College 1 – Fysieke ontwikkeling prenataal en baby
Piaget, Freud, Erikson à Voorbeelden van fasemodellen van ontwikkeling. Van baby tot volwassen.
Ontwikkelingspsychologie.
Ontwikkelingspsychologie = wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit van conceptie tot
ouderdom.
Vier thematische gebieden. (Bio psychosociale ontwikkelingsmodel).
1. Fysiek = fysieke bouw lichaam. Denk aan hersens, zenuwstelsel, spieren, zintuigen, eten, drinken en
slapen.
2. Cognitief = intellectueel vermogen zoals leren, geheugen, oplossen van problemen en intelligentie.
3. Sociaal-emotioneel = Sociale relaties en interactie met anderen. Eigenschappen worden onderscheidt.
4. Persoonlijkheid = eigenschappen die ene persoon van de ander onderscheid
Soorten onderzoeken.
Experimenteel onderzoek = Psycholoog die onderzoek doet naar elementaire psychologische processen.
Longitudinaal onderzoek = Langere tijd. Cohort kinderen volgen. Meerdere keren onderzoeken. Doorloop van
bijvoorbeeld de ontwikkeling met bijbehorende achtergronden.
Continue verandering = Ontwikkeling waarbij prestaties voortvloeien uit anderen (groeien van klein naar
groot).
Discontinue verandering = Tijd in ontwikkeling aparte stappen op stadia.
Kritieke periode = grote gebeurtenis met gevolgen.
Gevoelige periode = gevoeligheid organisme omgevingsinvloeden met betrekking op facet ontwikkeling.
Erfelijkheid en ontwikkeling.
1. Relatieve rol van erfelijkheid.
2. Interactie erfelijkheid en omgeving
a. Nature = aanleg en nurture = omgeving.
Gedragsgenetica = onderzoek effecten van erfelijkheid op gedrag (overeenkomsten).
, (Passief) gen-omgevingseffecten = Genetische aanleg kan de omgeving van een kind op drie manieren
beïnvloeden. Kind groeit meestal op bij ouders, zij creëren een omgeving op basis van genen. Aanleg
eigenschappen erven. Verband genen kind. Kan positief of negatief.
- Actief = Kinderen selecteren of creëren een omgeving die past bij hun genotype. Eigen aanleg
omgeving zoeken.
- Evocatief = Ouders en andere creëren een omgeving in reactie op het genotype van het kind
- Passief = Ouders dragen zowel genen als omgeving over aan hun kind
Belsky (diathesis stress model en differential succeptibility hypothese) = Gevoeligheid voor omgeving van
aanleg en omgeving (succeptibility = gevoeligheid).
Adoptieonderzoek = het daadwerkelijk meten van genen van proefpersonen.
Tweelingonderzoek:
- Homozygoot = eeneiige tweeling
- Heterozygoot = twee-eiige tweeling
Multifactoriële overerving = mengsel van omgeving- en genetische factoren. Genotype zorgt voor bereik en
kan manifesteren. Multi = meer.
Polygenisch overerving = combinatie genenparen verantwoordelijk voor productie specifieke eigenschap.
Fragiel x-syndroom = gevolgen beschadiging chromosomen wat leidt tot beperking.
Prenatale ontwikkeling.
Prenatale ontwikkeling = groei van conceptie tot geboorte.
- Germinaal = bevruchting tot 2 weken (zygote)
- Embryonaal = 2 tot 8 weken na de bevruchting (drie lagen ontwikkelen.
Hersens, zintuigen, ruggenmerg)
- Foetaal = 8 weken tot de geboorte, baby van 22 weken is al levensvatbaar.
Teratogene effect = omgevingsfactoren die leiden tot geboorteafwijking (3-14, FAS).
- Premature baby = minder dan 38 weken na conceptie wordt geboren
- Levensvatbare baby = te vroeg moment geboren, gevolg kan overlijden
- Postmature baby = twee weken na uitgerekende datum nog niet geboren
Geboortegewicht
- Gemiddeld = 3400 gram
- Laag = <2500 gram
- Zeer laag = <1250 gram of minder dan 30 weken in de baarmoeder
Groeivertraagde baby = 90% geboortegewicht door gevolgen foetale groei
Doodgeboorte = geboorte van een kind die niet meer leeft
Zuigelingensterfte = overlijden kind binnen eerste levensjaar
Vragen college 1.
Marietje druk kind. Veel op voetbalveld. Welk omgevingseffect meest aannemelijk? à Actief.
Welk stadia prenatale periode onderscheiden? à Germinaal, embryonaal en foetaal. (GEF-
ezelsbrug)
Wat verstaan we onder teratogene effecten? à Omgevingsfactoren die leiden tot
geboorteafwijking
Voorbeeld teratogene effecten? à Alcohol, drugs, mishandeling, stress, rauw vlees.
Welke fase prenatale ontwikkeling gevoelig voor teratogene effecten? à Foetaal, want baby is vanaf 22 weken vatbaar.
Meetinstrument pasgeboren baby snelle inspectie? à APGAR. (Hartslag, reflex, kleur baby, ademhaling).
Hoeveel weegt baby geboorte? à 3400 gram