16.1
De klimaatveranderingen op de aarde veranderden voor het eerst drastisch bij het
ontstaan van de eerste eencellige autotrofe organismen.
-> de CO2 in de atmosfeer ging met de regens mee naar de oceanen (CO2 nam af),
waar fotosynthese en omzetting tot CaCO3 plaatsvond.
De afname van de CO2-concentratie in de atmosfeer zorgde voor een
temperatuurdaling. Waardoor een laag ijs ontstond en de eencelligen zich konden
ontwikkelen.
De aarde warmde uiteindelijk weer op door CO2 uitstoot uit vulkanen, de aarde
raakte bevolkt door verschillende levensvormen, verbonden door complexe
voedselwebben en ecosystemen: Het systeem aarde van nu.
Grote hoeveelheden koolstof in organische stoffen liggen vast in bodemvoorraden ->
sinks.
Dit zijn voorraden fossiele brandstoffen -> steenkool aardolie en aardgas. Dit ligt
vooral in de permafrostgebieden (bij de noordpool). Maar ook in de Atlantische
oceaan en de Zuidelijke ijszee zijn komen grote hoeveelheden afgestorven plankton
op de oceaanbodem. Een andere grote sink zijn de kalkgesteenten. Gevormd door
chemische processen vanuit CO2.
Veel vanuit CO2 geproduceerde stoffen zitten in de biomassa van levende planten
en dieren.
De koolstof in de sinks kan vrijkomen door het schuiven van tektonische platen,
waardoor vulkaanactiviteit ontstaat, en door erosie van gesteenten. Koolstofsinks
vallen onder de langzame koolstofkringloop: atmosfeer->sinks->atmosfeer. Deze
duurt zon 100 tot 200 miljoen jaar. De snelle koolstofkringloop duurt minuten tot
enkele duizenden jaren. Door dissimilatie komt er koolstof vrij als CO2. Dit zetten
planten weer om in biomassa.
Het veranderen van de koolstofkringloop heeft gevolgen voor het klimaat. CO2 is een
broeikasgas -> heeft een warmte isolerende werking in de atmosfeer. Dit heet het
broeikaseffect.
De CO2 uit fossiele brandstoffen vergroot dit effect -> versterkte broeikaseffect; het
meer dan normaal vasthouden van warmte door de atmosfeer.
Andere belangrijke broeikasgassen -> waterdamp CH4 en N2O.\
Broeikasgassen absorberen de warmte die de aarde uitstraalt. Deze stralen ze
vervolgens weer uit -> de aarde krijgt een deel terug in de vorm van zonnestralen.
Het andere deel wordt tegengehouden door de ozonlaag en kaatst terug naar de
ruimte.
Het gewone broeikaseffect: -> 50% waterdamp, 25% waterdruppels in lage
bewolking, 20% door normale hoeveelheid CO2, 5% andere broeikasgassen bijv
methaan.
Het versterkte broeikaseffect: veroorzaakt door de verhoogde CO2-concentratie.
60% kan opgevangen worden door verhoogde fotosynthese.
ook methaan (ch4) en distikstofmonoxide (n2o) spelen een rol bij het versterkte
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marebartelink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.