Hoofdstuk 1 - Organisatie
1.1 Begrip organisatie:
- Functioneel: effectief op elkaar afstemmen van activiteiten
- Institutioneel: referentie aan een organisatie als object
- Instrumenteel: Organisatie als middel waarmee we bepaalde doelstellingen kunnen
verwezenlijken.
Organisaties zijn menselijke samenwerkingen die doelgericht en blijvend zijn. Sommige van
die organisaties zijn een bedrijf. Een bedrijf is een (speciaal type) organisatie die goederen
en/of diensten voortbrengt om deze op een afzetmarkt te verkopen. Er zijn bedrijven die dat
doen met of zonder winstoogmerk. Het type bedrijf dat werkt met winstoogmerk noemen we
onderneming.
1.2 Managementrollen door Henry Mintzberg:
- Interpersoonlijke rollen:
o Boegbeeld
o Leider
o Verbindingspersoon
- Informationele rollen:
o Waarnemer
o Verspreider
o Woordvoerder
- Besluitvormende rollen:
o Ondernemer
o Oplosser
o Besluitvormer
o Onderhandelaar
1.3 DESTEMP-analyse:
Bij de DESTEMP-analyse van de omgeving stellen we twee vragen:
1. Welke factoren (onder andere sociaal, technologisch, economisch en politiek) uit de
indirecte omgeving beïnvloeden de organisatie?
2. Welke van deze factoren vormen nu of in de toekomst kansen of bedreigingen voor
de organisatie? Tabel 1.1 van het tekstboek geeft onder (veel) meer de volgende
voorbeelden van deze factoren:
Sociale: demografie, sociale mobiliteit, levensgewoonten
Technologische: overheidsuitgaven voor research, snelheid van de veroudering van
technologie
Ecologische: conjunctuur, levensfase van de bedrijfstak, trend van het BNP, rentestand
Politieke: belastingklimaat, arbeidsrecht, politieke stabiliteit
1.4 Managementniveaus:
Op topmanagementniveau houdt men zich bezig met het interpreteren van signalen van de
buitenwereld.
Vooral op het middenmanagementniveau houdt men zich bezig met het vertalen van plannen
voor de onderliggende laag. Het uitvoerend niveau heeft geen onderliggende laag. Het
topmanagement hoeft niets te vertalen dat van boven hen komt (er gaat niets boven de top).
Het middenmanagement is het doorgeefluik, de vertaler.
, Vooral op het operationele managementniveau moet men leren delegeren. Omdat men
voorheen zelf de operationele taken uitvoerde moet men na bevordering tot operationeel
manager dit vooral leren loslaten.
1.5 Omgevingsmodel van Stoner en Freeman
1. De ring uit het model waarin de interne belanghebbenden zitten bevat de werknemers, de
aandeelhouders en raad van bestuur en de cultuur.
2. De ring uit het model waarin de externe belanghebbenden zitten bevat leveranciers,
overheden, media, pressiegroepen, klanten, enzovoort.
3. De indirecte omgeving betreft de buitenste ring van het model, waarin de sociale,
economische, politieke en technologische variabelen zitten.