Ontwikkeling van talent en motivatie hoorcolleges
Positve Psychology – the science of happiness and
flourishing
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 – een introductie van positieve psychologie................................................................................2
Hoorcollege 1 – een introductie van positieve psychologie.............................................................................9
Hoofdstuk 2 – fundamenten van emoties, motivatie en de oorsprong van welzijn........................................13
Hoorcollege 2 – het fundament: Emotie, motivatie en welbevinden.............................................................23
Hoofdstuk 3 – Subjectief welzijn................................................................................................................... 30
Hoorcollege 3 – subjectief welbevinden....................................................................................................... 40
Hoofdstuk 4 – Vrije tijd, flow, mindfulness en topprestaties.........................................................................47
Hoorcollege 4 – Positieve psychologie interventie........................................................................................53
Hoorcollege 5 – Vrijetijdsbesteding, flow, piekprestaties..............................................................................60
Hoofdstuk 5 – liefde en welzijn.................................................................................................................... 65
Hoofdstuk 7 – Excellentie, esthetiek, creativiteit en genialiteit.....................................................................71
Hoofdstuk 6 – Positieve gezondheid............................................................................................................. 83
Hoofdstuk 8 – Welzijn over de levensloop.................................................................................................... 96
Hoorcollege 8 – Welbevinden gedurende de levensloop...............................................................................98
Hoofdstuk 9 – Optimaal welbevinden......................................................................................................... 106
Hoorcollege 9 – Optimaal welbevinden...................................................................................................... 106
Hoorcollege 10 – Succesful aging................................................................................................................ 113
Hoorcollege 11 – positive institutions......................................................................................................... 120
,Hoofdstuk 1 – een introductie van positieve psychologie
In 1998 herinnerde Seligman men eraan dat de oorspronkelijke missie van psychologen is om
de kracht van mensen op te bouwen en genialiteit koesteren. Deze ‘nieuwe’ discipline werd
positieve psychologie genoemd. Het moest onderzoek naar psychologisch welzijn en gebieden
van menselijke krachten vergroten.
Positieve psychologie gaat om het gebruiken van psychologische theorieën, onderzoeken en
interventietechnieken om de positieve, adaptieve, creatieve en emotioneel bevredigende
aspecten van menselijk gedrag te begrijpen. Het wordt beschreven als de wetenschappelijke
studie naar de kracht en waarden van gewone mensen. Het is een poging om psychologen een
meer open en dankbaar perspectief te geven op het menselijk potentieel, motieven en
capaciteiten. Positieve psychologie is de wetenschappelijke studie naar hetgeen dat
individuen en gemeenschappen laat opbloeien.
De dimensies van positieve psychologie
1. Het subjectieve niveau kijkt naar positieve subjectieve staten/positieve emoties zoals
blijdschap, plezier, tevredenheid, liefde, intimiteit en voldoening. Het heeft ook
betrekking op constructieve cognities zoals optimisme, hoop, energiek, vitaliteit en
vertrouwen.
2. Het individuele niveau focust zich op positieve individuele kenmerken of de
positieve gedragspatronen die terugkomen bij mensen. Denk hierbij aan moed,
vasthoudendheid, eerlijkheid en wijsheid. Vroeger werden dit karakterkrachten en
waarden genoemd.
3. Het groeps-/sociaal niveau focust zich op de ontwikkeling, creaties en behouden van
positieve instituties. Het kijkt naar de burgerlijke waarden/deugden, de creatie van
gezonde families en gezonde werkomgevingen. Het kijkt naar hoe instituties de
mensen die zij moeten voorzien van diensten het beste kunnen steunen.
Positieve psychologie is de wetenschappelijke studie naar het menselijk functioneren en
opbloeien op meerdere niveaus zoals biologisch, persoonlijk, relationeel, institutioneel,
cultureel en globale dimensies.
De reikwijdte van positieve psychologie
Het gebied van positieve psychologie is enorm breed. Psychologen worden aangemoedigd om
aandacht te geven aan hetgeen wat mensen goed doen. Toen ze achter de manieren kwamen
waarop mensen ‘slagen’ in het leven, werden deze kenmerken en gedragingen de focus van
onderzoek.
Basis thema’s van positieve psychologie
Het goede leven
Positieve psychologie draait in wezen om de elementen en voorspellers van het goede leven.
Deze term komt uit de filosofie. Het idee van het goede leven gaat over wat de grootste
waarde heeft in het leven, dat is het grootste goed. Als dit wordt toegepast op het menselijk
leven gaat het over de factoren die bijdragen aan een goed geleefd en voldoening gevend
leven.
Kwaliteiten die helpen bij het definiëren van het goede leven zijn deze die ons leven
verrijken, het waard maken om te leven en een sterk karakter koesteren. Seligman definieerde
het goede leven als het gebruiken van je krachten om elke dag blijdschap en voldoening te
creëren.
Het is een combinatie van drie elementen
- Positieve verbindingen met anderen: de mogelijkheid om lief te hebben, altruïsme,
mogelijkheid om te vergeven en de aanwezigheid van spirituele connecties
, - Positieve individuele karaktertrekken: integriteit, mogelijkheid om te spelen en
creatief te zijn en aanwezigheid van deugden/waarden (moed en nederigheid)
- Kwaliteiten om het leven te reguleren: gevoel van individualiteit of autonomie, hoge
zelfcontrole en de aanwezigheid van de wijsheid om een gids te zijn voor je gedrag
Positieve emoties zijn belangrijk
Positieve emoties en adaptieve gedragingen zijn belangrijk voor het leven van een voldoening
gevend en productief leven. Psychologie is erg gericht op sociale en persoonlijke problemen.
Positieve psychologie suggereert dat het onderzoeken van positieve emoties kan helpen om de
sociale en persoonlijke problemen onder controle te krijgen.
Het bewustzijn van psychologische krachten bij mensen kan hen helpen om te
herstellen van psychologische problemen. Een huidig gebrek aan welzijn kan helpen bij het
ontwikkelen van een depressie. Nieuwe vormen van psychotherapie focust zich meer op de
ontwikkeling van positieve emoties en adaptieve coping strategieën in plaats van op negatieve
emoties, interne conflicten en angsten gevormd in de kindertijd. Het blijkt dat dit soort
therapieën even succesvol kunnen zijn. Het kan toegevoegd worden aan traditionele therapie
voor meer succes.
Recent onderzoek steunt ook het belang van positieve emoties en adaptieve
gedragingen op bepaalde positieve uitkomsten in het leven. Het blijkt dat mensen die meer
positieve emoties ervaren een groter succes hebben op meerdere gebieden van het leven in
vergelijking met mensen die negatiever georiënteerd zijn. Men die meer positieve emoties uit
blijkt meer tevreden te zijn met hun leven, hebben meer belonende interpersoonlijke relaties,
zijn productiever op en blijer met hun werk, zijn behulpzamer, hebben een grotere kans op het
behalen van doelen in het leven, zijn fysiek gezonder, hebben meer weerstand tegen ziektes
en leven zelfs langer. Het werkt twee kanten op; succesvol zijn leidt tot meer positieve
emoties, maar positieve emoties leiden ook tot meer succes.
Mensen kunnen bloeien en gedijen
Positieve psychologie doet onderzoek naar wat mensen goed doen in het leven. Te vaak heeft
psychologisch onderzoek een overduidelijk vooroordeel over de assumptie dat mensen
onwetende pionnen zijn van hun biologie, hun kindertijd, hun culturele conditionering en
onbewuste motieven. Positieve psychologen zien dat de meeste mensen zich prima weten aan
te passen aan de pieken en dalen van het leven. Een basisaanname van de positieve
psychologie is dan ook dat mensen vaak getrokken worden door de toekomst, misschien wel
meer dan gedreven door het verleden.
De positieve psychologie doet onderzoek naar mensen die zich enorm goed aan passen
aan het leven en de dalen die het kan hebben. Zij willen begrijpen hoe mensen die hoge
niveaus van bloeien kunnen halen.
Keyes en Lopez hebben een classificatiesysteem gemaakt dat basistermen voor de
positieve psychologie heeft opgeleverd. Ze hebben een viervoudige typologie gemaakt of
mentale gezondheid. Mensen die hoog scoren op welzijn en laag op mentale ziektes zijn
flourishing. Flourishing is een term wat gebruikt wordt in vele gebieden van de positieve
psychologie om hoge niveaus van welzijn te beschrijven. Iemand is struggling wanneer
iemand hoge niveaus van welzijn en hoge niveaus van mentale ziektes heeft. Floundering
zijn mensen met lage niveaus van welzijn en hoge niveaus van mentale welzijn. En tot slot
languishing is lage score van welzijn en lage score van mentale ziektes. Deze laatste hebben
geen mentale ziektes, maar zijn ook niet tevreden over het leven.
Keyes en Lopez brengen hun systeem naar een hoger niveau door te kijken naar de
eerder gebruikte definities van welzijn. Zij suggereren dat complete mentale gezondheid een
,combinatie is van hoge emotionele welzijn, hoge psychologisch welzijn, hoge sociale welzijn
en weinig mentale ziektes.
Hoge emotioneel welzijn/emotionele vitaliteit is aanwezig wanneer mensen blij en
tevreden zijn over het leven. Psychologisch welzijn is wanneer men zich competent en
autonoom voelt, wanneer er sprake is van zelfacceptatie, ze een doel heeft in het leven,
persoonlijke groei doormaakt en positieve relaties heeft met anderen. Sociaal welzijn is
wanneer men positieve houdingen heeft ten opzichte van anderen, gelooft dat sociale
verandering mogelijk is, een bijdrage levert aan de maatschappij, gelooft dat de sociale wereld
te begrijpen is en wanneer men zich onderdeel voelt van een grote sociale gemeenschap.
Sociaal welzijn wordt gemeten aan de hand van vijf dimensies: sociale acceptatie, sociale
actualisatie, sociale contributie, sociale coherentie en sociale integratie.
Flourishing, struggling, floundering en languishing kunnen toegepast worden op deze
drie dimensies. Daardoor heb je 12 classificaties van mentale gezondheid.
Keyes heeft onderzoek gedaan naar zijn model onder de algemene populatie tussen de
25 en 74 jaar. Hij vond:
1. Het hebben van veel mentale ziektes verminderd de mentale gezondheid. Maar hij
vond ook dat men veel mentale ziektes kon ervaren en een hoge mentale
gezondheid = struggling.
2. 18% van de steekproef was flourishing als ze hoog scoorde op minstens één
meting van welzijn en minstens zes metingen van positief functioneren.
3. Hij concludeerde dat therapeutische interventies om mentale ziektes te elimineren
niet automatisch het welzijn verbeterd. Om het welzijn te verbeteren zijn er
misschien andere types interventies nodig.
Compassie en empathie zijn belangrijk
Veel onderzoek in de psychologie was gebaseerd op de assumptie dat mensen worden
gedreven door motivaties zoals agressie, egoïsme en het behalen van simpel plezier. Het feit
dat mensen samenleven in sociale groepen was een kleine stap naar geweld.
Er waren wel theoretici die potentieel zag in mensen voor samenwerken, zorgen en
empathie. Adler en Jung geloofden dat positieve kenmerken ook aangeboren waren. Maar
veel onderzoekers dachten dat zelf positieve gedragingen, zoals altruïsme, uiteindelijk
voortkwamen uit egoïstische motieven.
Een nieuwe visie op mensen komt op door psychologisch onderzoek dat gericht is op
menselijke socialisatie en de mogelijkheid om te leven in groepen, zij zien hier positieve
karaktertrekken. Dit nieuwe perspectief ziet zelf dat het verlangen om anderen te helpen en
samen te werken aangeboren is. Onderzoek laat zien dat een grotere capaciteit van empathie
geassocieerd is met meer positieve relaties. Een ander onderzoek laat zien dat de zelfwaarde
van mensen kan groeien door te zien dat anderen helpen werkt. Het kan zo zijn dat iets goeds
doen een buffer is tegen het slecht voelen.
Mensen hebben positieve sociale relaties nodig
Welzijn is niet enkel een individueel aspect. Positieve psychologie omarmt het idee van
positieve sociale omgevingen.
Hierbij moet wel beseft worden dat er verschillen bestaan tussen de manier waarop
culturen blijdschap en het goede leven conceptualiseren, aanmoedigen en het de kinderen
leren. De zoektocht naar blijdschap lijkt universeel te zijn. Maar er zijn wel verschillende
ideeën over wat blijdschap is. Een groot verschil is tussen culturen die blijdschap zien als een
emotie die bereikt wordt door individuen en door hun eigen moeite die zij ervoor doen en dan
heb je nog de culturen die blijdschap een meer collectieve ervaring vinden.
,Krachten en deugden zijn belangrijk
In positieve psychologie draait het veelal om deugden, waarden en karakterontwikkeling.
Positieve psychologie speelt een rol in het onderzoeken van waarden.
Wetenschappelijke methoden kunnen gebruikt worden om onderzoek te doen naar de
mogelijkheid dat bepaalde waarden universeel gevonden worden en de kern vormen over
verschillende culturen.
Onafhankelijkheid van positieve en negatieve emoties
Een ander thema in positieve psychologie heeft betrekking op de relatie tussen positieve
emotionele staten en welzijn. Psychologen dachten heel lang dat wanneer ze negatieve
emoties verminderden er vanzelf positieve emoties zouden ontstaan, ze denken dat er een
afhankelijke relatie is.
Schimmack heeft onderzoek gedaan en zag dat positieve en negatieve emoties relatief
onafhankelijk zijn. Ze hebben verschillende oorzaken en kunnen zelfs tegelijkertijd
plaatsvinden. Fysiologisch onderzoek laat ook zien dat positieve en negatieve emoties
geassocieerd zijn met verschillende biologische markeringen. Dus interventies om positieve
emoties te beïnvloeden hoeven niet zo zeer effect te hebben op negatieve emoties. Keyes heeft
een two-continued model gemaakt van mentale gezondheid en ziekte dat erkent dat de
voorspellers van mentale gezondheid en ziekte vaak uniek zijn en meestal onafhankelijk.
Argyle liet zien dat de waarschijnlijkheid op het ervaren van negatieve emoties
voorspelt worden door verschillende factoren zoals werkloosheid, veel stress en een lage
economische status. Maar het is overduidelijk dat psychologisch welzijn niet puur wordt
bereikt door het hebben van een baan, weinig stress en het zitten in de middenklasse. Tuurlijk
voelt men zich beter, maar niet zo zeer ‘blij’.
Negatieve emoties zijn nog altijd belangrijk
Negatieve emoties zijn nodig om te overleven. We zullen veel te kwetsbaar zijn zonder
gevoelens van angst en bezorgdheid. Het erkennen van en het uiten van negatieve emoties zijn
ook vitaal voor het zelfbegrip en persoonlijke groei. Positieve psychologie erkent ook het feit
dat tragische elementen van het leven onze ervaring van het mens-zijn kan verrijken.
Het verlangen om blijer en tevredener te zijn met het leven is menselijk en universeel.
Mensen presteren beter in een wereld wanneer zij optimistisch en hoopvol zijn en kunnen
rekenen op anderen. Een van de beste dingen die mensen kunnen doen om de kwaliteit van
het leven te verbeteren is het helpen van anderen.
De wetenschap van het welzijn
Vanaf het begin van het ontstaan van psychologie is er interesse in het onderzoeken van een
gezonde persoonlijkheidsontwikkeling en optimale staten van welzijn. Maar het was moeilijk
om het in het lab te doen, maar ze werken aan experimenteel onderzoek.
Een korte geschiedenis van welzijn in de westerse wereld
Positieve psychologie is de poging die nu wordt gedaan om de oorsprong van blijdschap te
begrijpen, maar het is niet de eerste poging. Het is van belang om te kijken naar de
geschiedenis van een bepaalde stroming, nieuwe theorieën komen vaak ook voort uit ouderen.
Hedonisme
Het perspectief van het hedonisme focust zich op plezier als de basiscomponent van het
goede leven. Welzijn zorgt voor individueel sensueel plezier en het vermijden van schade,
pijn en lijden.
, Het is één van de oudste ideeën over het goede leven, maar het werkt niet. Iedereen
weet nu dat sensueel plezier van korte termijn is, ook zorgt het hedonisme niet voor
langdurige veranderingen in de persoonlijkheid en zorgt het niet voor persoonlijke groei. Het
kan niet universeel gezien worden als de basis van het goede leven of psychologisch wel zijn.
De vroege Hebreeën
Een van de meest invloedrijke factoren in de ontwikkeling van de westerse wereld is het
Jodendom. De religie en de cultuur van het Jodendom representeert één van de drie pilaren
die behouden zijn gebleven in de Westerse cultuur. Ze hebben een nieuwe sociale identiteit
gemaakt door het ontwikkelen van een relatie met hun eigen persoonlijke God. De ‘regels’ die
zij tegenover God hadden wanneer tegen egoïsme, hebzucht en irrationele woede.
Deze benadering wordt de divine command theory van blijdschap genoemd. Het idee
is dat blijdschap gevonden wordt wanneer je leeft naar de regels van een God. Als je zijn
regels volgt zullen er beloningen volgen. Ware blijdschap was dus gerelateerd aan de
onderdanigheid aan God. Deze theorie is nog steeds een dominante oriëntatie die mensen
volgen om blijdschap te vinden.
De Grieken
Hebben gezorgd voor de tweede pilaar bij het Westerse intellectueel en morele ontwikkeling.
De Grieken hebben gezorgd voor de start van de ontwikkeling van filosofie, wetenschap,
kunst en psychologie. Het was de gouden eeuw waarin de Grieken het idee van het goede
leven introduceerde. Zij dachten dat het pas naar blijdschap ontdekt kon worden door logische
en rationele analyses. Het algemene antwoord daarbij was dat rationele mensen voor zichzelf
konden beslissen wat voor hen tot welzijn leidde.
Socrates was verantwoordelijk voor een nieuwe richting. Zijn motto was Know
Thyself. De zoektocht naar de waarheid lag in het vinden van de waarheid over de menselijke
psyche. Hij geloofde dat ware blijdschap alleen bereikt kon worden door zelfkennis en dat het
onderzoeken van de eigen ziel ware kennis was.
Daarbij moest een persoon wel weten wat ‘het goede’ in het leven was. Als dat
eenmaal ontdekt was, was het makkelijk om dat te bereiken.
Plato was de belangrijkste student van Socrates. Volgens hem was ware wijsheid ook
te vinden in het onveranderbare rijk. Plato’s zoektocht naar blijdschap was de zoektocht
waarbij verder gekeken werd dan de zintuiglijke ervaring maar waarbij gezorgd werd naar een
diepere betekenis van het leven. Het was een spirituele zoektocht naar een diepere betekenis,
iemands ware zelf en de onbewuste motivaties van iemand die ervoor zorgen dat men geen
welzijn kon ervaren.
Aristoteles was een student van Plato. Hij vond dat de waarheid te vinden was in
oorzakelijkheid. Zijn doel was om de golden mean/gouden gemiddelde te vinden, deze
bestond tussen de extremen in het leven. Het was een staat van balans, harmonie en evenwicht
dat zal leiden tot een leven met eudaimonia = de conditie van bloeien en compleetheid dat
echt plezier teweegbrengt en aanhoud. Het is op een bepaalde manier het leven indelen.
Het goede leven wordt over het hele leven genomen en niet een tijdelijke emotionele
staat.
Aristoteles overwoog 12 deugden die ervoor zorgden dat men eudaimonia kon
bereiken. Dit zijn moed, vrijheid, trots (zelfrespect), vriendelijkheid, rechtvaardigheid,
temperament, goed temperament, schaamte, eer, eerlijkheid en verstand. Dit zijn voorbeelden
van het gouden gemiddelde tussen extremen. Deze virtue theory van blijdschap houdt vast
,aan het feit dat cultivatie en ontwikkeling van bepaalden deugden een persoon kunnen leiden
tot de groots mogelijke welzijn en daarmee het goede leven.
Veel onderzoek is ook gericht op bepaalde kenmerken van mensen die een hoog
welzijn hebben.
De levensgenieters zij zeggen dat blijdschap het best wordt bereikt wanneer men zich
terugtrekt uit de wereld en een rustig bestaan bouwt met simpel plezier. Ze zochten een
veilige en comfortabel bestaan waarbij onnodige pijn werd vermeden.
De stoïcijnen, opgericht door Zeno. Zij geloofden dat materiële rijkdom, blijdschap,
liefde en bewondering elk moment konden veranderen en dus men daar hun welzijn niet door
kon laten bepalen.
Samenvattingen van Griekse ideeën over het goede leven
Kiefer’s zag dat de zoektocht naar welzijn gebaseerd was op zelfbewustzijn, rationaliteit en
logica.
Daniel Robinson zag dat de Romeinse filosofen vier grote theorieën/levens over het
goede leven hadden bedacht. Het contemplatieve leven = iemand wil hogere kennis, het gaat
om het begrijpen van dingen, zelfreflectie en wijsheid. Het actieve leven = gebaseerd op een
gevoel van plichtsbesef, sociale verantwoordelijkheid en deelname/toewijding in de wereld.
Het fatalistische leven = erkennen dat het leven moeilijkheden met zich meebrengt en deze
moeten geaccepteerd worden. Reinhold Niebuhr zei: God, geef me de kalmte om de dingen te
accepteren die ik niet kan veranderen, geef me de moed om de dingen te veranderen die ik
kan veranderen en geef me de wijsheid om het verschil te kennen. Daarnaast had hij nog het
hedonistische leven bedacht. Is het streven naar individueel zintuiglijk genot en het
vermijden van pijn en lijden.
Het vroege christendom en de middeleeuwen
De opkomst van het christendom zorgde voor de derde pilaar. Blijdschap was te vinden in de
boodschap en het leven van Jezus.
Moses erkende de rol van zowel positieve als negatieve emoties en de invloed die het
had op de gezondheid en hij waarschuwde voor de schadelijkheid van chronische woede of
verdriet. Hij verwees ook naar esthetische ervaringen en meditatie/mindfullness = focussen op
het nu in plaats van bedwelgen in het verleden.
Van de renaissance naar de verlichting
Er was een transformatie in hoe men persoonlijkheid begreep.
Creativiteit en de opkomst van de artiest door twee dingen kon dit gebeuren
1. Het idee dat de artiest een speciale gift bezat = persoonlijke visie
2. De opkomst van het individualisme
De opkomst van wetenschap was gebaseerd op twee algemene ideeën
1. Rationele personen konden voor zichzelf bepalen wat waar was en waarde had:
2. de middelen hierbij waren logica, objectiviteit en empirisme
Het universum was een machine = mechanisatie van het wereldbeeld
De opkomst van het belang van de sociale wereld, men bedacht het utilitarisme =
blijdschap is het ultieme doel voor alle menselijke activiteiten en de standaard voor het
evalueren van activiteiten, of zij goed of fout zijn.
, Jeremy Bentham bedacht de hedonistische calculus = blijdschap kan berekend
worden door de verhouding tussen positieve en negatieve ervaringen in iemands leven.
John Stuart Mill was het daar mee eens, maar zag wel in dat niet elke positieve
ervaring even veel waarde had.
De opkomst van democratie; men besefte ook dat de politieke macht invloed kon
hebben op het welzijn van de mensen.
Romanticisme en de 19e eeuw
Emoties en de romantici door de opkomst van het individualisme kwam er ook meer
uiting van de emoties. De mogelijkheid om emoties intens te voelen was belangrijk bij het
leven van een vol en significant leven. Tijdens deze periode focuste men zich op het uiten van
emoties, maar beseften ze ook dat dit geremd kon worden door sociale omgevingen.
Liefde in de romantische periode; een andere consequentie van het opkomende
individualisme was het idee dat het huwelijk gebaseerd moet zijn op de affectie tussen twee
mensen met een unieke emotionele band die zij samen hebben. Liefde kan bijdragen aan
blijdschap.
Vieren van kindertijd ervaringen; dit is de laatste en blijvende invloed geweest van
het Romanticisme.
De twintigste eeuw
De eerste ontwikkeling in de zoektocht naar welzijn kwam van William James. Hij was
geïnteresseerd in het gebruiken van de maximale menselijke potentie.
Freud voegde ook een perspectief toe aan het welzijn met de theorie van het
onbewustzijn. Hij vond namelijk dat blijdschap werd beïnvloed door onbewuste krachten.
Adler en Jung hadden ook invloedrijke ideeën. Adler bedacht individuele psychologie
en had een optimistische blik op het menselijk vermogen. Zijn slogan was:’ Een kind kan
alles leren.’
Jung’s systeem is bekend als Analytische Psychologie. Hij dacht na over de capaciteit
van persoonlijke groei in het tweede deel van ons leven.
Humanistische psychologie = focuste zich op dezelfde doelen als de huidige
positieve psychologie. Maslow was hier een oprichter van. Het verschil is dat positieve
psychologie zich meer richt op empirisch onderzoek. Humanistische psychologie ging vooral
over optimale persoonlijkheidsontwikkeling.
Systeemtheorie was een nieuwe benadering op complexe psychologische en
biologische processen te begrijpen. Het was bedoeld om te begrijpen hoe complexe,
dynamische, interacterende elementen samen een stabiel systeem vormen. Jules Seeman gaf
een perspectief vanuit de systeemtheorie op welzijn. Hij zei dat je moest kijken naar het
holistische systeem.
Positieve psychologie vandaag
Iedereen kan vandaag de dag eigen keuzes maken en heeft dus een eigen definitie van het
goede leven. Daarom is het doel in de positieve psychologie om begrip te brengen in de
verschillende perspectieven van het goede leven en het welzijn.
Er zijn al veel onderwerpen met betrekking tot het goede leven onderzocht. Maar het is
een erg nieuw veld en de populariteit ervan groeit.
