Zo zijn netwerken en communities in een moderne vorm duidelijk in opmars
(netwerksociety).
Wicked problems: weerbarstige controversies, duivelse dilemma’s, complexe problemen, brandende
kwesties, taaie problemen ect.
Wicked problems – Rittel en Weber (1973) 10 dimensies.
1. Er bestaan GEEN definitieve probleemformulering, probleemperceptie en omschrijving ->
sprake van een cognitief tekort.
2. Een wicked problem is een never ending story. Er is GEEN definitieve oplossing, er wordt
steeds aan gewerkt.
3. De deal van het moment is satisficing. Beleidsmakers werken aan een satisficing aanpak,
NIET aan maximalisering van doelbereik.
4. Aan een wicked problem wordt langdurig gewerkt, je bent er nooit klaar mee. Er volgen
vaak WEL beleidsaanpassingen, daarom is sprake van een beleidsrevolutie.
5. Een ultieme test ontbreekt, achteraf blijkt pas wat belangrijk is. eigenlijk zou elke schot
raak moeten zijn, maar dat is een te hoge ambitie.
6. Er bestaat GEEN gereedschapskist met hulpmiddelen om een plan te bedenken voor
oplossing van een wicked problem.
7. Elk wicked problem is uniek, precedenten ontbreken en dus valt er niet te koersen op
ervaring of het transferen van ‘best practices’.
8. Ingewikkeldheid -> elk wicked problem is een symptoom van iets anders, een ander
probleem. Er is dus een afbakeningsprobleem.
9. De vele perspectieven -> actoren hebben eigen kennis van en inzichten over oorzaken en
gevolgen. ‘Stakeholders have radically different world views and different frames for
understanding the problem. (…) The solution depends on how the problem is framed en
vice versa’, (Rittel en Weber, 1973).
, 10. Het netwerk; afzonderlijke actoren hebben ieder eigen belangen, perspectieven en
macht. Wat is het verantwoordelijkheidsbesef van de actoren? Springen ze over hun
eigen gelijk heen en kunnen ze zich in een ander verplaatsen?
Kritiek op wicked problems (artikel Arno Korteweg).
Kenmerken van wicked problems zijn NIET goed te operationaliseren in hanteerbare
indicatoren. Dus aanwijzen en detecteren van wicked problems is moeilijk.
Er is sprake van een schaal van ‘wickedness’: van matig wicked tot zwaar wicked. Het
omgaan met wicked problems hoeft niet slechts vanuit één succesvolle aanpak mogelijk te
zijn. vanwege dit schaalargument zal differentiatie in aanpak mogelijk zijn.
De sociale complexiteit is variabel. Bij super wicked problems, zoals het
wereldvoedselvraagstuk is sprake van mondiale actoren.
Verschillende soorten oplossingen.
1. Staat beslist – autoritaire oplossing, maar met welk gezag? Met welke markt? Met welke
legitimiteit?
2. Markt beslist – competitieve benadering houdt in dat er ruimte gezocht wordt om contraire
visies op een probleem uit te werken, tegenover elkaar te stellen en de beste te kiezen. Deze
aanpak maakt het mogelijk om nieuwe ideeën te genereren. Maar wat is het beste? Het
goedkoopste? Het duurzaamste?
3. Samenwerking beslist – in het geval van meerdere actoren: het gaat niet alleen om de
verbinding van perspectief, doelstellingen en middelen. De ‘stakeholders’ ontwikkelen samen
oplossingen die (bij voorkeur) het meest recht doen aan de kijk van alle betrokkenen op de
kwestie. Deze aanpak werkt alleen as de deelnemers ook allemaal betrokkenheid tonen,
conflicten proberen te vermijden of verkleinen en willen gaan voor gedeelde oplossingen.
Positioneringsdriehoek (Mouwen, 2006).
Samenvatting: niveau van analyse ->
organisationeel veld, per veld zijn meerdere
actoren. Daarbinnen patronen van interactie en
samenwerking. Per actor is sprake van een
strategische opstelling.
HC 2 – Het hervormingsmoeras van de
verzorgingsstaat: drie verklaringen.
Rapport ‘In welk land willen wij werken?’: ingesteld in november 2018 -> discussiestuk 20 juni 2019/
eindrapport 23 januari 2020. Er is sprake van een zowel economisch, als sociaal als maatschappelijk
vraagstuk. Niet langer “pleister plakken”, maar nieuwe “sociale kwestie”.
Dit rapport bevat een aantal constateringen -> Constatering cie-Borstlap: de sociale zekerheid is niet
activerend. Het aanpassingsvermogen van de beroepsbevolking is te laag. Externe flexibiliteit is