Aantekeningen ondernemingsrecht
Inhoudsopgave
§1.1: BV ART. 2:175 BW..........................................................................................................................................2
§1.2: NV ART...........................................................................................................................................................3
§1.3: DE MAATSCHAP EN DE VOF................................................................................................................................3
§1.4: VERSCHILLEN TUSSEN NV/BV EN ANDERZIJDS DE MAATSCHAP EN VOF.........................................................................4
§1.5: TUSSENVORMEN: CV EN COÖPERATIE....................................................................................................................4
§1.7: RECHTSPERSONEN..............................................................................................................................................5
§1.8: EENMANSZAAK..................................................................................................................................................5
§1.9: VERENIGING EN STICHTING..................................................................................................................................5
§1.10: HANDELSREGISTER...........................................................................................................................................6
§1.11: WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN....................................................................................................................6
§1.12: VERSCHILLENDE TYPEN NV’S EN BV’S...................................................................................................................6
§1.13: BELANGENPLURALISME.....................................................................................................................................6
§2.1: NV EN BV........................................................................................................................................................7
§2.6: MAATSCHAP, VOF EN CV.....................................................................................................................................8
§3.1: STORTINGSPLICHT OP AANDELEN BIJ NV EN BV......................................................................................................10
§3.2: INGEHOUDEN WINST BIJ DE NV EN BV.................................................................................................................10
§3.3: ENIGE BALANS- EN KAPITAALBEGRIPPEN...............................................................................................................10
§3.4: EXTRA VERPLICHTINGEN AANDEELHOUDER...........................................................................................................11
§3.7: HET VERMOGEN VAN MAATSCHAP, VOF EN CV......................................................................................................11
§4.1: AANDEELHOUDERSCHAP EN LIDMAATSCHAP.........................................................................................................13
§4.4: SOORTEN AANDELEN........................................................................................................................................13
§4.6: LIDMAATSCHAP MAATSCHAP, VOF OF CV.............................................................................................................14
§5.1: BEVOEGDHEIDSVERDELING BIJ EEN BV.................................................................................................................15
§5.2: AANDEELHOUDERSVERGADERING EN BESLUITVORMING BIJ EEN BV...........................................................................16
§5.5: NIETIGHEID EN VERNIETIGING VAN BESLUITEN.......................................................................................................17
§5.3: TEGENSTRIJDIG BELANG EN BESLUITVORMING BIJ EEN BV........................................................................................17
§5.7: MAATSCHAP, VOF EN CV...................................................................................................................................18
§6.2: VERTEGENWOORDIGING BIJ BESLUIT....................................................................................................................19
§6.4: MAATSCHAP, VOF EN CV..................................................................................................................................20
§6.5: DOELOVERSCHRIJVING......................................................................................................................................21
§6.6: ONRECHTMATIGE DAAD....................................................................................................................................21
§7.1: VERANTWOORDELIJKHEID BIJ EEN BV...................................................................................................................22
§7.2: INTERNE AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS VAN EEN BV.................................................................................23
§7.3: EXTERNE AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS VAN EEN BV.................................................................................24
§7.5: VERANTWOORDELIJKHEID EN AANSPRAKELIJKHEID MAATSCHAP, VOF EN CV................................................................24
1
, Hoofdstuk 1: ondernemingsvormen
Het ondernemingsrecht regelt vooral drie onderwerpen, drie hoofdthema’s:
1. De juridische organisatie van een bedrijf, de structuur van de onderneming.
2. Wie mogen en kunnen voor de onderneming transacties afsluiten?
3. Hoe zijn de verantwoordelijk en aansprakelijkheid van de onderneming
uitgewerkt?
§1.1: Bv art. 2:175 BW
Een Bv kan gebruikt worden als onderneming, maar ook als spaarpot om pensioen op te
bouwen. Bv’s worden ook wel kapitaalvennootschappen genoemd, omdat het kapitaal
vastligt in de aandelen. Je kan dus alleen meedoen aan een bv als je een aandeel hebt in
het kapitaal. In Nederland is het legaal als 1 iemand alle aandelen in zijn bezit heeft. Dit
wordt een eenpersoons-bv genoemd. Aandelen zijn:
Een middel om vermogen aan te trekken. Iemand investeert in de bv en daar krijgt hij
een tegenprestatie voor terug. Dit heeft te maken met de inbrengverplichting, dat houdt
in dat de aandeelhouder vermogen aan de bv ter beschikking moet stellen, een bedrag
waarvoor hij de aandelen aanneemt. Dat kan €0,01 of €750 zijn. In de statuten staan de
bedragen.
Art. 2:228 BW, het aandeel geeft stemrecht in de aandeelhoudersvergadering
(zeggenschapsfunctie). Een bv heeft een plutocratisch karakter, dat betekent dat degene
met de meeste aandelen het meest machtig is. 1 aandeel staat voor 1 stem. Dit kan
echter wel anders geregeld worden in de statuten, art. 2:228 lid 4 BW.
Winstverdelingsfunctie art. 2:216 BW. In beginsel geeft ieder aandeel recht op een
gedeelte van de winst van de bv. De winstuitkering wordt ook wel dividend genoemd
(dividere = verdelen). Afwijking is mogelijk in de statuten, art. 2:216 lid 6 en 7 BW. Voor
de aandeelhouder is het aandeel nog een belangrijke functie: een vermogensobject. Met
het verhandelen van aandelen kan geld verdiend worden.
Besloten bv
Een bv is besloten, dit houdt in dat de uitgegeven aandelen op naam staan en dat die dus
in beginsel niet vrij overgedragen kunnen worden. In beginsel moet de verkoper zich
houden aan de aanbiedingsplicht, art 2:196 lid 1 BW. Dat betekent dat ze de aandelen
eerst aan moeten bieden aan iemand die al in de aandeelhoudersvergadering zit. In de
statuten kan dit ook anders geregel worden, art. 2:195 BW, bijvoorbeeld een
blokkeringsregeling. Dit houdt in dat de aandelen niet meer vrij verhandelbaar zijn. De
overdracht voor aandelen in een bv kan alleen bij notariële akte. Aandeelhouders moeten
opgenomen worden in een register zodat de bv weet wie de aandeelhouders zijn, art.
2:194 BW.
Aansprakelijkheid
Een bv is in Nederland populair, omdat de bestuurders en de aandeelhouders niet met
het privévermogen aansprakelijk zijn. Een bv heeft voor de aandeelhouders een gunstig
aansprakelijkheidsregime.
Modernisering
In 2012 is de Flex-bv ingevoerd en daarmee grondig herzien. Er zijn drie grote
veranderingen:
2
, Het minimumkapitaal is afgeschaft.
De blokkeringsregeling is vervallen.
De statuten kunnen stemrechtloze en winstrechtloze aandelen invoeren.
§1.2: Nv art.
Een nv is vooral geschikt voor een hele grote organisatie. Het minimumkapitaal is
€45.000, art. 2:67 lid 2 BW. Een nv is net als een bv een kapitaalvennootschap, art.
2:105, 2:18 BW. Bij een nv hoeven de namen van de aandeelhouders niet op naam te
staan en hoeven ze ook geen register bij te houden. Vandaar de naam naamloze
vennootschap.
§1.3: de maatschap en de VOF
De maatschap is een obligatoire, wederkerige overeenkomst tot samenwerking van twee
of meer personen. Een maatschap is gericht, door middel van samenwerking, op het
behalen van een vermogensrechtelijk voordeel voor de vennoten. Een maatschap is dus
ook een kapitaalvennootschap. Een maatschap is een samenwerkingsverband en heeft
als doel om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Iedere vennoot heeft iets (een
waarde) toe te brengen, art. 7A:1655 BW.
Een maatschap onder gemeenschappelijke naam (firmanaam) die een onderneming of
bedrijf uitvoert, heet een VOF.
Bij een maatschap zijn de vennoten voor gelijke delen aansprakelijk.
Bij een Vof zijn de vennoten hoofdelijk aansprakelijk.
Samenwerkingsvereiste
De vennoten dienen op voet van gelijkheid samen te werken. Gezamenlijk beleid
bepalen.
Samenwerking moet een duurzame relatie zijn. De vennoten zijn van elkaar van
groot belang, omdat het vaak een samenwerking is dat lang duurt. Intuitu
personae, hoogstpersoonlijk.
Verschillen bv, nv, maatschap en vof
De maatschap en de vof worden personenvennootschappen, vanwege de intuitu
personae. De nv en de bv zijn intuitu pecuniae aangegaan, omwille van geld.
Beroeps- en bedrijfsuitoefening
Beroepsuitoefening wijst op persoonlijke dienstverrichting, hier staan de persoonlijke
kwaliteiten van de dienstverrichter voorop. Hij wordt geacht het welzijn van zijn cliënt te
behartigen, bijvoorbeeld een advocaat, arts, notaris of accountant. Zij hebben een mate
van vertrouwelijkheid, beroepsgeheim.
Bedrijfsbeoefenaren gaan vaker transacties aan met derden. Bijvoorbeeld
handelscrediteuren, leveranciers van materialen die in het bedrijf worden verwerkt. Zij
hebben een sterkere verhaalpositie, omdat de kans dan groter is dat bedrijven hun
betalen als zij ook aanspraak kunnen maken op hun privévermogen. Omdat zij veel
transacties aangaan is het handiger dat ze aanspraak kunnen maken om iemand zijn
privévermogen dan een bedrijf dat geen tot nauwelijks transacties sluit.
3
, Verschillen nv/bv en maatschap/vof
Aansprakelijkheid. De vof en de maatschap hebben strengere
aansprakelijkheidsregels.
Jaarrekening opmaken, vaststellen en openbaar maken (titel 9 boek 2 BW) bv en
nv.
Beëindiging. Een personenvennootschap kan zijn vennootschap verlaten een
kapitaalvennootschap niet.
Organisatiestructuur. De bv en de nv moeten twee organisaties te hebben, een
aandeelhoudersvergadering en het bestuur. Ze mogen zelf ook organisaties
toevoegen, bijvoorbeeld de raad van commissarissen. Een duaal
organisatiestructuur.
§1.4: verschillen tussen nv/bv en anderzijds de maatschap en vof
Bij een bv en een nv zijn de aandeelhouders in beginsel niet aansprakelijk voor hetgeen
wat er in de naam van de nv en de bv gebeurt, art. 2:64 jo. 2:175 BW.
De nv en bv moeten een jaarrekening opmaken, vaststellen en publiceren, boek 2 titel 9.
De verplichting om de jaarrekening te maken, vast te stellen en te publiceren geldt niet
voor de maatschap en vof.
Een aandeelhouder kan de kapitaalvennootschap niet opzeggen, een vennoot in de
personenvennoot wel. Een aandeelhouder kan alleen zijn aandelen overdragen aan
iemand die daarin geïnteresseerd zijn.
De wetgever schrijft voor dat een nv en een bv 2 organen moet hebben, een bestuur en
een AVA. Voor de maatschap en de vof geldt dit niet.
§1.5: tussenvormen: cv en coöperatie
De commanditaire vennootschap is een samenwerkingsovereenkomst tussen een of meer
gewone vennoten (zij zijn hoofdelijk aansprakelijke vennoten) en een of meer
commanditaire vennoten (vennoten met een bijzonder positie). Een commanditaire
vennoot is niet meer gehouden aan het bedrag van inbreng. De cv kent een combinatie
van hoofdelijke aansprakelijkheid voor de gewone vennoot en beperkte aansprakelijkheid
voor de commanditaire vennoot.
Karakter van de coöperatie
De coöperatie is opgezet als een vereniging. Een specifieke regeling die niet geld voor de
coöperatie is dat een vereniging geen winst mag uitkeren aan haar leden, art. 2:26 lid 3
BW. Een coöperatie mag dit dus wel, art. 2:53a BW. De coöperatie dient haar
werkzaamheden ten gunste van haar leden te verrichten, op grond van met de leden
afgesloten overeenkomsten, art. 2:53 lid 1 BW.
Contracten met anderen
Een coöperatie mag overeenkomsten sluiten met derden. Art. 2:53 lid 4 BW bepaalt
uitdrukkelijk dat de overeenkomsten met de leden niet van ondergeschikte betekenis
mogen zijn. De rechtbank kan dan op verzoek de coöperatie ontbinden als ze zich hier
niet aan houden, art. 2:21 lid 3 BW.
Aansprakelijkheidsregime coöperatie
Art. 2:55 BW bepaalt dat de leden van de coöperatie in geval van ontbinden aansprakelijk
zijn tegenover de coöperatie voor haar tekort. Maar deze aansprakelijkheid kan worden
weggeschreven uit de statuten, art. 2:56 lid 1 BW. Maar dat kan alleen als de woorden
‘uitgesloten aansprakelijkheid’ of ‘beperkte aansprakelijkheid’ in de naam van de
onderneming staan.
4
, §1.7: rechtspersonen
Rechtspersoonlijkheid heeft als belangrijkste gevolg dat de rechtspersoon zelf drager van
rechten en plichten kan zijn. Een rechtspersoon is een rechtssubject (kan eigenaar van
auto zijn). Een rechtspersoon kan ook vermogensrechtelijke handelingen verrichten
(overeenkomst afsluiten). Rechtspersonen zijn zelfstandig drager van rechten en plichten
en geldt voor het recht als een zelfstandige eenheid. Het vermogen van een
rechtspersoon is zijn eigen vermogen. Bij personenvennootschappen zijn de vennoten
gezamenlijk de dragers van de rechten en plichten die verband houden met de
maatschap/vof.
Belang van de rechtspersoon
Rechtspersoon kan slechts in het maatschappelijke leven optreden wanneer andere
personen als vertegenwoordiger voor hem optreden. Het is namelijk geen mens van vlees
en bloed maar een papieren constructie. Een rechtspersoon kan wel een onrechtmatige
daad plegen en een strafbaar feit begaan.
De wetgever stelt in art. 2:1,2,3 BW vast welke lichamen rechtspersonen zijn: partijen zijn
niet vrij om andere typen op te richten dan in Boek 2 BW zijn genoemd (gesloten
systeem).
§1.8: eenmanszaak
Een natuurlijke persoon drijft zijn eigen onderneming en is aansprakelijk voor de schulden
die namens of door hem zijn aangegaan. De eenmanszaak dient te worden ingeschreven
in het handelsregister.
Een eenmanszaak kan in zijn geheel worden verkocht, zij kan een voorwerp van een
koopovereenkomst zijn. Wanneer een eenmanszaak onderdeel is van een bv of een nv
kan het niet als 1 geheel worden geleverd, maar wel worden overgedragen door
overdracht van aandelen in de bv of nv.
§1.9: vereniging en stichting
Een vereniging en stichting mag geen winstuitkeren aan de leden, oprichters of personen
die deel uitmaken van de organisatie, art. 2:26 lid 3 BW jo. Art. 2:285 lid 3 BW. Ook mag
deze slechts uitkeringen doen aan anderen dan haar oprichters en degene die deel
uitmaken van haar organen.
In de statuten moet worden aangegeven wat het doel is van de stichting/vereniging. De
behaalde opbrengsten moeten ook worden aangegeven.
Ledenverbod
Een stichting heeft geen leden en dus ook geen ledenvergadering. Voor een stichting
geldt een ledenverbod, art. 2:285 lid 1 BW. De vereniging kent een ledenvergadering,
maar het nadeel daarvan is dat een vereniging zich vaak niet focust op enorm hoge
waarde zaken, zoals voetbalclubs of een ondernemingsvereniging. Daardoor zijn leden
vaak afwezig en hebben niet veel belangstelling en daardoor functioneert de vereniging
vaak niet helemaal goed.
5