Dit is de samenvatting van Bedrijfsadministratie 2. In deze samenvatting worden de verschillende boekingen die je moet weten voor je tentamen uitgelegd in makkelijke taal en zijn er verschillende toelichtingen om alles nog duidelijker te maken.
LET OP: Het Kasstroomoverzicht, De W/V Rekening en ...
1. Verslaggevingsprincipes
Realisatieprincipe:
Volgens het realisatieprincipe mag winst alleen worden geschreven als de onderneming haar
kant van de bestelling voldaan heeft. Dus wanneer de economische overdracht
plaatsgevonden heeft.
Voorbeeld (uit het boek jaarverslaggeving blz. 52):
Een handelsonderneming verkoopt een partij goederen voor 50.000 euro. Op 1 maart wordt
het verkoopcontract gesloten, op 1 april worden de goederen verstuurd en op 1 mei wordt de
factuur verstuurd. (deze wordt op 1 juni betaald)
Wanneer moet deze omzet verantwoord worden?
De omzet moet op 1 april verantwoord worden, aangezien de ondernemende partij op 1 april
de economische overdracht voldaan heeft, de goederen zijn immers verstuurd naar de klant.
Matchingsprincipe:
Bij het matchingsprincipe is het niet de omzet die verantwoord moet worden, maar de
kosten. Het is wel zo dat de voorraad (en duurzame productiemiddelen) niet als kosten
gezien worden in de administratie. Daarom berekenen we het verbruik van de
productiemiddelen. Volgens het matchingsprincipe moeten de kosten genomen worden
over de periode waarin de verantwoording van de omzet heeft plaatsgevonden, die ontstaan
is door het verbruiken van het productieproces.
Weer een voorbeeld (uit het boek jaarverslaggeving blz. 52)
Een productieonderneming schaft op 1 januari jaar t een machine aan voor 1 miljoen euro.
De restwaarde is 0 euro (nihil) en de levensduur is 8 jaar. De onderneming schrijft af met
gelijke bedragen per jaar.
In het jaar t worden er 1000 producten gemaakt en hiervan worden er 800 verkocht. De
totale afschrijvingskosten van de machine zijn: 1.000. = 125.000 euro.
Hoeveel kosten mogen we totaal opnemen in de winst/verlies rekening over het jaar t?
Volgens het matchingsprincipe mogen we alleen de kosten toerekenen van de producten die
daadwerkelijk verkocht zijn in deze periode. We mogen dus geen 1000 producten rekenen,
maar 800 producten (zie voorbeeld). Er is 80% van de voorraad verkocht. ( x 100),
dus de kosten mogen we ook maar voor 80% nemen.
125. x 80 = 100.000 euro aan kosten in de winst/verlies rekening.
Continuïteitsprincipe:
Bij het toerekeningproces wordt er stilzwijgend van uit gegaan dat de onderneming in de
toekomst nog steeds zal blijven staan. Zij gaat dus niet zomaar in eens failliet. Dat is het
continuïteitsprincipe. Als deze verwachting niet meer gaat gelden dan zal de waardering van
de inkoopprijzen niet maar aan de orde zijn en dient er worden overgeschakeld op lagere
voorraadwaardes. (Voorzichtigheidsprincipe) hieronder is er meer info daarover.
,Voorzichtigheidsprincipe:
Bij ondernemen kan je niet altijd dikke winst maken. Soms doet een product het super goed,
of heel slecht. Dat hangt van veel verschillende factoren af. Het voorzichtigheidsprincipe
schrijft in deze dat de verwachte omzetten pas genomen mogen worden op het moment dat
de onderneming ook daadwerkelijk gepresteerd heeft, maar dat de verliezen/nadelen gelijk
genomen moeten worden, hierbij mag er niet worden gewacht of deze uitkomen of niet!!
Een voorbeeld (Jaarverslaggeving blz. 53)
De productielijn van een onderneming staat op 31 december jaar T op de balans voor 7/8 x
1.000.000 = 875.000 euro. De vraag naar het product is gezakt en er wordt voorspeld dat de
vraag nog meer gaat zakken in het komende jaar. En dat de productielijn in de komende
jaren nog maar 700.000 euro waard gaat zijn.
Wat moeten we hier doen? (Met oog op het voorzichtigheidsprincipe)
Het voorzichtigheidsprincipe zegt hier dat de voorraad onmiddellijk wordt afgewaardeerd
naar 700.000 euro en dat het verlies gelijk opgenomen wordt. Of het daadwerkelijk
gerealiseerd wordt weet de onderneming nog niet. Dat zal in de komende 7 jaar duidelijk
worden.
2. Groot onderhoud methoden (Voorzieningenmethode + Componentenmethode)
Groot onderhoud gebeurt eens in de zoveel jaar. Het bedrijfspand moet bijvoorbeeld
bijgeschilderd worden, of er wordt een grote machine vervangen en hiervoor moet een
nieuwe komen.
Het onderhoud wordt gezien als een voorziening. Voorzieningen zijn kosten, die worden
uitgesmeerd over een langere periode. Het bedrijf stort een aantal perioden een x,- bedrag
op de voorzieningenrekening. Hierdoor zet het bedrijf zich schrap voor de hogere rekening
die zij krijgt over een paar jaar als de kosten werkelijkheid worden (zie voorbeeld hierboven).
OPM. Een voorziening is geen spaarpotje! Want de voorziening staat credit op de balans en
een spaarpotje debet (liq. Middelen). De voorzieningen staan credit op de balans en zijn dus
een schuld van de onderneming. Alleen, hier staat geen betalingsverplichting tegenover! De
voorzieningen kunnen daar blijven staan voor een aantal jaar zonder dat er interest op moet
worden betaald.
Voorbeeld groot onderhoud (Voorzieningenmethode)
Een onderneming heeft een grote machine voor haar productieproces. Eens in de 5 jaar
wordt er groot onderhoud aan verricht (Nieuwe kettingen, olie, nieuwe assen etc). Kosten:
36.000 euro excl. BTW.
De onderneming maakt gebruik van de voorzieningenmethode en stort eens per maand een
x,- bedrag op de voorzieningenrekening.
De boeking die maandelijks gemaakt wordt is als volgt:
* 36. (5 jaar) = 600 per maand.
* De grootboekrekeningen krijg je bij het tentamen.
, Na 5 jaar is er voor 60 x 600 = 36.000 euro aan kosten geboekt en staat de voorziening
credit op de balans voor dit bedrag. Zoals hierboven vermeldt, boek je per periode kosten
ten laste van de voorziening. (De periodes staan in het tentamen)
Na 5 jaar wordt het grote onderhoud uitgevoerd. De totale kosten: 36.000 x 1.21 = 43.560
euro. De factuur wordt als volgt geboekt:
015 Voorziening onderhoud Machines 36.000
161 Te vorderen OB 7.560
(A) 140 Crediteuren 43.560
De voorziening staat nu weer op 0,- door de betaling van de factuur hierboven. Nu kan het
hele proces weer overnieuw beginnen, voor de volgende 5 jaar.
* Het boeken van de bovenstaande factuur (als geheel) op de rubriek 4 is NIET toegestaan.
Dit is namelijk in strijd met het matchingsprincipe. (kosten moeten genomen worden in de
periode waarop ze betrekking hebben).
Kosten vallen hoger uit:
Na 5 jaar wordt het grote onderhoud uitgevoerd. De totale kosten: 38.000 x 1.21 = 45.980
euro. Dit is meer dan waar de onderneming van uitgegaan is. De boeking is dan ook als
volgt:
015 Voorziening onderhoud Machines 36.000
4001 Onderhoudskosten groot onderhoud 2.000
161 Te vorderen OB 7.980
(A) 140 Crediteuren 45.980
De extra kosten die met dit onderhoud meegekomen is wordt gelijk ten laste gelegd op het
resultaat van het desbetreffende boekjaar. De onderneming kan er hierna voor kiezen om de
voorziening te verhogen.
Voorbeeld groot onderhoud (Componentenmethode)
Anders dan bij de voorzieningenmethode, wordt bij de componentenmethode geen
voorziening gebruikt voor de onderhoudskosten. Als een onderneming een grote machine
koopt, berekend zij het groot onderhoud hier bij in en activeert deze op de balans. (hier mag
je dus ook over afschrijven!).
We pakken de machine van 36.000 euro er weer bij, deze bestaat uit 2 componenten:
C1 30.000 euro. Levensduur 4 jaar, restwaarde 0,-
C2 6.000 euro. Levensduur 2 jaar, restwaarde 0,-
* Om de 2 jaar wordt er groot onderhoud uitgevoerd aan de machine.
De boeking van de factuur is als volgt:
021 Machines 30.000
021 Machines 6.000
161 Te vorderen OB 7.560
(B) 140 Crediteuren 43.560
Bij de componentenmethode nemen we de onderhoudskosten alvast mee en schrijven in de
loop van de levensduur hierop af. De onderneming gaat er van uit dat de 6.000 euro de
onderhoudskosten zijn over 2 jaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jarno07. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.99. You're not tied to anything after your purchase.