Samenvatting sociale psychologie van academiejaar 2023-24 . Gemaakt met het boek, slides en lesnotities. Bevat de hoofdstukken 1, 4, 5, 7, 9, 10, 13, 14, 15, 17. Te kennen voor sociologie en politieke wetenschappen. Sommige hoofdstukken ook te gebruiken voor studenten Rechten
H1. Inleiding
De mens is een sociaal dier
↳ Denken over onszelf en anderen
↳ Hoe reageren in sociale situaties
↳ Observeren en analyseren van gedrag van anderen
↳ Veel belangstelling in de media voor sociaal psychologische thema’s
Sociale psychologie = de wetenschappelijke studie naar de wijze waarop gedachten,
gevoelens, motivaties en gedragingen (1) van mensen beïnvloed worden door de
aanwezigheid van anderen (2) en hoe we zelf invloed uitoefenen op hoe andere personenen
denken, voelen en zich gedragen (aanwezigheid kan ook de denkbeeldige zijn).
1) De manier waarop het individu de sociale wereld waarneemt, begrijpt en interpreteert
vb. vooroordelen tov homo’s
2) Vb. iemand is vriendelijk tegen jou, dus jij doet vriendelijk terug OF individuele
processen die effect hebben op anderen (door vooroordelen zich anders gedragen
tegen iemand)
Psychologie: focus om het innerlijke (cognitieve/denkprocessen, affect/emoties en
motivatie/drijfveren)
→ Soc. psych.: individu in de context van sociale relaties en situaties
De kracht van een sociale situatie:
↳ We laten ons continu beïnvloeden door onze sociale omgeving
↳ Vb. Stanford Prison Experiment: mannen opeens bewaking en wreed geworden (nieuw
experiment met andere resultaten)
↳ Vb. Beoordeling Reagan: Grootste effect is de reactie van het publiek, niet de inhoud
↳ Newcomb study (1943): Jonge vrouwen (conservatieve milieu) in universitaire omgeving
(doorgaans progressiever) → afname in hoe conservatief ze waren
‘Hoe sterker ze identificeren met het milieu hoe sterker ermee verbonden’
Verwante disciplines:
● Sociologie: studie van groepsfactoren (SES, nationaliteit, etnische achtergrond…)
● Persoonlijkheidspsychologie: studie van stabiele verschillen van individuen over
situaties heen (disposities) vb. Is deze persoon vriendelijk/behulpzaam… (kenmerk
in meerdere situaties geuit)
● Andere verwante disciplines:
Combinatie van disciplines
mogelijke
1
, Interactionisme: stroming met nadruk op wisselwerking tussen individuele verschillen en de
situatie (uiting van disposities afhankelijk van situatie → in zwakke situaties grotere impact)
Geschiedenis van de sociale psychologie:
● De beginjaren (1880-1935):
- Gustave Le Bon: Les Psychologie des Foules (eerste sociaal psychologische
bijdrage, massageweld)
- Ringelmann: Vermindert de geleverde prestatie wanneer de groep groter
wordt (touwtrekken)
● De jaren van bevestiging (1936-1960):
- Verhoogde belangstelling (WO2 en beurscrash)
- Ontwikkeling verenigde staten
- Kurt Lewin (‘vader van de sociale psychologie’): formuleerde grondbeginselen
Gedrag wordt bepaald door hoe we de wereld om ons heen waarnemen en
interpreteren (niet hoe die werkelijk is), gedrag is afhankelijk van de
persoon en de omgeving (niet enkel het zuivere innerlijke), sociaal
psychologische theorieën kunnen worden toegepast voor de oplossing van
maatschappelijke problemen (geen onderzoek zonder actie, geen actie
zonder onderzoek)
- Fundamenteel onderzoek = beter begrijpen van menselijk gedrag / Toegepast
onderzoek = verbeteren van kennis over natuurlijke gebeurtenissen en
oplossen praktische problemen
-
T. Adorno et al. The Authoritarian Personality: boek over vooroordelen en ideologische attitudes
G. Allport The Nature of Prejudice: werk die nog gebruikt wordt als bron voor inspiratie voor
onderzoek naar stereotypering, vooroordelen en intergroepcontact
S. Asch Demonstreerde de behoefte van mensen om zich te conformeren aan de
meerderheid en bestudeerde hoe men zich over anderen een beeld vormt
L. Festinger De sociale vergelijkingstheorie: hoe men zich leert kennen door zich met anderen
te vergelijken
Cognitieve dissonantie theorie: bestudeert de behoefte aan consistentie tussen
cognities en gedrag
F. Heider Attributietheorie: hoe personen oorzaken toeschrijft aan eigen gedrag of aan
andermans gedrag
Balanstheorie: bestudeert de behoefte aan consistentie tussen gedachten,
gevoelens en sociale relaties
C. Hovland et al. Experimenten over attitudes en overtuigende communicatie
H. Kelley Attributietheorie: hoe men kosten en baten van sociale relaties analyseert
● Groei en debat (1960-1975):
- Sociale psychologie in meer en meer domeinen toegepast en bestudeert
- Debat rond onenigheid over de waarde van laboratorium experimenten
(ethische kritiek, de onderzoeker heeft invloed op deelnemers + historisch en
cultureel beperkt?)
2
, ● Methodologisch en inhoudelijk pluralisme (1975-heden):
- Opkomst sociale cognitie: studie van het waarnemen, onthouden en
interpreteren van informatie van onszelf en anderen
- Koele benadering (soc. cognitie): cognities invloed uitoefenen op hoe we ons
voelen, wat we verlangen en hoe we ons gedragen
Hete benadering: emoties en motivaties als determinanten van cognities en
gedrag (Combinatie van de 2 is mogelijk)
- Internationalisering
Sociale psychologie in de 21ste eeuw:
● Hersenonderzoek: nieuwe beeldvormingstechnieken van de hersenen
● Internet: Evolutie in de manier waarop informatie wordt verworven en hoe met elkaar
gecommuniceerd wordt + meer gegevens + nieuw onderzoeksdomein
● Sociaal-culturele perspectieven: crosscultureel onderzoek (verschillen tussen) en
multicultureel onderzoek (verschillen binnen een samenleving)
● Open wetenschap (Stapelgate): openheid, transparantie, repliceerbaarheid,
geloofwaardigheid en integriteit
H4: Sociale perceptie
= Een algemene term voor de processen die de basis vormen van hoe we tot oordelen over
anderen komen
Het ruwe materiaal van de eerste indruk:
1. De waarnemer:
- Iedereen heeft zijn/haar eigen realiteit: eerdere ervaringen hebben grote
impact op hoe we informatie selecteren en verwerken (schema)
- Schema = georganiseerde verzameling van kennis over een stimulus of over
een categorie van stimuli (verschillend bij iedereen) + stuurt de verwerking
van nieuwe informatie (eerste indruk)
2. Het uiterlijk:
- Van uiterlijk, innerlijk afleiden
- Vroeger: via ogen, vergelijking met dieren…
- Primaire kenmerken vb. huidskleur, geslacht, leeftijd → sociale categorie
- Bredere sociale kenmerken vb. bril, lengte, haarkleur hebben ook impact
- Sommige kenmerken activeren stereotypische opvattingen vb. wat mooi is, is
goed
- Gelaat belangrijkste informatiebron vb. babyface heeft impact op sociale
oordelen als rechtszaken
3. Situaties:
- Script = de ingeschreven verwachtingen die we in bepaalde situaties hebben,
bijvoorbeeld in de les, tijdens een begrafenis, op restaurant…
- Impact op sociale perceptie:
a) We zien wat we verwachten te zien
Vb. zelfde gelaatsuitdrukking in andere situatie → andere betekenis
aan toekennen
b) Kennis van de situatie (script) stuurt persoonsbeoordeling
Gedrag conform aan het script (weinig info), niet conform
(diagnostische waarde, denken dat het aan de persoon ligt)
3
, 4. Gedrag:
- Verbaal gedrag heeft maar beperkte mate invloed op eerste indruk
- Non-verbaal gedrag = gedrag dat gevoelens van een persoon signaleert
zonder woorden (lichaamstaal, gelaatsuitdrukking, vocale expressie…)
Mehrabian: Lichaamstaal > paraverbaal gedrag > inhoud
Gelaatsuitdrukkingen:
- Darwin: gelaatsuitdrukkingen zijn universeel + evolutionair belangrijk
- Ekman: Facial Action Coding System: door studie van gelaatsspieren
kunnen we accuraat definiëren hoe emoties gevormd worden
- 6 primaire emoties: geluk, angst, verdriet, woede, verbazing en afkeer
(woede en geluk overal hetzelfde)
- Universeel, maar wordt niet overal even baak getoond
- Manifestatieregels (display rules): bepalen in welke omstandigheden
welke emotie getoond wordt (cultureel bepaald)
- Woede en afkeer hebben adaptieve functie (overlevingskansen
vergroten)
Ander non-verbaal gedrag:
- vb. manier van lopen, gebaren, algemene houding, in de ogen kijken,
lichamelijke aanraking… (kan wel verschillen tussen/binnen cultuur)
Waarheid van leugen onderscheiden:
↳ De stem is het meest diagnostische kanaal (verhogen en aarzelen bij liegen)
↳ Bedrog aflezen van zenuwachtige bewegingen van handen en voeten en ongedurig
wisselen van lichaamshouding
↳ Gelaatsuitdrukkingen kunnen bedrog signaleren, maar minst diagnostisch (makkelijk te
manipuleren voor bedriegers) (nochtans letten we het meest op het gelaat)
↳ Moeilijker om een leugen te vertellen (vergt meer cognitieve inspanning)
Attributie: elementen van dispositie:
= hoe we gebeurtenissen en gedragingen verklaren
Attributietheorie = theorie over het proces van het toeschrijven van oorzaken aan gedrag
↳ wel individuele verschillen in de mate waarin iemand de behoefte heeft om de
oorzaken van menselijk handelen te identificeren
- Causaliteitsoorsprong:
Persoonsattributie/dispotioneel (intern) = Toeschrijven van gedrag aan de actor
zelf of interne eigenschappen vb. motivatie, aanleg, humeur…
Situationele attributie (extern) = toeschrijven van gedrag van een actor aan externe
factoren vb. taakmoeilijkheid, andere personen, toeval…
- Stabiliteit:
Stabiele attributies: factoren die niet enkel nu aanwezig zijn, maar ook in de
toekomst gelden vb. aanleg, karakter
Instabiele attributies: factoren die in het ene geval opgaan, maar wellicht niet op een
ander moment vb. humeur, toeval
Theorie van corresponderende gevolgtrekkingen (Nog eens in cursus lezen vanaf p.96):
= theorie die de voorwaarden omschrijft waaronder een waarnemer uit gedrag
persoonsattributies kan afleiden. De voorwaarden zijn keuzevrijheid (1) , sociale
wenselijkheid (2) en de specificiteit van de gunstige effecten (3).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alicechinitor. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.