Werken met groepen
METHODISCH BEGLEIDEN VAN GROEPSONTWIKKELING
DE PBA ORTHOPEDAGOGIE ALS GROEPSBEGLEIDER
DIVERSITEIT VAN GROEPEN
Begeleidingsgroepen = een groep Cliënten die je begeleidt klas, gezin,
kinderopvang, jeugdhuis,..
In het sociaal – agogisch werkveld roept men vaak ‘groepen’ in het leven om
mensen een antwoord te bieden op hun vragen of zorgen, die groepen bestaan
niet altijd uit hulpbehoevende cliënten of zorgvragers vb. leesmoeders op
school
Als groepsbegeleider zal je je communicatie en aanpak moeten afstemmen op de
eigenheid van de groep die je begleidt. Zorg dat je taalgebruik en aanpak
aangepast zijn aan de leeftijd en de mogelijkheden van de doelgroep en speel in
op de specifieke context en achtergrond van je begeleidingsgroep.
DE GROEPSBEGELEIDER IN ZIJN EIGEN INSTRUMENT
Je persoonlijkheid, kennis, vaardigheden en houding is nodig. Het is belangrijk om
een positieve werkrelatie tot stand te brengen met je cliënten en groepen
Daarnaast is echtheid, natuurlijke empathie, onvoorwaardelijke acceptatie,
authentieke aandacht, positieve ingesteldheid, niet – wetende houding
essentieel.
Alsook vaardigheden: actief luisteren, vragen naar details, samenvatten en
parafraseren, erkennen van percepties, her – kaderen, oplossingsgericht luisteren
Je moet ook beschikken over inhoudelijke deskundigheid, reflectievermogen en
samenwerkingsvaardigheden. De wetenschappelijk inzichten leren ons adequaat
leiding geven; steun bieden en randvoorwaarden scheppen zodat de groep haar
eigen weg kan vinden.
EVENWICHT TUSSEN GROEPSWERKING EN INDIVIDUELE BENADERING
Er is nog een evenwicht dat een groepsbegeleider moet zien te houden. Hij moet
tegelijk inspelen op het taakniveau (groepstaak) en op het sociaal – emotionele
niveau (het groepsproces).
Groepstaak = verwijst naar de inhoud, dus alles wat er gezegd en gedaan wordt
in functie van het bereiken van het groepsdoel en het uitvoeren van de
groepsactiviteiten denk hierbij aan:
- De keuze en samenstelling van de doelgroep
- Het bepalen en formuleren van het groepsdoel
- Werkwijze
, - Denken aan Taken en activiteiten die uitgevoerd moeten worden
- De organisatie: duur, frequentie en plaats
- Evaluatie of bepaalde resultaat
Groepsproces = verwijst naar de manier waarop groepsleden met elkaar
omgaan tijden de uitvoering van die taak
- De onderling betrekkingen
- De sociaal – emotionele oriëntatie tussen de groepsleden
- Groepscohesie
- Relatiepatronen
- De communicatie – en interactiewijze
- Groepsnormen, groepsrollen en groepsontwikkeling
De groepsbegeleider ziet enerzijds op dat de groepsleden het groepsdoel
bereiken en anderzijds dat de spontane groepsdynamiek vlot + constructief
verloopt
De taakverhouding tussen beide ligt in elke groep anders:
- De ene groep heeft een doel of taak waarbij het groepsproces een grote
rol speelt vb. meerdaagse ervaringsgerichte staptocht voor jongeren uit de
bijzondere jeugdzorg.
- Bij andere groepen is het groepsproces van veen minder belang om
groepsdoel te realiseren vb. informatieavond voor de ouders van de
kinderen van het eerste leerjaar
Definitie De Haas = voordat de groep start, heeft de groepsleider alleen te
maken met de groepstaak. Loop de groep éénmaal, dan komt het proces erbij en
moet hij de groepstaak en het groepsproces tegelijk in de gaten houden en
beïnvloeden. Taak en proces lopen dan door elkaar heen en moeten
gecombineerd worden gestuurd
GROEPSCOHESIE BEVORDEREN
Groepscohesie = het hechtingsgevoel dat aanwezig is in de groep
- Mensen werken pas goed samen wanneer er voldoende aanvaarding en
vertrouwen is (zowel op taak – niveau als sociaal- emotioneel niveau)
- Hoe sterker de groepscohesie, hoe groter de hechting + vertrouwen
- De groepscohesie is geen statische toestand. Ze verandert in de tijd en
evolueert naargelang het ontwikkelingsniveau van de groep
- Een groepsleider kan de groepscohesie niet uit het niets roepen, kan wel
bevorderen (continu opdracht voor groepsleider)
FASEN VAN GROEPSONTWIKKELING
Over groepsontwikkeling bestaan veel theorieën. De meeste stellen de
groepsontwikkeling voor als een lineaire reeks van voorspelbare, elkaar
opeenvolgende fasen; met beginpunt, middendeel en eindpunt
Tuckman (zeer gekend en vaak Remmerswaal (beschrijving van een
gebruikt model van zeer gelijklopende fasenmodel)
, groepsontwikkeling)
Pre- group voorfase
forming oriëntatiefase
storming invloedsfase/ machtsfase
norming affectiefase
performing Fase autonome groepen/
prestatiefase
adjouring Aflsuitingsfase
Remmerswaal:
- Niet alles groepen evolueren tot een autonome groep. Het is afhankelijk
van de doelstelling van de groep tot welke fase de groep doorgroeit. vb. de
oriëntatiefase verloopt anders bij een avondles dan in een leidersgroep
(leidersgroep zal rapper tot autonome groep evolueren)
- De evolutie in een groep kan vloeiend zijn of met sprongetjes
- Er kan regressie zijn: waarbij een groep terugvalt naar een vroeger fase.
Kritieken lineaire model
- Ze geven de complexitiet van groepsprocessen niet
oplossing = cyclische voorstelling : hier tonen ze dat de groepsfasen zich
herhalen, terugkeren. Groepen kennen dus wisselende periodes van conflict,
verbondenheid en prestatie
DE VOORFASE
= de voorgeschiedenis van de groep: de periode waarin de groep nog niet
bestaat maar ‘in wording’ is. Vanuit een context groeit het idee voor een groep
en wordt er bepaald of en hoe de groep zal doorgaan.
- Als groepsleider ben je soms wel, soms niet betrokken bij deze
voorbereiding
Kenmerken:
M.B.T groepstaak M.B.T groepsproces
De context van de groep staat Er zijn gevoelsmatige aspecten bij de
centraal: binnen een bepaalde sociale toekomstige begeleider en
omgeving is een dynamiek ontstaan groepsleden:
die aanleiding geeft tot contacten, - Wensen, hoop, onzekerheden
behoeften, verwachtingen, en vrees bij toekomstige
doelstellingen groepsleden
- Wensen hoop, onzekerheden bij
de toekomstige begleider
De persoonlijke voorgeschiedenis van
elk groepslid speelt mee (kan invloed
zijn op groep)
TIPS VOOR DE GROEPSLEIDER IN DE VOORFASE