Preview 3 out of 10 Flashcards
DSM-V criteria voor Persisterende depressieve stoornis (A-H)
(DSM IV-TR: dysthyme stoornis chronische depressieve stoornis)

DSM-V criteria voor Persisterende depressieve stoornis (A-H)
(DSM IV-TR: dysthyme stoornis chronis...
A Sombere stemming (grootste deel van de dag, meer dagen wel dan niet) gedurende minstens twee jaar.
B Aanwezigheid van >=2 van de volgende 6 kenmerken: 
 	• Slechte eetlust of te veel eten 
 	• Insomnia of hypersomnia 
 	• Weinig energie of vermoeidheid 
 	• Gering gevoel van eigenwaarde 
 	• Slechte concentratie of moeite met beslissingen nemen 
 	• Gevoelens van hopeloosheid
C Nooit >2 maanden achtereen vrij van symptomen geweest
D Criteria voor depressieve stoornis kunnen >=2 jaar continu aanwezig zijn
E Nooit (hypo-)manische episode en nooit cyclothyme stoornis
F Niet door andere psychische stoornis
G Niet door middel
H Significante lijdensdruk of beperkingen
Noem mogelijke biologische behandelingen voor stemmingsstoornissen
Noem mogelijke biologische behandelingen voor stemmingsstoornissen
•Depressie: anti-depressiva, lithium, MAO-remmers, lichttherapie, ECT (deep brain stimulation & rTMS. Taboes) 
•Acute manie: stemmingsstabilisatoren, antipsychotica, benzo’s 
•Acute bipolaire depressie: stemmingsstabilisatoren, antidepressiva, mao-remmers 
•Manie: stemmingsstabilisatoren

Wat concluderen de volgende artikelen?


• Artikel Wiersma et al. – The Effectiveness of the Cognitive Behavioral Analysis System of Psychotherapy for Chronic Depression: A Randomized Controlled Trial

• Artikel Lemmens et al. – Long-term outcomes of acute treatment with cognitive therapy v. interpersonal psychotherapy for adult depression: follow-up of a randomized controlled trial

• Artikel Cuijpers et al. – The Need for Research on Treatments of Chronic Depression
Wat concluderen de volgende artikelen?


• Artikel Wiersma et al. – The Effectiveness of the Cog...
CBASP is minstens zo effectief is als de standaard evidence-based behandelingen TAU (Treatment as usual) voor (chronische) depressie.
Op de lange termijn leek de CBASP echter een bijkomend effect te hebben

Bij deelnemers werden terugvalpercentages en aanhoudende respons onderzocht op zelfgerapporteerde (BDI-II) en door de arts beoordeelde (LIFE) depressie. 
- van CT is aangetoond dat het een blijvend effect heeft dat langer duurt dan het einde van de behandeling (in vergelijking met eerdere ADM)
- IPT kan mogelijk een profylactisch (voorkomend) effect hebben

Het is nog steeds niet duidelijk of CBASP effectiever is dan therapieën die niet specifiek zijn ontworpen voor chronische depressie (CGt en IPT, welke ook effectief zijn gebleken bij de behandeling van chronische depressie)
Ondersteunende therapie (SP) wordt als controleconditie gebruikt
Patiënten met chronische depressie kunnen verbeteren