100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting van hoofdstuk 16 voeding en vertering €3,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting van hoofdstuk 16 voeding en vertering

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van hoofdstuk 16 van over voeding en vertering

Voorbeeld 2 van de 7  pagina's

  • 25 januari 2021
  • 7
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5521)
avatar-seller
jrva
10voorbiologie H. 16



Koolhydraten Brandstoffen, (bouwstoffen)
(=suikers)
Vetten Brandstoffen en bouwstoffen
Eiwitten Bouwstoffen (in noodgevallen brandstof)
Mineralen (=zouten) Bouwstoffen
Vitamines Hulpstoffen (werkzaam bij stofwisselingsprocessen)
Water Bouwstoffen, oplosmiddel, steun- en vulmiddel, warmtebuffer,
transportmedium
Bepaalde voedingsstoffen worden in het lichaam opgeslagen als reservestoffen. Reservestoffen
worden vooral als brandstof ingezet.

Koolhydraten kun je onderverdelen in monosachariden (enkelvoudige suikers), disachariden
(tweevoudige suikers) en polysachariden (meervoudige suikers). De mono- en disachariden zijn goed
oplosbaar en smaken zoet. Cellulose is onverteerbaar en is voor de mens een van de belangrijkste
voedingsvezels, onmisbaar voor goede darmwerking. In de dikke darm zijn wel bacteriesoorten die
cellulase bevatten, zodat we toch een beetje energie uit cellulose kunnen halen. In de
celstofwisseling is glucose de brandstof. Koolhydraten zijn naast brandstof ook bouwstof voor
sommige celorganellen. Voorbeelden zijn het DNA en RNA (waarin suikers met fosfaten de helix
vormen) en bepaalde koolhydraten die zich in het celmembraan bevinden.

Vetten behoren tot de lipiden. Alle vetten behoren zijn opgebouwd uit 1 molecuul glycerol en drie
vetzuurmoleculen. Door ons lichaam kan zelf glycerol en ook de meeste vetzuren gemaakt worden.
In je voedsel hoeven dus maar weinig vetten te zitten. Essentiële vetzuren moeten we via voeding
binnenkrijgen. Als onverzadigde vetten niet nodig zijn als bouwstof, leveren ze evenveel energie bij
verbranding.

Eiwitten zijn vooral belangrijk als bouwstof. Wanneer er meer worden opgenomen dan het lichaam
binnen enkele uren kan gebruiken, worden ze afgebroken. Een klein deel kan gebruikt worden als
brandstof. De eiwitten, die je met je voedsel binnenkrijgt, worden in het spijsverteringskanaal
stapsgewijs in aminozuren gesplitst. Deze kunnen weer via de darmwand opgenomen worden in het
bloed.

Voor de assimilatie (opbouw) van onze weefseleiwitten zijn alle 20 verschillende aminozuren nodig.
Een aantal hiervan kunnen we zelf uit andere aminozuren maken: niet-essentiële aminozuren: ze
hoeven niet in je voedsel te zitten. Aminozuren die je niet zelf kunt maken zijn essentiële
aminozuren.

Vlees van zoogdieren is voor ons lichaam een ideale samenstelling van essentiële aminozuren. Door
juiste combinaties te kiezen van plantaardig voedsel kan de ideale verhouding van essentiële
aminozuren ook bereikt worden.

Spoorelementen: mineralen die maar in zeer kleine hoeveelheden opgenomen hoeven te worden.
Ze zijn onontbeerlijk. Voorbeelden zijn fluor, jodium, zink en koper. Vooral groenten bevatten allerlei
mineralen en spoorelementen.

Vitamines zijn organische stoffen die (in vrij kleine hoeveelheden) onmisbaar zijn voor het goed
verlopen van de celstofwisseling. De meeste vitamines kun je niet zelf maken. Deze moeten in je
voedsel zitten. Vitamine D kan alleen aangemaakt worden als er voldoende zon op de huid schijnt. Bij

, een tekort aan vitamines kunnen de verschillende lichaamsfuncties in het gedrang komen. Er
ontstaan gebrekziekten die typerend zijn voor het soort vitamine dat ontbreekt.




Naast natuurlijke conserveringsmiddelen (zout, suiker en zuur) worden ook kunstmatige
conserveringsmiddelen gebruikt. Ook zijn er emulgatoren en stabilisatoren die ervoor zorgen dat
producten goed stevig blijven. Antioxidanten en sulfiet zorgen ervoor dat voedsel er goed uit blijft
zien.

Voedselallergie is het verschijnsel dat iemand op bepaalde voedselbestanddelen overgevoelig
reageert. Bij allergische reacties reageert het immuunsysteem te heftig op vreemde eiwitten.

Mondholte
In de mondholte begint de voedselvertering. Het eten wordt verkleind en vermengd met speeksel.
Een volledig volwassen gebit bestaat uit 32 gebitselementen. Elke kaakhelft bevat 2 snijtanden, 1
hoektand, 2 valse kiezen en 3 ware kiezen.

Een volledig melkgebit bevat slechts de twee valse kiezen in elke kaakhelft. De achterste ware kiezen
zijn de verstandskiezen.

Tong
Op de tong zitten veel tastzintuigjes en warmte- en koudezintuigjes. De zintuigjes op je tong
controleren of het voedsel voldoende fijn verdeeld en gemengd met speeksel is.

Gebit
De tanden zeggen iets over wat het dier eet: snijtanden om voedsel te snijden, hoektanden om iets
stevig vast te houden en kiezen om iets te verkleinen en te vermalen.

- Carnivoor: grote hoektanden en scherpe knipkiezen om zijn pooi te grijpen en in stukken te
snijden.
o Vlees is gemakkelijk verteerbaar en hoeft alleen in slikbare brokken gescheurd te
worden. Daarvoor zijn scherpe puntige kiezen nodig.
o Vleeseters (beren, vossen, honden) bevitten vaak ook knobbelkiezen, omdat ze naast
vlees ook wel vruchten eten.
- Herbivoor: scherpe snijtanden om gras/blad af te snijden, geen of kleine hoektanden en
maalkiezen om het taaie plantaardige voedsel te kauwen.
o De waardevolle voedingsstoffen in plantaardig voedsel bevindt zich in de
plantencellen die omgeven zijn door een taaie cellulosewand: veel herbivoren
herkauwen.
- Omnivoor: niet een erg gespecialiseerd gebit.
o Heeft een gebit dat zowel kan bijten als vermalen. De snij- en hoektanden zijn
geschikt om het voedsel in stukken te bijten. Verder hebben wij knobbelkiezen,
waarmee wij voedsel kunnen vermalen. Door het kauwen wordt de oppervlakte van
het voedsel aanzienlijk vergroot (mechanische vertering). Hierdoor kunnen de
spijsverteringsenzymen er goed op inwerken (chemische vertering).

Voedselbewerking in de mond

In de mondholte monden de afvoerbuisjes van drie paar speekselklieren uit: de onderoor-,
onderkaak- en ondertongspeekselklier. In je speeksel zit veel slijm en het enzym amylase dat

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jrva. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49
  • (0)
  Kopen