D5 - Huidaandoeningen
Dermatologische systematiek
Om een dermatologische afwijking te beschrijven gebruik je PROVOKE:
P: plaats
R: rangschikking
O: omvang
V: vorm
O: omtrek
K: kleur
E: efflorescenties
Plaats
Solitair = beperkt tot laesie
Circumscript = beperkt tot een klein gebied
Regionaal = beperkt tot een groter gebied
Segmentaal = in het verzoringsgebied van een ganglion
Gegeneraliseerd = verspreid over een groot gedeelte van de huid
Universel = verspreid over de hele huid
Folliculair = gebonden aan de follikels
Rangschikking
Gegroepeerd
- Corymbiform (moederlaesie met satellieten)
- Annulair (ringvormig)
- Lineair (lijnvormig)
- Herpetiform/En bouquet (dicht op elkaar)
Gedissemineerd = gelijkmatig verspreid over het hele lichaam
Diffuus = aaneengesloten
Discreet = van elkaar gescheiden
Reticulair = netvormig
, Omvang
De omvang wordt bepaald door het aantal laesies en de grootte van de laesies. Het aantal kan men
het beste in getal uitdrukken, ook als het vele laesies betreft (bijvoorbeeld een tiental of een
honerdtal). De grootte wordt eveneens bij voorkeur in getal uitgedrukt (dus ook opgemeten!),
bijvoorbeeld een ulcus van 5 bij 8 cm diameter. Indien het vele laesies betreft die wisselen in grootte
of indien de grootte van weinig belang is voor de diagnose kan men volstaan met begrippen als:
Miliair (gierstekorrel): 1-2 mm
Lentiulair (linzekorrel): 3-10 mm
Nummulair (munt): 1-3 cm
Kinderhandpalmgroot: 3-5 cm
Handpalmgroot: 5-10 cm
Vorm
Polygonaal = veelhoekig
Polycylisch = veelbochtig
Annulair = ringvormig
Lineair = in een langwerpig patroon, lijnvormig
Gegyreerd = geslingerd
Dendritisch = vertakt
Archiform = boogvormig
Maar ook dingen als: ovaal, bol, opgeworpen rand, schietschijfvormig
Kleur
Gehyperpigmenteerd = toegenomen/meer pigment
Gehypopigmenteerd = afgenomen/minder pigment
Gedepigmenteerd = ontbrekend pigment
Bruin gepigmenteerd
Erythemateus = rood, wegdrukbaar (bloedcellen in de haarvaten)
Purpureel = rood, niet wegdrukbaar (bloedcellen buiten de haarvaten of gestold)
Livide = blauw-paars
Omtrek
Hierover kan men meestal maar weinig zeggen. Deze kan variëren van lijnscherp, scherp, matig
scherp tot onscherp.
Efflorescenties
Macula = vlek, anders gekleurd deel van de huid, niet verheven
Papel of papula = t.o.v. ondergrond verheven huidgedeelte (< 1cm)
Plaque = t.o.v. ondergrond verheven huidgedeelte (> 1cm)
Nodulus = zwelling in of onder de huid (< 1cm)
Nodus = zwelling in of onder de huid (> 1cm)
Erosie = oppervlakkig defect beperkt tot de dermis, geen puntbloedingen te zien
Excoriatie = krabdefecten
Ulcus = defect van de huid tot in de subcutis, tot onder het niveau van de haarfollikels
Verruceus = wrat-achtig, fluwelig oppervlak, hobbelig
Vesicula = zichtbare holte gevuld met helder vocht, zonder eigen wand (<1 cm)
Bulla = zichtbare holte gevuld met helder vocht (> 1cm)
Dermatologische systematiek
Om een dermatologische afwijking te beschrijven gebruik je PROVOKE:
P: plaats
R: rangschikking
O: omvang
V: vorm
O: omtrek
K: kleur
E: efflorescenties
Plaats
Solitair = beperkt tot laesie
Circumscript = beperkt tot een klein gebied
Regionaal = beperkt tot een groter gebied
Segmentaal = in het verzoringsgebied van een ganglion
Gegeneraliseerd = verspreid over een groot gedeelte van de huid
Universel = verspreid over de hele huid
Folliculair = gebonden aan de follikels
Rangschikking
Gegroepeerd
- Corymbiform (moederlaesie met satellieten)
- Annulair (ringvormig)
- Lineair (lijnvormig)
- Herpetiform/En bouquet (dicht op elkaar)
Gedissemineerd = gelijkmatig verspreid over het hele lichaam
Diffuus = aaneengesloten
Discreet = van elkaar gescheiden
Reticulair = netvormig
, Omvang
De omvang wordt bepaald door het aantal laesies en de grootte van de laesies. Het aantal kan men
het beste in getal uitdrukken, ook als het vele laesies betreft (bijvoorbeeld een tiental of een
honerdtal). De grootte wordt eveneens bij voorkeur in getal uitgedrukt (dus ook opgemeten!),
bijvoorbeeld een ulcus van 5 bij 8 cm diameter. Indien het vele laesies betreft die wisselen in grootte
of indien de grootte van weinig belang is voor de diagnose kan men volstaan met begrippen als:
Miliair (gierstekorrel): 1-2 mm
Lentiulair (linzekorrel): 3-10 mm
Nummulair (munt): 1-3 cm
Kinderhandpalmgroot: 3-5 cm
Handpalmgroot: 5-10 cm
Vorm
Polygonaal = veelhoekig
Polycylisch = veelbochtig
Annulair = ringvormig
Lineair = in een langwerpig patroon, lijnvormig
Gegyreerd = geslingerd
Dendritisch = vertakt
Archiform = boogvormig
Maar ook dingen als: ovaal, bol, opgeworpen rand, schietschijfvormig
Kleur
Gehyperpigmenteerd = toegenomen/meer pigment
Gehypopigmenteerd = afgenomen/minder pigment
Gedepigmenteerd = ontbrekend pigment
Bruin gepigmenteerd
Erythemateus = rood, wegdrukbaar (bloedcellen in de haarvaten)
Purpureel = rood, niet wegdrukbaar (bloedcellen buiten de haarvaten of gestold)
Livide = blauw-paars
Omtrek
Hierover kan men meestal maar weinig zeggen. Deze kan variëren van lijnscherp, scherp, matig
scherp tot onscherp.
Efflorescenties
Macula = vlek, anders gekleurd deel van de huid, niet verheven
Papel of papula = t.o.v. ondergrond verheven huidgedeelte (< 1cm)
Plaque = t.o.v. ondergrond verheven huidgedeelte (> 1cm)
Nodulus = zwelling in of onder de huid (< 1cm)
Nodus = zwelling in of onder de huid (> 1cm)
Erosie = oppervlakkig defect beperkt tot de dermis, geen puntbloedingen te zien
Excoriatie = krabdefecten
Ulcus = defect van de huid tot in de subcutis, tot onder het niveau van de haarfollikels
Verruceus = wrat-achtig, fluwelig oppervlak, hobbelig
Vesicula = zichtbare holte gevuld met helder vocht, zonder eigen wand (<1 cm)
Bulla = zichtbare holte gevuld met helder vocht (> 1cm)