Onderdeel 1. Problemen van de pasgeborene en de zuigeling
Doelen
De student kan:
1. de ontwikkeling en groei van de pasgeborene en de zuigeling beschrijven
ten aanzien van lengte, gewicht, schedelomtrek, reflexen en motorische
ontwikkeling;
2. de verschillende groeicurves beschrijven en de betekenis ervan aan
anderen uitleggen;
3. de opvang van de pasgeborene beschrijven en de Apgarscore uitleggen;
4. de normaalwaarden van de vitale parameters beschrijven;
5. het begrip asfyxie van de pasgeborene uitleggen;
6. de meest voorkomende mechanische geboortetraumata beschrijven;
7. een beschrijving geven van kenmerken en verschijnselen van de à terme
pasgeborene t.a.v.:
a. definitie à terme,
b. huidverschijnselen (vernix, milia, erythema neonatorum),
c. vaatafwijkingen (ooievaarsbeet, hemangioom, wijnvlek, mongolenvlek),
d. schedel (cefaalhematoom, caput succedaneum, moulage,
schedelnaden, fontanellen),
e. mamma (mastitis neonatorum, colostrum),
f. uitscheiding (urine en meconiumlozing),
g. reflexen (Moro-, grijp-, zuig-, zoekreflex);
8. de bilirubinestofwisseling beschrijven, met oorzaken, verschijnselen en
behandeling van fysiologische en pathologische icterus;
10. de respiratoire oorzaken, verschijnselen en behandeling van IRDS en
wetlung beschrijven;
11. de oorzaken, verschijnselen en behandeling van GBS en Chlamydia
infecties beschrijven;
12. een beschrijving geven van de definitie, oorzaken, kenmerken en
complicaties van:
a. prematuriteit,
b. serotiniteit,
c. dysmaturiteit,
d. macrosomie.
,1. de ontwikkeling en groei van de pasgeborene en de zuigeling beschrijven
ten aanzien van lengte, gewicht, schedelomtrek, reflexen en motorische
ontwikkeling;
De a terme geborene heeft een lengte van 50-55 cm. De lengte bij 1 jaar ligt
tussen de 72-82 cm. Daarna groeit het kind 5-8 cm per jaar.
Het gewicht van de a terme geborene ligt tussen de 6-8 pond. De
pasgeborene mag in de eerste week 5-10% van het geboortegewicht
verliezen. Het eerste kwartaal groeit het kind 150-175 gram per week. Bij 5
maanden is het geboortegewicht verdubbeld en bij 1 jaar verdrievoudigd.
Vervolgens komt het 2-3 kg per jaar aan.
De schedelomtrek bij de geboorte is de helft van de lengte + 10 cm,
gemiddeld 35 cm. Na afmeting van het hoofd is dat bij baby’s ¼ van het
lichaam, bij volwassenen 1/8. In de 15-18 maand sluit de grote fontanel. De
schedelnaden zijn bij 5-6 maanden geheel gesloten.
Bij de geboorte beweegt het kind ongecoördineerd. Relatief snel leert het
zich om te rollen, te gaan zitten, staan, enz.
Casus
Zwangerschap
§ Moeder 34 jr
§ G2-P1à G = Gravida (zwachterschap) P= Para (bevallingen)
§ Veel last van hyperemesis gravidarum à Extreme misselijkheid.
§ Echo 20 weken: Gemelli graviditeit à Gemelli =Tweeling
§ Amenorroeduur 36 weken (amenorroe = zwagerschap duur)
Amenorroe = menstruatie
§ 24 uur gebroken vliezen
,Voor 37 weken bevallen is prematuur.
Na 42 weken is senatuur
Casus Partus 1:
§ Spontane partus in hoofdligging
§ Jongen 1 (Bassie)
§ Apgarscore 9 en 10
§ Geboortegewicht 2375 gr. (P20) à P50 is gemiddeld
à Bij een P10 ben je te licht voor de zwagerschap duur, dit moet je
dysmateur.
§ Cefaalhematoom à geboorte trauma.
2. de verschillende groeicurves beschrijven en de betekenis ervan aan
anderen uitleggen;
, 3. de opvang van de pasgeborene beschrijven en de Apgarscore uitleggen;
Aflezen na 1 en 5 min. (eventueel ook na 10 min.)
7-10 na 5 min → geen asfyxie → goede prognose
4-6 na 5 min → matige asfyxie → klein risico op neurologische schade
0-3 na 5 min → ernstige asfyxie → groot risico op neurologische schade
4. de normaalwaarden van de vitale parameters beschrijven;