LES 8: KWALITATIEF ONDERZOEK – HOOFDSTUK 6 & 8 IN HANDBOEK
1. Kwalitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek is veel breder dan observatiestudies. Een tak binnen kwalitatief
onderzoek is bv. de antropologie. Hier kan men naar een stam gaan om te kijken hoe ze
leven. Ze gaan het leven van die mensen daar dan aannemen en worden eigenlijk deel van
hun eigen onderzoek.
Lange traditie van veldonderzoek in: antropologie. Daarna ook in de psychologie,
sociologie, ...
Kwalitatief onderzoek maakt gebruik van kwalitatieve data
Kwalitatieve data → data waarbij men niet hoofdzakelijk gebruik maakt van cijfers,
alhoewel cijfers ook kunnen deel uitmaken van kwalitatieve data. Men gaat ook
gebruik maken van bv. tekst, video, foto, audio, beschrijvingen van observaties, ...
Eisner’s (1991) 6 kenmerken van kwalitatief onderzoek:
1. Natuurlijke setting
2. De onderzoeker is een instrument in de studie: de onderzoeker is dus een integraal
onderdeel in de studie. De manier waarop je dan vragen stelt, je intonatie, ... kan je
bevindingen beïnvloeden. Een voordeel: je kan inspelen op wat je medemens doet.
Bv. als deel van een stam doe je mee aan een ritueel en kan je dan vragen stellen
over wat je opmerkt. Een nadeel is dat je wel voorzichtig moet zijn voor vertekening
van de resultaten door teveel beïnvloeding. Dit ten nadele van objectiviteit.
3. Interpretatie speelt een belangrijke rol: zie boven. Is een subjectief element
4. Gebruik van expressieve taal en de aanwezigheid van een verteller in tekst
5. Aandacht voor uitzonderingen: vaak doe je net hierom onderzoek
6. Onderzoek is geloofwaardig omdat het coherent is, inzichten biedt, en
instrumentele waarde heeft: het is coherent omdat je een heel verhaal krijgt met
oorzaak en gevolg. Instrumentele waarde: op basis van kwalitatief onderzoek kunnen
we een theorie ontwikkelen of deze weerleggen
1.1 Wanneer is kwalitatief onderzoek nuttig?
Wanneer men nieuwe theorieën / hypotheses wil ontwikkelen:
o Vertrekken vanuit observatie → proposities/hypotheses formuleren die nadien (in
kwantitatief onderzoek) kunnen getoetst worden
o Wanneer er nog geen theorie over een fenomeen bestaat, is het moeilijk om het
fenomeen kwantitatief te meten door bv. vragenlijsten → nuttig om te starten
met kwalitatief onderzoek
o Vaak is het nuttig om een fenomeen te leren kennen via kwalitatief onderzoek en
daarna hypotheses te toetsen via kwantitatief onderzoek
Wanneer men een dieper inzicht in een fenomeen wenst:
o Het is moeilijk om met kwantitatief onderzoek te begrijpen hoe mensen sommige
fenomenen verstaan en beleven.
o Voorbeeld: marktonderzoek rond lancering nieuw product
, Survey methode: beperkt aantal vragen (bv. “zou je product A kopen?”)
Kwalitatieve methode: mogelijkheid om dieper inzicht te verwerven (bv. “zou
je product A kopen?”, “waarom zou je het wel/niet kopen?”, “zou je het wel
kopen indien het iets minder zou kosten?”, …)
o Kwalitatief onderzoek kan ook nuttig zijn wanneer het fenomeen gevoelig is (bv.
houding tov. doodstraf)
Wanneer men een gedetailleerde omschrijving van een fenomeen wenst:
o Eén gedetailleerde omschrijving kan overtuigender zijn dan pagina’s
cijfermateriaal
Let op: exception fallacy -> je bent conclusies aan het trekken van een kleine
groep en daardoor kan je niet veralgemenen
o Kwalitatief onderzoek → persoonlijker verhaal, mogelijkheid tot inleving
Wanneer men mixed-methods onderzoek wenst te doen:
o Mixed-methods onderzoek: combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve
methoden
o Je kan ze parallel van elkaar gebruiken of je kan ze tegelijk gebruiken en hun
resultaten mixen
o Sterktes van beide methoden gebruiken om hun unieke nadelen te verminderen.
Zo kunnen ze elkaar aanvullen, elkaars tekorten opheffen
Kwantitatief onderzoek: veel data en mogelijkheid om te generaliseren
gebaseerd op statistische schattingen
Kwalitatief onderzoek: rijke, gedetailleerde data met mogelijkheid om
fenomeen diepgaand binnen een bepaalde context te beschrijven, je kan de
mening van iemand goed toetsen, je komt te weten van waaruit een
proefpersoon kijkt, iets doet, ...
1.2 Kwalitatieve vs. kwantitatieve data
Het onderscheid is vrij arbitrair, ze zijn aan elkaar gelinkt. Een paar illustraties:
Ten eerste...
, Nu gaat men aan de hand van de ‘coding table’ (met de vinkjes) kijken hoe vaak ieder thema
voorkomt. Dit zie je staan bij ‘Som’.
Daarna gaat men kijken wat het verband is tussen die thema’s. Dit is de correlatie.
De eerste tabel is de kwalitatieve coding en de tweede tabel is de kwantitatieve coding
Ten tweede...
Alle kwantitatieve data berust op kwalitatieve beoordelingen:
De respondent vormt een kwalitatief oordeel over de stelling/vraag /uitspraak: er
wordt bv. gevraagd: “in hoeverre bent u akkoord met de volgende stelling?” Met
antwoordopties tussen 1 en 5 bijvoorbeeld. 1 = helemaal niet akkoord, 5 = helemaal
akkoord
De respondent interpreteert de antwoordopties, weet dus wat de cijfers betekenen
De respondent geeft een antwoord binnen een bepaalde context
Er gaat dus een kwalitatief proces aan vooraf
1.3 Kwalitatieve data verzamelen
Observatie:
o Participatorische observatie: jij als onderzoeker maakt deel uit van de context
Verdoken (bv. Erving Goffman - Stigma): mensen in je omgeving weten niet
dat je aan het observeren bent
Openlijk (bv. William Whyte - Street Corner Society): mensen in je omgeving
weten dat je aan het observeren bent
o Directe observatie: jij observeert maar mengt je niet met de mensen die je
observeert, je maakt geen deel uit van de context (unobtrusive). Je perspectief is
dus meer losgekoppeld van de groep die je observeert, misschien meer objectief.
Ten slotte is deze observatie ook gestructureerder dan de participatorische
omdat je kleinere steekproeven gaat nemen en je niet mengt in de situatie die je
aan het observeren bent
Erving Goffman - Stigma:
Verdoken participatieve observatie
Goffman was werkzaam als “assistant athletic director” in een instelling voor mensen
met een mentale stoornis
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MelinaDelanghe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.