Verbintenissenrecht
Inleidende les:
Handboek aankopen VRG -> deel 1
Ufora cursus -> deel 2
Werkt niet met pwp en slides -> meer luisteren en notities nemen ipv aflezen
Verwacht dat je voor de les telkens al eens gelezen hebt wat we juist gaan zien in de les.
Codex; privaat, burgerlijk recht en economisch recht -> zeker mee naar examen
Belangrijk vak, nodig bij nog vele andere vakken en vaak in combinatie nodig met nog andere
rechtstakken.
Lesweek 1:
Al ooit tot een verbintenis gehouden geweest?
Verband tussen een verbintenis en een contract, abstracte begrippen
Bv; huurcontract (contract) brengt verbintenissen met zich mee (betalen van huur door
huurder & woning ter beschikking stellen door verhuurder)
Verbintenis = prestatie die moet verricht worden, beloofde prestatie (oneigenlijke zin vh
woord)
= rechtsband tussen een schuldeiser en een schuldenaar waarbij de schuldeiser een
prestatie kan afdwingen in rechte vd schuldenaar (definitie in eigenlijke zin vh woord)
Schuldenaar moet een prestatie leveren tov schuldeiser
Zowel oud BW als BW zullen worden behandeld
Contract = overeenkomst = arbeidsovereenkomst, koopcontract bv broodje kopen; je
hoeft dus niet noodzakelijk iets te ondertekenen. Huurcontract
= Wilsovereenstemming met de wil vd ene partij met de wil vd andere partij
Contractuele en buitencontractuele verbintenissen -> buitencontractuele; bv fout
aansprakelijkheid artikel 1382 en volgende oud BW; schade + fout en causaal verband
Schuldvordering wordt dus bekeken vanuit de actief zijde, de schuldeiser en de schuld wordt
bekeken bij de passiva, schuldenaar.
Uit objectief recht (regels in wetboeken,…) kan je subjectieve rechten (een recht voor een
rechtssubject) afleiden
3 categorieën subjectieve rechten: persoonlijke rechten, zakelijke rechten en intellectuele
eigendomsrechten
Persoonlijke rechten -> rechten die een persoon heeft tav een andere persoon -> recht op
een prestatie ve andere persoon, er is een rechtsband, verbintenis vanuit actiefzijde
Bv; bij aannemingscontract heeft de bouwheer een persoonlijk recht op de muur die moet
gebouwd worden door de aannemer.
Zakelijke rechten -> band tussen een persoon en een bepaald goed, volgrecht en een recht
van voorrang kenmerken de zakelijke rechten, zeggenschap ve persoon op een bepaald goed
- Volgrecht: eigenaar ve stuk grond heeft opstalcontract met een opstalhouder,
beiden hebben een zakelijk recht. Als de eigenaar het goed wil verkopen zal het
opstalrecht het goed volgen, de koper zal het opstalrecht dus ook moeten
respecteren.
, - Recht van voorrang: schuldenaar heeft verschillende schuldeisers; 1 heeft een
schuld van 80 en twee andere een schuld van 40 maar er is ook nog een band met
een eigenaar van een sofa die in het huis staat van de schuldenaar. De schuldenaar
gaat failliet en hij heeft een vermogen van 100 = kan niet alle schulden betalen, hij
heeft ook nog de sofa in zijn huis staan (eigendom van de eigenaar die een zakelijk
recht heeft op de sofa) hij zal zijn goed dus terug kunnen opeisen. Hij heeft een recht
van voorrang dus wanneer de schuldenaar failliet gaat zal hij niet moeten delen met
de andere schuldeisers en zal hij zijn sofa volledig terugkrijgen. Voor de andere
schuldeisers zullen ze de 100 moeten verdelen: pondspondsgewijze verdeling -> in
functie van het aandeel in de totale pot van schulden. Dus 1 zal 50 krijgen en de
andere 2 krijgen elk nog 25.
In praktijk zijn de banken en de overheid degenen die een voorrang zullen hebben (wettelijk
bepaalde voorrang)
Wat is de externe werking van die rechten?
- Zakelijke rechten zijn erga omnes (jegens allen)
- Persoonlijke rechten werken inter partes (tussen partijen), relativiteit. Er is
ook tegenwerpelijkheid van contracten en verbintenissen.
Tegenwerpelijkheid -> verbintenissen, het bestaan is tegenwerpelijk als feit t.o.v. derden
Bv contract met vtm om deel te nemen aan een programma en er is een exclusiviteit
afgesproken, maar omdat je het zo goed deed in het programma biedt de vrt u aan om
een programma te komen presenteren. U gaat een contract aan met de vrt en nu heeft u
contractbreuk gepleegd tav VTM, vtm vraagt schadevergoeding aan u voor de schending
maar ze kunnen ook een vordering instellen tegen de vrt => tegenwerpelijkheid van het
contract aan derden. Vrt mag zich niet schuldig maken aan derden medeplichtigheid van
contractbreuk. Het bestaan vh contract is tegenwerpelijk aan de vrt, zij moeten hier rekening
met houden en deze verbintenis respecteren.
⇨ Contract zelf speelt dus enkel inter partes maar toch kan het gevolgen hebben
voor derden.
Onderscheid tussen relativiteit en tegenwerpelijkheid van contracten en verbintenissen.
Te onderscheiden v e verbintenis: gaat in praktijk minder voorkomen maar concepten zijn
wel te kennen
Obliegenheit: verplichting, last waarbij als u aan de last niet voldoet een recht zal verliezen.
Bv schadebeperkingsplicht, als schadeleider heeft u de plicht om maatregelen te nemen om
schade te beperken (redelijke persoon). Koop - verkoop van 5 ton appelen en je wil ze gaan
leveren en de koper zegt ‘ik moet ze niet hebben’ en het zijn goede appelen er is niets mis
mee, de koper weigert om ze aan te nemen (voldoet dus niet aan zijn verplichting,
contractbreuk), wat moet de verkoper nu doen? Verkoper leidt hierdoor schade
(benadeelde) moet proberen om maatregelen te nemen om de schade te beperken; andere
koper gaan zoeken,… verschil tussen de prijs voor koper 1 en koper 2 is schade en die gaat
de verkoper van koper 1 kunnen vorderen. Koper kan verkoper niet dwinge om een andere
koper te vinden en zijn schade te beperken, maar als de verkoper niet voldoet aan
schadebeperkingsplicht (zijn obliegenheit) zal hij ook geen vergoeding kunnen krijgen. Als hij
dit niet doet verliest hij zijn recht om schadevergoeding te kunnen vorderen. Dus geen
verbintenis!!
,Natuurlijke verbintenis: <-> civiele verbintenis (waar we de hele tijd over spreken). Bij
natuurlijke gaat hij niet kunnen gedwongen worden tot uitvoering vd verbintenis.
Afdwingbaarheid ontbreekt maar er bestaat wel iets van verbintenis. Verjarende schuld, als
deze betaald wordt kan de betaling niet meer teruggevorderd worden maar degene die
ertoe gehouden is kan niet worden gedwongen om de schuld te betalen. Civiele verbintenis
– afdwingbaarheid. Bv kind wordt niet goed onderhouden door ouders maar wel door
iemand anders. Kan wel door natuurlijke uit te voeren dat het uiteindelijk wordt omgezet in
een civiele.
Bronnen van verbintenissen:
- Contracten: algemeen contractrecht; regels die in het algemeen van toepassing zijn
op alle contracten, tenzij de wet ervan afwijkt (bv in het deeltje kooprecht wijkt
men af van de algemene regel)
- Buitencontractuele aansprakelijkheid; <-> contractuele AH, wat is de band van
de partijen? Artikel 1382 en volgende, voorwaarden aftoetsen, zijn aan de
toepassingsvoorwaarden voldaan?
- Eenzijdige wilsuiting; bv ‘ik ben mijn hondje kwijt, wie het vindt krijgt 1000 euro’
als iemand dan je hondje komt brengen zal je die 1000 euro moeten betalen
3 quasi-contracten:
- Onverschuldigde betaling: iemand stort per ongeluk 1 miljoen op u rekening (door
vergissing), je zal dit terug moeten storten en niet zomaar bijhouden. Verschil ter
goeder trouw of ter kwader trouw: staat er altijd miljoenen euro’s op je rekening
gaat dit minder snel opvallen dan als er maar een paar honderden euro’s op je
rekening staat. Betaler krijgt een schuldvordering op de ontvanger.
- Zaakwaarneming: zonder dat je er belang bij hebt iets doen voor een ander. Vb: drie
vrienden beklimmen een berg en 1 vd 3 breekt zijn been. 1 gaat beneden hulp
vragen en de andere blijft bij de man met het gebroken been, deze man (die er bij
blijft) zijn teen is bevroren waardoor deze later geamputeerd moet worden. Hij heeft
de zaken van de man met zijn gebroken been waargenomen waardoor hij
vergoeding heeft kunnen krijgen voor zijn geamputeerde teen.
- Ongerechtvaardigde verrijking: vaak bij samenlevingsrelaties waar onevenwicht is in
de bijdrage, wat doen we bij einde van samenleving? Zeggen dat de ene verrijkt is
en de andere verarmt en de vermogensverschuiving zal ongedaan gemaakt moeten
worden.
- …?
- Rechtmatig vertrouwen, vertrouwensleer of schijnleer: bv een bank stelt
bankagenten (zelfstandigen) aan en een bakker die zijn bakkerij verkoopt en zijn geld
daarvan op de bank wil gaan zetten. De bakker overhandigt het geld aan de
bankagent en de storting wordt ondertekend door beide partijen. 1 jaar later gaat hij
terug naar de bank maar de bankagent is er niet meer er de anderen weten niet van
het geld. De bakker had het geld overhandigt aan de bankagent en verwachtte dat
het geld aanwezig zou zijn in de bank, hij ging er van uit (vertrouwen) dat de agent
dit allemaal geregeld zou hebben. Als de bank schijn heeft gecreëerd dat de agent
nog steeds agent was kan de bakker de bank aanspreken. Als de bakker er
rechtmatig op mocht vertrouwen dat de bankagent vertegenwoordigingsbevoegd
was, ook al was
, dat niet zo dan zal de bakker de bank kunnen aanspreken in de mate dat de bank
heeft bijgedragen tot die schijn.
Lesweek 2:
Grootste deel van algemeen contractenrecht ga je kunnen begrijpen door het lezen van een
contract. Enkel het derde bindende deeltje valt hierbuiten.
Precontractuele fase ---------------> contractuele fase ---------------> postcontractuele fase
(1e pijl = totstandkoming vh contract)
- Precontractuele fase: onderhandelen, wilsovereenstemming,… wat als iemand een
fout begaat in de onderhandelingsfase? Informatieverplichtingen van de verkoper
(wettelijk of volgens een normaal zorgvuldig persoon), onderzoekingsplicht vd
koper? Discussie hierover komt meestal pas nadat het contract gesloten is. Belang
vh leven van een contract: waar (fase) ligt het probleem? Is er door een fout schade
ontstaan? Je kan schadeherstel vragen (1382-1383 oud BW). Kan ik ook nog iets
anders vorderen? Dwaling en bedrog als wilsgebreken, maar iets niet makkelijk om
effectief te verkrijgen. Moeilijk te bewijzen + voorwaarden zoals dwaling moet
verschoonbaar zijn (zou een normaal zorgvuldig persoon zich ook hebben vergist?),…
indien dit bewezen kan worden bekom je de nietigheidssanctie, de restitutie
(teruggave) hangt hiermee samen. Je kan ook beiden vorderen, dus zowel nietigheid
als schadeherstel. (precontractuele aansprakelijkheid, is buitencontractueel van
aard)
- Totstandkoming contract: Het kan dat een contract tot stand is gekomen zonder dat
het geldig is, dus totstandkoming is niet hetzelfde als geldigheid. Totstandkoming ->
de partijen zijn het eens met elkaar, aanbod wordt aanvaard (A=A). Ook nog
geldigheidsvereisten waaraan contract moet voldoen indien je het zal willen
afdwingen zonder problemen. Wil is de eerste geldigheidsvereiste (bedrog, dwaling,
dwang en gekwalificeerde benadeling als wilsgebreken). Quid (wat moet een
contractspartij presteren?), is het voorwerp van de verbintenis. Het voorwerp moet
bepaalbaar zijn, maar moet ook geoorloofd zijn (zoniet is het nietig). Cur (waarom),
de oorzaak van de verbintenissen die het contract met zich meebrengen.
Handelingsbekwaamheid is de laatste gelidgheidsvereiste, als er iets mis is met deze
4 eisen dan is het contract vatbaar voor nietigheid. Hoe bekom je die nietigheid? Je
moet een vordering instellen bij de rechter, zolang het niet gevorderd is blijft het
contract geldig ookal is er een probleem met de geldigheidsvoorwaarden. Wanneer
de vordering tot nietigheid door de rechter wordt bevestigd zal het contract worden
geacht nooit te hebben bestaan.
- Contractuele fase: Inhoud bepalen -> interpretatie vh contract, wat hebben de
contractpartijen willen afspreken? Bekijken wat rechten en plichten zijn tussen de
partijen en zijn ze allemaal nagekomen of niet? Ja, goed komen naar einde van het
contract. Nietnakoming? Kan zowel toerekenbaar als niet toerekenbaar zijn, is het
wel of niet verwijtbaar, toerekenbaar aan de schuldenaar? Niet toerekenbaar ->
overmacht, wel toerekenbaar -> fout, schuld vd schuldenaar. Dit is de kernvraag die
je moet gaan stellen -> kan ik iets doen aan de nietnakoming? Kan ik hiertegen
ingaan en toch nog de verbintenis laten uitkomen? Inspanningscontract of
resultaatcontract? Beloof je het resultaat of beloof je de inspanning waarbij je het
resultaat niet kan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LaraStals. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.