Volledige samenvatting van het vak Victimologie van de bachelor criminologie aan de VU. Samenvatting van de hoorcolleges, werkgroepen en literatuur samen.
WEEK 1 – introductie victimologie
Studie van slachtoffers van criminaliteit = specifieke definitie
Er zijn ook andere onderzoeken die kijken naar andere slachtoffers, van bijv.
ongelukken of rampen = brede of algemene definitie
Internationaal perspectief: gericht op slachtoffers van internationale conflicten
Direct slachtofferschap: persoon heeft zelf het delict meegemaakt en hiervan de directe
gevolgen van ondervinden
Indirect slachtofferschap: personen die naast de persoon staan die het delict heeft
meegemaakt krijgen bijv. ook last van psychische klachten of angsten
Secundaire victimisatie: slachtoffer van een delict voelt zich voor een tweede keer
slachtoffer door de behandeling van anderen naar aanleiding van het delict (bijv. de reactie
van de politie op aangeefsters van verkrachting)
Historisch overzicht van de criminologie
Grondleggers van de victimologie: Hans von Hentig en Bejamin Mendelsohn.
The criminal and his victim: boek van Hans von Hentig, wordt gezien als het begin van de
victimologie.
Von Hentig dacht na over ‘slachtoffer worden’ en over bijdrage die het slachtoffer levert aan
de totstandkoming van het delict.
Mendelsohn schreef over de verdediging in strafzaken waarin aandacht wordt besteed aan
de eventuele medeschuld van het slachtoffer vond dat het slachtoffer altijd wel een
aandeel had in het delict en vond dat dit verder bestudeerd moest worden
= Interactionistische benadering/strafrechtelijke victimologie
Victim precipitation: wisselwerking tussen slachtoffer en dader waarbij het slachtoffer een
rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van zijn slachtofferschap werd later victim
blaming
Hier was veel kritiek op, maar er werd ook gesteld dat het belangrijk is om de bijdrage
van het slachtoffer te onderzoeken om zo de oorzaken van criminaliteit te begrijpen. Deze
kennis zou dan gebruikt moeten worden voor preventie en niet om slachtoffers de schuld te
geven.
Jaren zestig door opkomst feminisme: de eigen schuld van het slachtoffer vervaagt en de
nadruk komt te liggen op het belang van een adequate hulpverlening aan slachtoffers van
alle vormen van slachtofferschap (dus misdrijven, oorlogsmisdrijven, ongelukken en
natuurrampen) dus meer focus op de gevolgen van het slachtoffer
Wet Terwee: heeft het makkelijker gemaakt voor slachtoffers om een
schadevergoeding te vorderen
Jaren 70, 80 en 90: van micro naar macro grotere dataverzamelingen zijn ontstaan +
komst nationale slachtofferenquêtes
Initiële doel: inzicht krijgen in het dark number
Gevolg: Informatie over slachtoffers, zoals sociaal-demografische kenmerken, sociale
aspecten van het delict, setting, geografische spreiding van slachtofferschap.
Internationaal Crime Victim Survey: over veel verschillende landen kon slachtofferschap
vergeleken worden hebben slachtoffers over de wereld dezelfde gevolgen, delicten etc.?
, Heeft victimologie verder geholpen: werd gekeken of deze informatie kon worden
toegepast op theorievorming
Trend victimologie: gespecialiseerde survey’s van slachtofferschap (bijv. vrouwen, kinderen,
vluchteling) = differentiatie binnen de victimologische benadering
Is belangrijk, want tot nu toe zijn vooral problemen bestudeerd en theorieën ontwikkeld
over slachtoffers van misdrijven in het algemeen.
Meer aandacht voor slachtoffers
Politisering van het criminaliteitsprobleem staat luistert meer naar de slachtoffers van
criminaliteit.
Hiervóór was men alleen bezig met het tellen van veroordelingen om criminaliteit
te meten.
Jaren zestig: confrontatie met slachtoffers van Vietnamoorlog, seksueel geweld, met PTSS of
andere ernstige psychische problemen, feminisme focus op hulpverlening.
Victimologie kreeg de taak om de effectiviteit van deze hulp wetenschappelijk te toetsen
en verbeteringen voor te stellen.
Hiermee kwam de ontwikkeling van slachtofferenquêtes als alternatieve kennisbron voor
criminaliteit.
Het criminaliteitsprobleem is nu ook een slachtofferprobleem geworden.
Kennis die we hebben opgedaan uit slachtofferenquêtes:
Jeugdige, welvarende en veel in het uitgaanscircuit verkerende (sociale drukke
levensstijl) jongemannen lopen de grootste risico’s, vooral indien ze ook zelf delicten
plegen
Wonend in een grote stad is een risicofactor
Niet getrouwd is een risicofactor
Hoog opleidingsniveau is een risicofactor
Herhaald slachtofferschap: mensen die slachtoffer zijn geweest van een misdrijf
lopen een verhoogd risico om kort daarom weer slachtoffer te worden.
o Door bijv. hun risicovolle levensstijl
o Of door het besluit van de dader om het voor een tweede keer te proberen,
aangezien hij een goede buit ophaalde de eerste keer dat hij het probeerde
bij dit slachtoffer.
Hulpverlening kon vooral op twee punten verbeteren:
Het overgrote deel van de slachtoffers wordt niet actief benaderd en weet zelf de
weg naar de hulpverlening niet te vinden
o Oplossing: screening en andere risicotaxatie-instrumenten die het risico op
chronische klachten bij slachtoffers inschat en de slachtoffers met een
verhoogd risico actief benaderen.
Slachtoffers met een hoog risico op blijvende klachten krijgen geen passend en
bewezen effectief hulpaanbod.
Gevolg focus op hulpverlening: meer beleidsmatig en politiek georiënteerd valorisatie
(erkenning) van het slachtofferschap is belangrijk voor slachtoffers en dit kreeg meer
aandacht in het beleid
,Victimologie en strafprocesrecht
Het slachtoffer verliest vaak zijn oude geloof in een rechtvaardige wereld
invoering richtlijnen-Vaillant: erop gericht dat de strafrechtelijke procedure zo wordt
ingericht dat het vertrouwen van het slachtoffer in de samenleving zoveel mogelijk
wordt hersteld
o Politie en justitie moeten zich solidaire tonen met het slachtoffer door hem
met begrip en respect te bejegenen.
Meer aandacht en kennis over het fenomeen secundaire victimisatie
aanpassingen binnen het systeem:
o Het slachtoffer krijgt vaak, door handelingen van personen of instituties
binnen de justitiële keten, het gevoel dat ze voor een tweede keer slachtoffer
worden gemaakt
Wordt vaak gedaan door personen die handelen met de beste bedoelingen
o Eind jaren tachtig: politie en OM zijn er trainingen in het omgaan met
slachtoffers
Structurele oorzaak secundaire victimisatie: slachtoffer was aangever of getuige,
maar er waren geen voorzieningen die hem in staat stelden om erkenning te krijgen
als slachtoffer.
o Als een slachtoffer zich buitengesloten voelt heeft dit negatieve gevolgen.
o Nederlandse situatie: er worden weinig getuigen tijdens de terechtzitting
gehoord, dus slachtoffer heeft het idee dat hij niet gehoord worden
Invoering spreekrecht: secundaire victimisatie kan hiermee worden
tegengegaan.
Hiernaast: meer slachtofferrechten, mogelijkheden tot compensatie,
slachtofferhulp en herstelrecht
Dader-slachtofferbemiddeling of restorative justice
Onderzoeken wijzen uit dat slachtoffers die hebben deelgenomen aan
herstelrechtelijke bemiddeling, tevredener zijn en minder klachten hebben, dan
slachtoffers van wie de zaak op de traditionele strafrechtelijke manier is afgehandeld.
o Er kan echter niet worden uitgesloten dat deze uitkomsten het gevolg zijn van
een zelfselectiebias: slachtoffers die deelnemen aan herstelrecht hebben
misschien in eerste instantie al minder woede jegens de dader of zijn meer
vergevingsgezind.
Bij dit soort experimenten kunnen slachtoffers niet worden gedwongen mee te doen aan
een herstelrechtsprocedure, waardoor zelfselectie niet kan worden uitgesloten.
Victimologische theorieën
Overzicht van stromingen op volgorde van de historie
, Klassieke theorieën
Er waren in het begin geen empirsiche onderbouwingen (Von Hentig, Schafer en
Mendelsohn hebben vooral geschreven op basis van een filosofie en eigen ervaring.
Von Hentig – Slachtoffertypologie
13 type slachtoffers die je kan onderverdelen in drie klassen:
o 1. algemene slachtoffer: ‘ideal victim’: het onschuldige slachtoffer zonder
enige rol in het delict
o 2. Psychologische slachtoffers
Wanton victim: eenzaam slachtoffer, depressief, en daarvan uit lokt
hij een delict uit
Acquisitive victim: slachtoffer dat verbaal opzoek is naar uitlokking
Tormentor: iemand die fysiek uitdaagt, bijv. de eerste klap uitdeelt.
o 3. Activating sufferer class: slachtoffers die iets hebben gedaan, waardoor zij
een makkelijk slachtoffer worden; bijv. dronken worden
Medelsohn’s theory of victimisation
Gebaseerd wat hij tegenkwam in zijn praktijk als advocaat, dus zonder wetenschappelijke
onderbouwing
1. The completely innocent victim: slachtoffer was bewusteloos of kind
2. The victim with minor guilt: hieronder vallen vrouwen en mensen die zelf een
ongeluk veroorzaken waarbij zij zelf hun slachtofferschap hebben veroorzaakt
3. The victim who is as guilty as the offender: het slachtoffer heeft een gelijk aandeel in
het delict als de dader, dus hij heeft bijv. zelf ook delinquent gedrag vertoond
4. The victim more guilty than the offender: degene die verbaal het delict uitlokt
5. The most guilty victim: degene die fysiek het delict uitlokt
6. The imaginary victim: mensen die denken dat ze slachtoffer geworden zijn, maar dit
zijn ze niet. Door hun psychische problematiek denken of zeggen zij dat zij
slachtoffer zijn geworden hier ontkent de theorie dus het slachtofferschap
Het probleem van criminaliteit is de verantwoordelijkheid van het slachtoffer: we kunnen
criminaliteit oplossen als potentiele slachtoffers zich verantwoordelijk gedragen.
Wolfgang: victim precipation
Met wetenschappelijke onderbouwing
Zijn onderzoek ging over moordzaken: Wolfgang vond dat er was altijd wel een deel van
de schuld te vinden bij het slachtoffer
Onderzoek ging alleen over zaken in Philadelphia vraag is in hoeverre dit
generaliseerbaar is naar andere staten of landen
Daarbij ging het ook maar om een specifiek delict, namelijk moord
Dus deze theorie was wetenschappelijk onderbouwd, maar men kan zich alsnog afvragen
in hoeverre deze theorie bruikbaar is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ozore. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.