Oefenvragen minor Geweld blok 3

1) De speelbal; sluit zich volledig af en alles wat niet binnen de leefwereld past bestaat niet 2) Het slachtoffer; is iets vreselijks overkomen dat het leefwereldje verstoort, kan daar zelf niets mee en vraagt anderen dit weg te halen 3) De bestrijder; is boos ober de verstoring en gaat deze bestrijden - Ze verzetten zich alle 3 tegen de werkelijkheid blz. 46 (samenvatting)

1) De speelbal; gericht op het instand houden van vertrouwde bekende. Is speelbal van vele invloeden en processen. Onbewuste monitor is angst. Geen bewustzijn. Geen ervaring van wil en dus geen keuzemogelijkheid hebben. 2) Slachtoffer; gewond raken wordt ervaren als overvallen worden/machteloos. Roepen hulp in omdat ze zelf geen mogelijkheden zien. Erkenning van zichzelf van slachtoffer zijn, dan ontstaat behoefte om voor zelf te zorgen. 3) Bestrijder; door zichzelf te erkennen als slachtoffer en de boosheid toe te laten, ontstaat de behoefte om voor zichzelf te zorgen. Innerlijke keuze om te gaan vechten. Eerste bewustwording dat men zelf invloed kan hebben. Ervaring vrijheid en autonomie. 4) Gewonde strijder; een verschuiving in de levenshouding van het strijden tegen naar vechten voor. Bereidheid ervaring onder ogen te zien. Besef gevolgen. Actieve houding, waarbij alert om nee te zeggen tegen overlevingsstrategieën. Strijd voor erkenning van gewond-zijn, erkenning voor waarden en betekenisgeving. 5) Deelnemer; begin bewust relatie met werkelijkheid zoals die is. Meer stilstaan bij wat er is en wil dit ervaren. Basiservaring; de keuze om deel te willen nemen aan het leven en deelgenoot te willen zijn van wat er is. Willen weten hoe de werkelijkheid is. Willen onderzoeken. Bewustwording dat men vanuit de basis van innerlijk ik kan leven. - blz. 47 (samenvatting)