Het strafrecht houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar feit
hebben gepleegd. Het strafrecht regelt wie een straf kan krijgen en waarvoor. Als een
burger een strafbaar feit pleegt, moet hij verantwoording afleggen aan de overheid, die
hem namens de samenleving een straf kan opleggen.
Het civiele en het burgerlijke recht regels de verhouding tussen burgers onderling
(horizontale werking). Het strafrecht heeft een verticale werking tussen burgers en de
staat.
In het strafrecht kunnen burgers elkaar niet dagvaarden voor gepleegde strafbare feiten.
De enige die een verdachte ven een strafbaar feit voor de strafrechter kan brengen is de
officier van justitie. Hij is een vertegenwoordiger van het staatsorgaan dat belast is met
de vervolging van verdachten (het openbaar ministerie). Hij kan een verdachten
dagvaarden waardoor deze voor zijn daden verantwoording moet afleggen bij de
rechter.
Het recht in eigen handen nemen is in het strafrecht verboden (eigenrichting).
Binnen het strafrechtelijke systeem is er een mogelijk voor slachtoffers van strafbare
feiten om als ‘benadeelde partij’ schadevergoeding te verzoeken aan de strafrechter.
Deze wettelijke voorziening zorgt ervoor dat slachtoffers van strafbare feiten op een
relatief makkelijke manier hun schade kunnen verhalen op de dader.
1.2 Doelen van straffen
De doelen van straffen zijn:
- Generale en speciale preventie
Preventie: Mensen willen geen straf krijgen dus zullen zij gedrag dat mogelijk tot
straf leidt, proberen te voorkomen
Speciale preventie: voorkomen of ontmoedigen, dat de gestrafte wederom in de
fout gaat
Generale preventie: de gestrafte moet een voorbeeld zijn dat potentiële
wetsovertreders afschrikt
- Vergelding
Leedtoevoeging
>Het opleggen van een straf
Genoegdoening
>De dader heeft kwaad afgeroepen op de samenleving, daarom roept de
samenleving kwaad af over hem
, Het opleggen van staf zou ertoe moeten leiden dat minder mensen strafbare feiten
plegen.
1.3 Materieel strafrecht, formeel strafrecht en sanctierecht
Materieel strafrecht: het materiële strafrecht bepaald welk gedrag niet toegestaan is en
welke personen daarvoor kunnen worden gestraft.
Algemene leerstukken die betrekking hebben op de uitsluiting van strafbaarheid
1. Strafbepaling
2. Uitsluiting van strafbaarheid
3. Uitbreiding van strafbaarheid
Formeel strafrecht: strafrechtproces of strafvordering. Dit deel van het strafrecht bepaald
welke regels er moeten worden gevolgd wanneer een norm van het materiële strafrecht
vermoedelijk is overtreden.
Sanctierecht: de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden opgelegd en ten
uitvoer gelegd.
De voorwaarden voor strafbaarheid zijn:
- Menselijke gedragingen
- Wettelijke delictsomschrijving
- Wederrechtelijkheid
- Schuld
1.4 Commuun en bijzonder strafrecht
Commune strafrecht: het strafrecht wat in de wetboeken is opgenomen
Bijzonder strafrecht: de strafbepalingen in andere wetten (bv. De Wet wapens en
munitie en de Opiumwet)
Materieel en formeel strafrecht
,1.5 De invloed van internationaal en supranationaal recht
Supranationaalrechtelijk van aard: regels die een internationale organisatie oplegt waar
de lidstaten bij de organisatie zich aan moeten houden. Het EHRM hoort ook tot het
supranationaal recht.
Strafrecht samenvatting hoofdstuk 2
2.1 Plaats en structuur strafbepaling
Het materiële strafrecht bepaald, welk gedrag strafbaar is. Dit wordt aangegeven door de
wet en rechtspraak. Strafbepaling in de meest volledige vorm bestaat uit:
- Delictsomschrijving
Welke ongewenste gedraging de wetgever strafbaar heeft willen stellen
- Kwalificatie aanduiding
Hoe moet het gedrag in juridisch opzicht worden benoemt
- Strafbedreiging
Welke soort straf mag worden opgelegd en wat het maximum daarbij is
2.2 De opbouw van het strafbare feit in vier componenten
2.2.1 Het vierlagenmodel
Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten.
Cumulatieve voorwaarden waaraan voldaan moet zijn voordat iemand gestraft kan worden:
1. Menselijke gedragingen (MG)
2. Wettelijke delictsomschrijving (DO)
3. Wederrechtelijkheid (W)
4. Schuld als verwijtbaarheid (V)
Dit abstracte model wordt het vierlagenmodel genoemd
2.2.2 De menselijke gedragingen
De eerste voorwaarden voor een strafbaar feit zijn menselijke gedragingen, dit houdt in dat
de gedraging moet zijn verricht door een mens. Alleen personen kunnen worden gestraft
voor het plegen van strafbare feiten. Dit kunnen natuurlijke personen zijn als
rechtspersonen. Bij rechtspersonen kan je denken aan Bv’s, stichtingen en gemeenten.
Verder moet het gaan over een menselijke gedraging. Je kan niet vervolgd of gestraft
worden voor het hebben van een bepaalde gedachten.
Strafprocessueel perspectief: de menselijke gedraging zal uiteindelijk tot uitdrukking moeten
komen in de tenlastelegging. De tenlastelegging is een processtuk waarin staat beschreven
wat de verdachten volgens de officier van justitie, zou hebben verricht. De feiten in de
tenlastelegging zijn de feiten waarvoor hij terecht moet staan.
, Als de tenlastelegging niet bewezen kan worden wordt de verdachte vrijgesproken.
2.2.3 De wettelijke delictsomschrijving
Als tweede voorwaarde voor strafbaarheid geldt dat de menselijke gedraging moet vallen
binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving. Gedragingen zijn pas strafbaar als
zij in de strafwet terug te vinden zijn. Als de menselijke gedraging niet beantwoordt aan de
algemene bewoordingen van een delictsomschrijving, is strafbaarheid dus uitgesloten.
2.2.4 De wederrechtelijkheid
Men zegt dat wederrechtelijkheid betekend: in strijd met het recht. Hier kijken we puur en
alleen naar het al dan niet gerechtvaardigd zijn van de daad.
2.2.5 De schuld
Niemand mag gestraft worden zonder dat hij een bepaalde mate van schuld heeft. Schuld
moet dan worden opgevat als verwijtbaarheid. Daarvan is sprake als men van iemand in
redelijkheid kon vergen dat hij zich anders gedroeg dan hij deed. Als iemand een reëel
gedragsalternatief had, oftewel een andere keuze dan het overtreden van de wet, dan
bestaat en verwijtbaarheid.
2.3 Legaliteit en interpretatie
De strafbepaling moet altijd in het geschreven wet terug te vinden zijn, dit wordt ook wel
legaliteitsbeginsel genoemd. Er bestaan geen gedragingen die strafbaarheid ontlenen aan
ongeschreven recht. De rechter moet in een vonnis ook altijd precies aangeven waar in de
wet het feit dat de verdachte heeft gepleegd strafbaar is gesteld, dit wordt ook kwalificatie
genoemd.
Voor het interpreteren van wetstermen bestaat een aantal methoden. De belangrijkste
interpretatiemethoden zijn:
- Wetshistorische interpretatie: om te kunnen bepalen wat de inhoud is van een
wetsbepaling, wordt gekeken naar de totstandkomingsgeschiedenis van de bepaling
in kwestie. Meestal wordt dan gekeken naar de kamerstukken, zoals memorie van
toelichting bij een wetsvoorstel
- Grammaticale interpretatie: hierbij wordt de inhoud van de wet bepaald aan de hand
van de taalkundige betekenis van de woorden in de desbetreffende bepaling. Ook
wordt gelet op het zinsverband
- Systematische interpretatie: bij de interpretatiemethode wordt de wet uitgelegd aan
de hand van de systematiek van de wet
- Teleologische interpretatie: bij het bepalen van de inhoud van de wetsterm wordt
gekeken naar het doen van de wet(gever)
2.4 Bestanden en elementen
Bestanden:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ZoëSmaal. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,29. Je zit daarna nergens aan vast.