Voorbeeld 5 van de 87 Oefenvragen
Wat wordt er bedoeld met dat de kwaliteit van diagnostiek berust op conceptueel en empirisch onderzoek?
Wat wordt er bedoeld met dat de kwaliteit van diagnostiek berust op conceptueel en empirisch onderzo...
Dit houdt in dat hypothesen over gedragingen, cognities en emoties/ motivaties geformuleerd worden op basis van een theorie, en geoperationaliseerd, gemeten en getoetst worden in een gefaseerd diagnostisch proces. Dit leidt tot verantwoorde uitspraken over gedragingen of problemen van de cliënt.
Wat zijn middelen om de fouten van de diagnosticus te vermijden?
Wat zijn middelen om de fouten van de diagnosticus te vermijden?
Training en het volgen van voorschriften zoals het hypothesetoetsen model en het gebruik van empirisch opgestelde regels om informatie te wegen en te integreren. Ook hebben clinici en diagnostici feedback nodig op de juistheid van hun diagnosen.
Wat zijn interpretatieproblemen die zich voordoen bij de interpretatie van neuropsychologische gegevens?
Wat zijn interpretatieproblemen die zich voordoen bij de interpretatie van neuropsychologische gegev...
1) Testvoorwaarden. We gaan er vaak onterecht van uit dat de onderzochte aan een aantal basisvoorwaarden voldoet zoals de instructies begrijpen en onthouden of bereid en in staat zijn tot medewerking. 2) Premorbide functioneren. Als er geen gegevens beschikbaar zijn van voor de ziekte of het ongeval zal men hierover moeten redden met redeneringen en reconstructies, maar die bieden geen zekerheid. 3) Multiconditionaliteit. Scores op neuropsychologische tests worden niet alleen beïnvloed door hersenletsel maar ook door vele andere condities. Je moet dus andere factoren in gedachte houden. 4) Sensitiviteit en specificiteit. Sensitiviteit geeft aan hoe vaak een ongunstige testscore voorkomt bij personen met de betreffende diagnose. Specificiteit geeft aan hoe vaak een gunstige testscore voorkomt bij personen zonder die diagnose.
Wat zijn vier bijzonderheden die zich voordoen bij de bepaling van de validiteit van een schaal?
Wat zijn vier bijzonderheden die zich voordoen bij de bepaling van de validiteit van een schaal?
1) Het inventarisatie of correspondentiegezichtspunt stelt dat alle items valide zijn en een juiste omschrijving geven van de onderzochte, maar dit blijkt vaak onjuist. Soms is het feitelijke gedrag juist tegengesteld aan de antwoorden. 2) Er zijn artefacten die invloed hebben op vragenlijsten, zoals sociale wenselijkheid en acquiescence. 3) Het grote aantal theorieën over persoonlijkheid zorgt voor een probleem bij begripsvalidering. 4) Bij predictieve validiteit gaat het erom welke relevante criteria met de vragenlijst worden voorspeld, maar soms is geen criterium beschikbaar of is een criterium psychometrisch van inferieure kwaliteit.
Wat zijn kritieken op protocollair werken?
Wat zijn kritieken op protocollair werken?
1) De protocollen zijn in de alledaagse praktijk niet hanteerbaar. 2) Ze zouden de basisweghalen onder het 'echte' psychotherapeutische werk, men hoeft niet meer zelf na te denken. 3) Zodra er sprake is van een ingewikkelde casus zou een protocol minder goed toepasbaar zijn. 4) Protocollair werken zou ervan uitgaan dat iedere patiënt op een vrijwel identieke wijze benaderd moet worden. 5) Protocollaire behandelingen zijn uitgevoerd door intensief getrainde en hoogopgeleide therapeuten dus behandelaren in de ggz zouden nooit dezelfde standaard bereiken.
Omdraaien
Opnieuw proberen