100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychotic Disorders Colleges en Projectwerken $8.14   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychotic Disorders Colleges en Projectwerken

 157 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bestaat uit aantekeningen van colleges en belangrijke onderwerpen die voorkomen tijdens de projectwerken. De projectwerken kunnen inhoudelijk verschillen onderling de projectgroepen, echter in grote lijnen komen ze overeen. Ik heb ze proberen te samenvatten door overeenkomende con...

[Show more]

Preview 4 out of 35  pages

  • January 15, 2018
  • 35
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
COLLEGE 1 – NEURALE ONTWIKKELINGSMODELLEN EN DIATHESE-STRESS MODELLEN INZAKE
SCHIZOFRENIE

1.Historische achtergrond
Historisch gezien, is er veel strijd tussen etiologische modellen voor schizofrenie. Een voorbeeld
hiervan is Markant, die psychiatrie vs. antipsychiatrie aankaart.

Verschillende soorten etiologische modellen zijn
1. Veldtheorieën: nadruk ligt op de krachten uit de omgeving van het organisme
(=systeemtheorie)
2. Gedragstheorieën: nadruk ligt op ervaringen van het organisme door leren en ontwikkeling
(=informatieverwerkingstheorie)
3. Biologische theorieën: nadrukt ligt op krachten ui het interne milieu van het organisme
(=dopaminehypothese)

2.Diathese Stress Model
Wiki dit model gaat ervan uit dat het individu enerzijds een kwetsbaarheid/aanleg (diathese) in zich
draagt, en dat anderzijds omgevingsfactoren (stressbronnen) een rol spelen.

Zubin, doet een poging om de bovenstaande theorieën te integreren
- Organisme heeft een predispositie om psychotisch te decompenseren
- Omgevingsstress doet een beroep op de coping mogelijkheden van organisme
De predispositie komt naar voren als het organisme niet in staat is tot adequate coping.

Empirisch blijkt dat
- Omgevingsstress de symptomen van schizofrenie verergert
- Omgevingsstress te verdelen valt in
 Stress door stressoren (ernstige gebeurtenissen)
 Stress door ‘daily hassels’
 Stress door overgang in levensfasen

Walker & Diforio zoeken naar een neuraal mechanisme dat deze gevoeligheid kan verklaren.

Stress
- Stress is niet alleen psychosociaal maar ook biologisch.
- Gebeurtenissen en/of ervaringen die het innerlijk evenwicht van het organisme kunnen
verstoren en zo voor gevaar/schade kunnen zorgen
- Stressoren: activeren neuro-endocrine systemen en autonome zenuwstelsel (fight/flight)

Empirisch bewijs m.b.t. stress & schizofrenie
- De rol van psychosociale stress bij de oorsprong van schizofrenie is niet aangetoond (geen
oorzaak)
 Dit wordt anno 2017 genuanceerd
- De rol van psychosociale stress, gegeven een biologische gevoeligheid voor schizofrenie, blijkt
wel uit de meeste onderzoeken!

Een van de stress theorieën, is de HPA-as theorie
HPA-as staat voor de hypothalamus, pituitary (hypofyse), adrenal (bijnier) as. Het is een denkbeeldige
as tussen hypothalamus, hypofyse en bijnierschors. Activeert eerste manifestatie van een stress
response.


Werking HPA-as


1

, 1. Bij stress vormen cellen in de peri-ventriculaire nucleus het corticoropin-releasing hormoon
(CRH)
2. De hypofyse heeft hier receptoren voor en bij stimulatie scheidt de hypofyse
adrenocorticotroop hormoon af (ACTH).
3. Afgifte van ACTH leid tot cortisol afscheiding in de bijnierschors
 Cortisol is verbonden met stressresponsen
 Cortisol is verbonden met een groot aantal aanpassingsproblemen van het organisme
1. Glucocorticoïd receptoren in verschillende hersencentra, maar met name rond en in de
hippocampus aanwezig. Ze reguleren middels feedback de HPA activiteit.

HPA-as en empirisch bewijs
Gedurende levensloop treden veranderingen op in cortisolniveau.
- Over het algemeen is er een toename met leeftijd
- Mannen over het algemeen hoger cortisol niveau dan vrouwen (studies niet eenduidig)

HPA-as en schizofrenie
Kenmerken van het HPA systeem vormen aannemelijke verklaring als mediator tussen stress en
symptomen. Er zijn aanwijzingen dat het systeem disfunctioneert bij een groot aantal
schizofreniepatiënten
 Schizofreniepatiënten dienen een hogere baselineactiviteit van cortisol te hebben
 Empirisch: komt vaak voor maar niet altijd, veel onderzoek vertoont
methodologische tekorten.
 Klein aantal patiënten
 Grote standaarddeviatie (geen controle voor leeftijd en/of geslacht)
 Dexamethason (DST: synthetisch glucocorticoïd)
 Toediening bij normale proefpersonen veroorzaakte verlaging cortisol
 Toediening bij schizofreniepatiënten, geen effect
 Er lijkt aanwijzing dat cortisol huishouding van schizofreniepatiënten verstoord is door fouten
in het feedback mechanisme, met name in structuren van de hippocampus.
 Meer cortisol bij schizofrenie  meer symptomen
 Hoger cortisol niveau aanwezig, direct voorafgaan aan de psychotische episode
vergeleken met herstel periode
 Na DST: hogere cortisolniveaus geassocieerd met meer positieve en negatieve
symptomen
 Op neurotransmitterniveau is er een positieve relatie tussen verhoogd cortisol niveau en
stijging van dopamine niveau .
 Dopaminestijging is correlationeel verbonden met positieve symptomen van
schizofrenie basale ganglia
 Met name dopaminestijging in
 De 4 dopaminerge systemen in de hersenen zijn: nucleus accumbens, amygdala,
cerebellum locus ceruleus, hippocampus, hypothalamus, hypofyse, septum,
substantia nigra, striatum, thalamus.
 Cortisol niveau blijkt niet alleen in relatie tot ernst van symptomen te staan, maar ook
gerelateerd aan prognose (=vermoedelijk verloop)
 Patiënten met hogere cortisol reageren slechter op medicatie
 Patiënten met hogere cortisol meer cognitieve achteruitgang
 Anti psychotische medicatie heeft dempende werking op cortisol niveau
 Onderzoek met name met clozapine (atypisch neurolepticum)
 Medicatie en/of middelen die cortisol verhogen ook symptomen van schizofrenie
 Onder andere cafeïne en/of amfetamine
 Schizofreniepatiënten hebben een verkleinde hippocampus
 Monozychote tweeling waarbij een wel ander niet schizofreen is: pt verkleinde
hippocampus
2

,Organische diathese volgens Walker & Diforio (begin deze eeuw)
‘Schizofreniepatiënten hebben een organische gevoeligheid, in die zin dat zij niet in staat zijn om hun
cortisol huishouding te reguleren. Dit hangt waarschijnlijk samen met een fout in of rondom de
hippocampus waarde feedback ten opzichte van de HPA-as stagneert’.

Kritische beschouwing door Walker zelf
Schizofrenie
- Verschillende neurotransmitters betrokken bij symptoomfluctuaties: dopamine, glutamaat
serotonine
- In het model van walker en diforio enkel naar dopamine gekeken (dopamine hypothese)

Eerste hypothese
- Glucocorticoïd (cortisol) vergroten de DA activiteit in het mesolimbisch systeem van de
hersenen.
- Empirisch gezien ligt de relatie niet zo eenduidig
 Blootstelling aan stress verhoogt zowel cortisol aanmaak als DA-aanmaak
 Er is een relatie tussen de mate van cortisolaanmaak en DA-activiteit
 Zowel DA-toediening als ook stress kunnen het organisme gevoeliger maken,
waardoor cortisolreactie steeds sneller optreedt
 HPA-activiteit verhoogt dopamine synthese
 HPA activiteit heeft invloed op aantal DA receptoren (verhoogt D2)
 DA-agonisten zorgen voor cortisoltoename

Kritiek van anderen
- Veel hypotheses gebaseerd op dieronderzoek
- Alleen dopamine genomen terwijl rol van serotonine en glutamaat steeds duidelijker worden
- Relatie tussen abnormaliteit in hippocampus en schizofrenie nog onvoldoende onderzocht
(niet specifiek voor schizofrenie)
- Tegenstrijdige resultaten in het schizofrenie onderzoek met betrekking tot cortisolniveau en
ofwel positieve ofwel negatieve symptomen
- HPA activiteit ook verbonden aan andere ziektebeelden als depressie

Conclusie voor dit model (Walker & Diforio)
Het is een veelbelovend beschrijvend model, maar nog veel haken en ogen. Verder blijft de vraag
open: waar komt de diathese (kwetsbaarheid) vandaan? Dit model geeft daar geen antwoord op.

3.Neurontwikkelings hypothese schizofrenie

Uitgangspunt model van Weinberger
Er bestaat een ziekteproces dat verschillende hersencircuits aantast in de hele vroege jeugd en dat
tot uiting komt in adolescentie.
- Adolescentie is de tijd dat de normale moleculaire veranderingen optreden in het CNS, met
name in de frontale cortex. Dit rijpingsproces triggert de klinische symptomen van
schizofrenie.


Empirisch bewijs neuro ontwikkeling hypothese Elaine walker in latere publicaties..
- Etiologie van schizofrenie wordt bepaald door een interactie tussen verschillende
kwetsbaarheden van het individu enerzijds en omgevingsvariabelen anderzijds
- De ziekte wordt niet veroorzaakt door een defect in een specifiek regio van het brein, maar
heet veel meer te maken met disfunctioneren van verschillende circuits die verschillende
hersengebieden beslaan
- Rijping van de hersenen speelt een cruciale rol in etiologie van schizofrenie
3

, - Deze kwetsbaarheid rondom de rijping van de hersenen leidt waarschijnlijk tot een aantal
met elkaar samenhangende ziektebeelden die meer op schizofrenie-spectrum, dan op een
categoraal te onderscheiden ziektebeeld.
- In het gehele schizofrenie spectrum is sprake van cognitieve tekorten
 Algemeen beeld van backward masking
Backward masking is het tonen van een tweede visuele stimulus, direct na het tonen
van een eerste visuele stimulus waardoor men faalt in het bewust herkennen van de
eerste stimulus
 Algemeen beeld van prepulse inhibition
PPI reactie is verzwakt bij schizofrenen, trait marker bij diagnose. Het is een
verzwakking van schrikreactie (startle), door een zwakke prikkel die voorafgaat aan
een ster geluid (puls) die een schrikreactie oproept.
 Algemeen beeld van vertraagde motorische responsen op stimuli
 Algemeen beeld van tekorten in gerichte aandacht, verbaal geheugen, executieve
functies
 Deze cognitieve tekorten kunnen niet volledig het pervasieve karakter van de
ziekte verklaren, noch het gebrek aan mogelijkheden om door de tijd bij te leren
 Daarnaast zijn deze cognitieve tekorten niet voldoende om de affectvervlakking
en anhedonieen te verklaren
 De kwetsbaarheid lijkt diffuus lijkt over veel hersengebieden verspreid, en lijkt bij
verschillende individuen ook verschillende functies te beïnvloeden

Walker: Waarschijnlijk niet een vorm van kwetsbaarheid, maar de kwetsbaarheid is het resultaat
van verschillende eerdere problemen. Dus meerdere wegen om dezelfde kwetsbaarheid te krijgen


Genetica overzichtsartikel van Gottesman
- Uit adoptiestudies duidelijke ondersteuning voor genetisch invloed
- Genetische aanleg komt vaak pas tot uiting onder invloed van omgevingsfactoren
- Fundamenteel onderzoek laat zien dat er meerdere genen betrokken zijn bij het ontwikkelen
van schizofrenie en dat er waarschijnlijk niet een genetische fout is

Voorbeeld genetica studies
- Shakoor e.a.: Onderzoek naar relatie tussen vroegkinderlijk slachtoffer zijn van pesten en
specifieke Psychotische ervaringen (PE). Daarnaast nagaan wat onderliggende factoren
kunnen zijn vanuit Genetica en Omgevingsvariabelen — Pesten verklaart 3 tot 6% van de
variantje in PE. — Bivariate tweeling modellen in dit onderzoek laten zien dat slachtoffer zijn
en latere paranoia een genetische overeenkomst laten zien. Veel hogere correlatie in MZ
tweelingen dan DZ tweelingen.
- Op dit moment veel onderzoek naar de relatie tussen ontbreken van 22g11 chromosoom en
schizofrenie. — 22 q 11 ontbreken komt in 0,025% van de bevolking voor. — Van dat aantal
voldoet ongeveer 25% aan de diagnostische criteria voor schizofrenie


Veel aandacht voor obstetrie complicaties (OC)
 Zuurstoftekort bij de geboorte is sterk gerelateerd aan ontwikkelen van schizofrenie op latere
leeftijd.
 Virale infectie bij de moeder met name in tweede trimester van de zwangerschap (griep en
rode hond meest onderzocht) sterk gerelateerd aan ontwikkelen van schizofrenie op latere
leeftijd
 Zowel bij humaan als bij dieronderzoek is aangetoond dat prenatale stress kan interfereren
met hersenontwikkeling in bepaalde fasen van de zwangerschap.
 Smythe heeft aangetoond dat het hierbij dan met name gaat om de verkleinde gebieden
rondom de hippocampus, met daar aan gekoppeld de verstoorde glucocorticoïd huishouding
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnahitaZarinsaz. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.14  9x  sold
  • (0)
  Add to cart