Analyse schema Een Nagelaten Bekentenis
Titel: Een nagelaten bekentenis
Auteur: Marcellus Emants
Eerste druk: 1894
Genre: naturalistische psychologische roman
Thema
Ontoereikendheid van de liefde als gevolg van menselijk tekort.
Het niet kunnen opbouwen van een relatie als gevolg van een persoonlijk gebrek. Willem Termeer kan
geen relatie opbouwen omdat hij bijna geen emoties kent.
In een nagelaten bekentenis wordt beschreven hoe een “gedegenereerde” man ertoe komt zijn
vrouw te vermoorden. Termeer probeert deze daad acceptabel te maken door aan te tonen dat de
moord een logisch gevolg is geweest van zijn karakter en levensgeschiedenis, waarbij hij de schuld
min of meer aan zijn voorouders geeft. Hij gelooft dat hij anders is dan de “normale” mensen, die hij
haat. Aan de andere kant wil hij laten zien dat hij helemaal niet zo’n uitzonderlijk geval is, want wat is
normaal? De mens speelt een rol waarachter hij zijn ware ik verbergt. Het verschil tussen de
“zogenaamd deugdzame, normale, maatschappelijke goede mensen en Termeer is alleen dat zij
zichzelf voor de gek houden, terwijl hij wéét dat hij zijn ware natuur verbergt onder een aangenomen
rol.
De samenleving als oplichterij, de liefde als zelfbedrog zijn belangrijke thema’s in het boek. Hoewel
De Kantere Willem probeert te helpen, begeert hij heimelijk naar Anna. Maar Anna wijst hem af en
wil. Anna blijkt hier weer trouw te zijn aan haar huwelijksplichten. Voor Willem is het huwelijk een
grote teleurstelling. Hij denkt meer liefde te vinden buiten zijn huwelijk, maar komt in aanraking met
een vrouw, die alleen in zijn geld geïnteresseerd is.
Samenvatting
Belangrijke eerste zin, want riep veel vragen op. (Normaal is eerste zin om ergens in te leiden,
introductie) wil doorlezen. Boven is het stil, gerbrand bakker: ik heb mijn vader naar boven
gedaan (zelfde idee om 1e zin groot wtf effect te krijgen, wil verder lezen).
Willem Termeer heeft zijn vrouw vermoord. Willem is een onverschillige man die al een tijdje een
groots geheim heeft. Hij wilt dit geheim graag vertellen, daarom besluit hij het op te schrijven, uit
veiligheid. Om zijn daad te kunnen verklaren begint hij zijn verhaal bij zijn jeugd. Willem had een hele
nare jeugd en voelde zich vaak alleen. Hij beschreef zichzelf bijvoorbeeld als, bang, laf, ijdel, oneerlijk
en een egoïst.
Willem gaat naar de H.B.S., maar geen enkele studie past bij hem. Hij gedraagt zich heel schuw,
vooral tegen meisjes, nergens voelt hij zich echt op zijn plaats. Willem zakt voor zijn
toelatingsexamen voor de polytechnische school in Delft. Zijn vader is hier niet blij mee en ze krijgen
ruzie. Wat Willem het ergste vindt is dat zijn ouders hem nooit hebben begrepen, of zelfs maar
vriendelijk toegesproken. Een paar weken na een afgebroken vakantie naar Zwitserland belandt
Willems vader in een gesticht en sterft daar niet veel later. Willem voelt geen enkele emotie. Hij
besluit dat de mensen kennelijk gelijk hebben hem daarom te minachten. Niet lang na zijn vader
sterft Willems moeder ook, aan een longontsteking. Meneer Bloemendael, een verre neef en vriend
van Willems vader wordt Willems voogd. Omdat Willem besluit zijn studie niet af te maken en ook
niet op zoek te gaan naar een baan, laat dhr. Bloemendael hem meerderjarig verklaren en krijgt hij
een ruim inkomen. Willem gaat vervolgens op reis en komt via Brussel, Parijs en Zuid- Frankrijk in
Interlaken aan, in Zwitserland. Hier ontmoet hij een zeer mooie Zweedse, die met haar moeder in
hetzelfde hotel logeert als hij. Aanvankelijk lijkt het wat te worden tussen hem en het Zweedse
, meisje, maar een paar Amerikanen weten het goed te verpesten. Ongelukkig keert hij naar
Nederland terug. Hij neemt zijn intrek in een hotel en besluit zijn levensgeschiedenis op te schrijven
en naar een tijdschrift te sturen. Na een tijdje krijgt hij zijn werk terug met de mededeling dat het te
onbelangrijk is. Hij vat dit op als een veroordeling van zijn leven.
Willem maakt kennis met een burgemeester uit de Achterhoek, die hem een baan aanbiedt. Hij
houdt het twee jaar uit in de Achterhoek en vertrekt dan met Van Dregten, een zielsverwant naar
Amsterdam, omdat Van Dregten daar gaat studeren.
Als Willem dertig wordt begint hij voor het eerst te denken aan trouwen omdat hij liever niet alleen
wil zijn op zijn oude dag. Hij herinnert zich de dochter van de familie Bloemendael en vraagt of hij
daar mag komen logeren. Hij is welkom en ontmoet Anna Bloemendael. Samen musiceren ze wat en
na een aantal dagen besluit Willem zich met haar te verloven en na korte tijd trouwen ze. De eerste
twee jaren gaat het nog behoorlijk goed, als je bedenkt dat Willem trouwde om niet alleen te zijn en
Anna omdat een meisje hoorde te trouwen en Willem de eerste was geweest die haar een aanzoek
had gedaan. Na die eerste twee jaar wordt Anna zwanger. De geboorte verloopt voorspoedig en
Anna is dolgelukkig. Willem kan echter geen enkele affectie voor het kind opbrengen en als het na
anderhalf jaar dood gaat, voelt hij zich zelfs opgelucht. Dit neemt Anna hem ontzettend kwalijk en
vanaf dit moment is er eigenlijk geen liefde meer in hun huwelijk.
De nieuwe buurman, ex-predikant De Kantere, brengt hen ook niet nader tot elkaar. Hij heeft veel
contact met Anna en Willem wordt jaloers. Zijn eerste gesprek met De Kantere is neutraal, maar hun
tweede gesprek is sterk filosofisch en ze zijn het op bijna alle punten oneens. Vanaf dit moment gaan
De Kantere en Willem vaak met elkaar wandelen en Willem legt langzaam maar zeker zijn hele leven
bloot. Ook De Kantere vertelt over zijn leven, zij het in veel mindere mate, en Willem maakt uit wat
De Kantere vertelt op dat ook hij had willen genieten, maar dat ook hij daar niet in was geslaagd.
Ondertussen verslechtert de verhouding tussen Willem en Anna alleen maar. Willem is nog steeds
jaloers op De Kantere en ook slapen hij en zijn vrouw al geruime tijd gescheiden. Willem geeft Anna’s
minachting en hooghartigheid de schuld van al zijn ellende. Tijdens een opvoering van de opera
Carmen waar hij in zijn eentje is ontmoet Willem Carolien en weet hij zijn verlegenheid van zich af te
zetten. Carolien wordt dan een obsessie van Termeer. Bij Carolien vindt Willem zo ongeveer alles wat
hij op zoveel plaatsen gezocht had. Natuurlijk had hij liever gewild dat het echte liefde was en niet
voor geld, maar “is een roos minder mooi, als hij gevoed wordt met drek?” Carolien vindt het
maandgeld dat Willem betaalt echter te laag en eist meer geld. Willem belooft er over na te zullen
denken. De volgende dag kan Carolien hem niet ontvangen, omdat er iemand anders bij haar is. Bij
zijn volgende bezoek belooft Willem het gevraagde geld te betalen als Carolien belooft nooit een
ander te ontvangen. Carolien belooft dit, maar de volgende keer is de ander er weer. Willem is
woedend en slaat een ruit van de voordeur in met zijn wandelstok. Hij bedrinkt zich in de kroeg en
besluit bij zijn schoonvader zijn effecten op te vragen en met Carolien het land te verlaten. Als
Willem thuis komt, slaapt Anna al, maar is ze vergeten haar deur op slot te doen. Willem gaat naar
binnen en verbaast zich erover dat Anna niet wakker wordt. Dan ziet hij twee flessen chloraal staan
en herinnert zich dat Anna dit slaapmiddel al gebruikt sinds hun kind is overleden omdat ze daardoor
niet zou kunnen slapen. Hij aarzelt niet lang en laat de slapende Anna de eerste fles chloraal
helemaal leeg drinken en van de tweede zoveel lepels, totdat het gevaarlijke en dodelijke
slaapmiddel vanzelf terugloopt. Anna sterft nog diezelfde nacht. Iedereen denkt dat het zelfmoord is,
hoewel de dokter enige bedenkingen heeft. Maar deze besluit Justitie niet te waarschuwen, omwille
van de familie van Anna. Hij meldt de zelfmoord wel, maar Justitie neemt genoegen met zijn
verklaring. Hij weet niet of hij berouw heeft of dat hij ook zichzelf voor de gek houdt. Willem vraagt
zich na de begrafenis af of hij Carolien ooit nog zal durven bezoeken. Het boek eindigt met de vraag:
“ Als ik haar nu eens alles bekende en tegelijkertijd de beschikking aanbood over mijn hele fortuin;
zou ze me dan om die daad…….om die misdaad…niet willen..niet kunnen….liefhebben?”