Voorbeeld 3 van de 4 Oefenvragen
Vader en moeder hebben beide groene ogen welke kleur ogen krijgt het kind?

A. Het kind krijgt groene ogen want alle twee de ouders hebben groene ogen en de oogkleur is erfelijk. 

B. Dat is niet zeker de kans is 25% dat de kleur groen wordt bij het kind doordat de ouders ook nog een ander alleles dragen die de oogkleur kan beinvloeden.

C. Het kind krijgt geen groene ogen want ouders bevatten twee alleles dus de kans is groot dat er een andere oogkleur komt aangezien groen niet de meest dominante oogkleur is. 

D. De kans is 75% dat het kind groene ogen krijgt omdat dit het dominantste alleles is. 

Vader en moeder hebben beide groene ogen welke kleur ogen krijgt het kind?

A. Het kind krijgt groen...
Correct answer: D.

Argumentation: Andwoord D is goed omdat groen een dominatere alleses is dan blouw. Elk persoon heeft twee alleles een dominante en een recesieve. wanneer je combinaties gaat maken zijn de volgende combinaties mogelijk namelijk: D-D, r-D, D-r en r-r. dit betekend dat er een 25% kans is dat het kind een andere oogkleur krijgt dan groen en er dus een 75% kans is op wel groene ogen. Dit maakt dat antwoord D waar is en andwoord B dus niet, hier zijn de percentages verkeerd. Antwoord A is niet goed omdat er niet met zekerheid gezegd kan worden dat het kind groene ogen krijgt want er is nog een kans aanwezig dat dit niet zo is. Antwoord C is niet waar omdat, wat ook blijkt uit het bovenstaande, er een kleine kans is op een andere oogkleur namelijk maar 25%.
Er zijn vier belangrijke fasen binnen het prenatale ontwikkelings proces wat is hiervan de goede volgorde? 

A. Mitosis - Cel migratie - Apoptosis - Cel differentiatie 
B. Apoptosis - Cel migratie - Mitosis - Cel differentiatie 
C. Mitosis - Cel migratie - Cel differentiatie - Apoptosis 
D. Cel migratie - Mitosis - Cel differentiatie -Apoptosis 


Er zijn vier belangrijke fasen binnen het prenatale ontwikkelings proces wat is hiervan de goede vo...
Juiste antwoord: Antwoord C

Argumentatie: Het juiste antwoord is antwoord C. Dit is het juiste antwoord omdat Mitosis is het vormen van cellen wat dus als eerste gebeurt, hierdoor vallen antwoord B en D al af. Vervolgens gaan de ontwikkelde cellen zich verplaatsen naar nieuwe en andere plekken, wat cel migratie is. Daarna gaan de cellen zich specialiceren voor een bepaald doel of functie wat de cel differentiatie is, nu valt antwoord A ook af. Tot slot vindt de cel dood plaats die zorgt dat bijvoorbeeld vingers kunnen ontstaan, apoptosis. 

Bron: In het tektboek is dit te vinden op blz: 47-49 en in de presentatie op slide 20-24 van college prenatal development
Een peuter ziet vader een snoepje pakken uit de snoep pot. vervolgens doet de peuter dit ook. vader geeft de peuter hierna straf omdat de peuter dit niet had gevraagd. Van welke leer theorie is hier sprake? 

A. Whatson's behaviorisme

B. Skinner's operante conditionering

C. Klassieke conditionering 

D. Banduras sociale leertheorie 


Een peuter ziet vader een snoepje pakken uit de snoep pot. vervolgens doet de peuter dit ook. vader...
Correct answer: B

Argumentation: antwoord B is goed omdat de operante conditionering het leren is door gedrag te herhalen en hier feedback op te krijgen. In dit gevald herhaald de peuter het gedrag van de vader en krijgt hier straf op. Zo leert het kind dat hij dit gedrag niet moet herhalen. Antwoord A en C zijn in principe dezelfde antwoorden. deze zijn niet goed omdat het behaviorimse met het klassieke conditionering in houd dat een organisme leert twee stimulus in verband te brengen, zodanig dat de ene stimulus een reactie gaat uitlokken die oorspronkelijk alleen kon worden uitgelokt door de andere stimulus. Van dit verschijnsel is hier geen sprake. Andwoord D is onjuist omdat de sociale leertheorie inhoud dat je leert door te observeren. Hierbij let je op de consequeties die het geobserveerde gedrag heeft. wanneer dit goede consequenties heeft ga je het gedrag nadoen en wanneer dit niet zo is doe je het gedrag niet na. 
Level: applying (level 3)
Source: Boek BLZ 380-383 lecture learning (bijna alles dia's)
Omdraaien
Opnieuw proberen