Ecosysteem: een min of meer afgebakend gebied met organismen en biotische en abiotische relaties. Dankzij kringlopen
heeft een ecosysteem nauwelijks uitwisseling van stoffen met ander ecosystemen.
Functie brandstof: Verlaat het ecosysteem:
Producent: Bouwen zichzelf op Autotroof
een organisme dat een anorganische stof omzet in
een organische stof
Fotosynthese organische stoffen
Consumenten: Groei en energiebron Heterotroof Warmte
een organisme dat hun organische stoffen uit
andere organismen halen (herbivoren
carnivoren)
Detrituseters: Voedsel
dieren die dode resten van planten en dieren eten
en reducenten:
een organisme dat organische stoffen omzet in
anorganische stoffen.
Mineralen
Producenten
…
Draagkracht: de maximale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden. Bepalend voor de draagkracht is de
beperkende factor. Verdwijnt de beperking, dan neemt de draagkracht toe.
Populatiedynamiek: het voortdurend veranderen van de populatiegrootte.
het ecosysteem verandert. De aantallen van een soort nemen bijv. af of juist toe. Ook abiotische factoren beïnvloeden
het ecosysteem. Deze veranderingen zijn niet permanent.
Verstoringen in ecosystemen: blijvende, snel optredende veranderingen. Dit kan gebeuren door bijv. een overstroming
waarbij alle organismen wegvagen.
Plagen ontstaan doordat er geen predatoren zijn en daardoor prooidieren zich ongehinderd voort kunnen planten.
3.2
Biomassa: het totaalgewicht van de organismen binnen een ecosysteem.
Biologen gebruiken het drooggewicht (gewicht min het water), dit is namelijk een goede maat om te kijken hoeveel
energierijke delen een organisme bevat.
, Elke staaf in een voedselpiramide is een maat voor de biomassa. Daaruit is te zien hoeveel gram producten nodig is om de
consumenten in leven te houden. De staven worden ook wel trofische niveaus genoemd. Hoe complexer een ecosysteem,
hoe meer trofische niveaus. Het aantal trofische niveaus is echter wel beperkt door het verdwijnen van energie.
P: alle producenten van een ecosysteem samen
C1: planteneters
C2: dieren die planteneters eten
C3: consumenten van de derde orde
…
Met een voedselpiramide kan je meer zien dan alleen de biomassa. De grootte van een laag is ook een maat voor de
energie op dat trofische niveau.
Een deel van de gegeten organische stoffen is onverteerbaar en verlaat het lichaam als uitwerpselen energie gaat
verloren.
Een ander deel gebruikt hij als energiebron voor zijn levensprocessen.
Hij gebruikt 10% als bouwstof voor zijn lichaam.
Heterotrofe organismen: organismen die organische stoffen met hun voedsel opnemen. Ze gebruiken deze stoffen als
brand- en bouwstof (consumenten en reducenten)
Autotrofe organismen: organismen die uit energiearme anorganische stoffen, energierijke organische stoffen maken.
Autotrofe organismen staan aan de basis van de voedselpiramide. Ze leveren de bouw- en brandstoffen (=energie) voor
het hele ecosysteem. De gevormde organische stof is de primaire productie van het ecosysteem.
Primaire productie: de hoeveelheid organische stoffen die producenten maken. (g/opp./jaar g/volume/jaar)
Hierbij is de snelheid waarmee populaties groeien erg belangrijk. Ze kunnen elkaar op de ze manier opheffen.
In een energiestroomschema staan de hoeveelheden organische stof die van toepassing zijn. De breedte van de bundels
geeft de hoeveelheid energie aan.
I Intake, hoeveelheid organische stof met energie-inhoud
F Feces, energie in uitwerpselen
A Deel in het bloed van de vogel = I - F
R Energie voor activiteiten/ verbranding
P Energie blijft als bouwstof = A – R = I – F – R
Eutrofiëring: verrijking van water met voedingsstoffen. Treedt op door een grote aanvoer van meststoffen voor algen.
Door de extra toevoer kunnen algenpopulaties snel groeien: algenbloei
Dat is een explosieve toename van de biomassa van fytoplankton en andere algen. Door algenbroei ontstaat er troebel
water. Omdat bacteriën, dode algen afbreken en dat veel zuurstof kost, ontstaat er zuurstoflooswater, waardoor
organismen sterven.
De factoren die de groei van algen beïnvloeden:
Licht: is niet beperkend voor de primaire productie
Voedingsstoffen: beïnvloedt de primaire productie, is niet beperkend voor de biomassa
Temperatuur: is niet beperkend voor de biomassa
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dominiquegeerdink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.