Week 1:
Mev geeft aan hoe de economie ervoor staat (Macro economische verkenning)
Week 2:
Marktsector
Primaire sector: Landbouw mijnbouw
Secundaire sector: Industrie
Tertiaire sector: Dienstverlening
Quartaire sector
- Collectieve sector:
- Rijk en lagere overheden
- Uitvoeringsorganisaties van de sociale verzekeringen
- Gepremieerde en gesubsidieerde sector
Waarom grijpt de collectieve sector/ overheid in?
1. Allocatieve taak
2. Herverdelende taak
3. Regulerende (stabiliserende taak)
Uitgaven + inkomsten = overheidssaldo
Als dit negatief is gaat de overheid lenen. Ze lenen voornamelijk van beleggers
pensioenfondsen Instutionele beleggers. De overheidsschuld neemt dan toe. Wanneer de
uitgaven + inkomsten positief zijn, wordt de staatsschuld afgelost.
Begrotingstekort: 150 uitgaven, inkomsten 100. Begrotingstekort 50. Uitgaven – inkomsten.
Financieringstekort: van de uitgaven zijn 10 aflossingen die de overheid doet op de
staatschuld. Het financieringstekort is dan 50-10=40
EMU-saldo: De overheid leent ook uit. Ze lenen 2 uit aan de ABN Amro. Het EMU-saldo is
dan 40-2=38
Houdbaarheidssaldo: Een voorspelling voor de lange termijn gebaseerd op het huidige
beleid.
, Gevolgen begrotings/financieringstekort:
Geld lenen – stijging staatschuld
Geld drukken – monetaire financiering
Overheidsuitgaven 2018: 277 mld.
Overheidsinkomsten 2018: 285 mld.
Overheidssaldo 2018: 6 mld. overschot
Overheidsschuld 2018: 416 mld.
Week 3:
Staatsschuld
Nadelen: Voordelen:
Toekomstige generaties Kosten-Baten: (Het hebben van nu kosten levert
later mee op)
Rentelast Tegenover schuld staat claim (Een deel heeft
schuld een deel krijgt nog van de overheid) (valt
weg) (ene kant in andere kant uit binnen
overheid)
Vertrouwen Beschikbaar kapitaal pensioenfondsen. (Waar
anders heen?)
Sociale driehoek
Sociale zaken (Wiebes VVD)
Economische zaken (Koolmuis D66)
Financiën (Hoekstra CDA)
Adviesorganen
- SER (Sociaaleconomische raad)
-Vakbonden
-Werkgevers verveningen
-Kroonleden (benoemd door regering)
- Nederlandse Bank
- Centraal Planbureau (CPB)
-MEV en CEP (Centraal economisch plan)
-Doorrekenen partijpolitieke programma’s
-Deelonderzoeken
Economisch beleid
Conjunctuurbeleid (bestedingenkant van economie)
- Procyclisch
- Anticyclisch
Vormen
- Fiscaal beleid (Uitgave en inkomsten overheid)
- Monetair beleid (Rentebeleid) (Dragie van Europese Centrale Bank)