Goederenrecht 2
Week 1: herhaling jaar 1
Goederen bestaan uit:
- Zaken, 3:2 BW
• Onroerend 3:3 lid 1 BW
• Roerend 3:3 lid 2 BW
• Dieren 3:2a BW
• Registergoederen 3:10 jo. 3:16 BW
- Vermogensrechten, 3:6 BW
Bestanddelen: onderdeel dat géén zelfstandig bestaan leidt, 3:4 BW
Natrekking: zaak verliest zelfstandig bestaan doordat het onderdeel wordt van een andere zaak, art.
3:4 BW
Zaaksvorming: van meerdere voorwerpen wordt één voorwerp met een nieuwe identiteit gevormd,
art. 5:6 BW
Rechten
- Beperkte rechten: rechten die zijn afgeleid uit een meer omvattend recht, art. 3:8 BW
- Afhankelijke rechten: volgen het recht waaraan zij verbonden zijn, kunnen geen zelfstandig
leven leiden, art. 3:7 jo. 3:82 BW
- Absoluut: werken tegen eenieder
- Relatief: werken alleen tussen partijen
Beperkte rechten: dit zijn dus rechten die zijn afgeleid uit een meer omvattend recht dat met het
beperkte recht is bezwaard, art. 3:8 BW. De beperkte rechten zijn onder te verdelen in:
- Genotsrechten: dit geeft de beperkt gerechtigde een recht op feitelijk gebruik van het goed
waarop het genot rust
- Zekerheidsrechten: rechten die ertoe strekken om de daaraan onderworpen goederen een
vordering tot betaling van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen.
Vruchtgebruik
art. 3:201 BW
Opstal
art. 5:101 BW
Genotsrechten
Erfpacht
art. 5:85 BW
Erfdienstbaarheid
Beperkte rechten
art. 5:70 BW
Pand
art. 3:227 BW
Zekerheidsrechten
Hypotheek
art. 3:227 BW
Vestigen beperkte rechten:
Volgens de regels van 3:84 jo. 3:98 (schakelbepaling) jo. 3:81 BW
1
,Goederenrecht 2
Genotsrechten:
- Vruchtgebruik, art. 3:201 e.v.
Recht om goederen die aan een ander toebehoren te gebruiken en daarvan de vruchten te
genieten
- Erfdienstbaarheid, art. 5:70 e.v.
Een last waarmee een onroerende zaak (dienende erf) is bezwaard ten behoeve van een
andere onroerende zaak (heersende erf) bestaande uit iets te dulden of na te laten.
- Erfpacht, art. 5:85 e.v.
Een zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft andermans onroerende zaak te
houden en te gebruiken.
- Opstal, art. 5:101 e.v.
Een zakelijk recht om in, op of boven de grond van een ander gebouwen, werken of
beplantingen in eigendom te hebben. Opstal doorbreekt natrekking.
Zekerheidsrechten:
Pand en hypotheek zijn bijzondere verhaalsrechten, gegoten in de vorm van een beperkt recht
waaraan verhaalsrecht met voorrang verbonden is. Deze rechten geven géén recht tot gebruik en
genot van het goed waarop zij rusten, maar de bevoegdheid om met voorrang de vordering tot
zekerheid te verhalen. Daarnaast zijn dit afhankelijke rechten, wat betekent dat zij het goed volgen
waarop zij rusten, art. 3:7 jo. 3:82 BW.
Pand en hypotheekhouders zijn separatist in geval van een faillissement, wat betekent dat zij hun
rechten kunnen uitoefenen alsof er geen faillissement is, art. 57 lid 1 Fw.
Hypotheek → op registergoederen
Pand → overige goederen
Vorderingen
Relatieve rechten die kunnen worden vervreemd en bezwaard, onder te verdelen in:
- Vorderingsrechten op naam, 3:94 BW
• Vatbaar voor overdracht
• Levering middels akte + mededeling aan schuldenaar
- Vorderingsrechten aan toonder, 3:93 BW
• Recht staat op toonderpapier
• Vatbaar voor overdracht
• Levering conform 3:90 BW door feitelijke bezitsverschaffing van het toonderpapier
- Vorderingsrechten aan order, 3:93 BW
• Vatbaar voor overdracht
• Recht staat op orderpapier
• Levering conform 3:90 door feitelijke bezitsverschaffing + ondertekenen orderclausule
op achterkant van orderpapier
Overdracht vorderingsrechten: 3:94 BW
- openbare cessie (lid 1), hierbij wordt er geleverd middels een notariële of onderhandse akte
en wordt er een mededeling gedaan aan de schuldenaar
- stille cessie (lid 3), hierbij wordt er geleverd middels een notariële of onderhandse akte,
registratie bij de belastingdienst en wordt er geen mededeling gedaan aan de schuldenaar.
2
, Goederenrecht 2
Eigendom:
Het meest omvattende recht, 5:1 BW.
Bezit en houderschap: 3:107, 108
- Bezitter → houdt voor zichzelf
- Houder → houden van het goed voor een ander
Een houder wordt vermoed bezitter te zijn
Goeder trouw: 3:11 BW
Verkrijging goederen:
Verkrijging, 3:80 BW
- Onder algemene titel
- Onder bijzondere titel
• Derivatief → verkrijger ontleent recht aan voorganger
• Originair → verkrijger ontleent recht niet aan voorganger, maar recht ontstaat bij
hem
Verlies van goederen, 3:80 BW
- Absoluut verlies → het goed gaat teniet
- Relatief verlies → iemand anders wordt rechthebbende van het goed
Overdraagbaarheid van goederen
Alleen voor overdracht vatbare goederen kunnen worden overgedragen, art. 3:83 BW:
- Eigendom
- Beperkte rechten
- Vorderingsrechten
• Tenzij wet of aard van het recht zich tegen verzet
Overdracht 3:84
- Geldige titel
• Causaal overdrachtsstelsel → zonder geldige titel, geen overdracht
• Titel kan komen te vervallen
▪ Nietigheid → in strijd met openbare orde 3:40 BW
▪ Vernietigbaarheid → met terugwerkende kracht 3:53 BW
• Ongeldige titel krachtens 3:84 lid 3 BW
▪ feduciaverbod
- Beschikkingsbevoegdheid
• Bevoegd zijn goed te vervreemden of te bezwaren
• Wie?
▪ Zaken → eigenaar
▪ Beperkte rechten → beperkt gerechtigde
▪ Vorderingsrechten → crediteur
• Belangrijke uitzondering is faillissement art. 23 Fw
- Levering
• Onroerende zaken en registergoederen → notariële akte + inschrijving registers
• Roerende zaken, niet -registergoederen → bezitsverschaffing / machtsverschaffing
• Rechten aan toonder / order → papier overdragen (+ order vereist endossement)
• Rechten op naam → akte + mededeling schuldenaar
• Toekomstige goederen → bij voorbaat 3:97
• Beperkte rechten → 3:84 jo. 3:98
3