Dit document bevat vooral wat er in de les gezegd is geweest + wat er op de ppt stond. Af en toe is er ook iets uit het boek gehaald. deze samenvatting gaat vooral over de hoorcolleges. Met enkel dit te leren was ik geslaagd voor dit opleidingsonderdeel.
Orthopedagogische Doelgroepen en Werkvelden 1
1. Verstandelijke beperking
Historiek (va oudheid tot 1992 -> ITO)
Enkele pioniers (buitenland):
- Pinel (1745 – 1826): de eerste arts die onderscheidt maakte tussen krankzinnigheid en
een verstandelijke beperking.
- Esquirol (leerling van Pinel): zette het werk van Pinel verder. Hij werd ook directeur van
een hospital in Parijs. (bestaat nog steeds) Hier ontving men mensen met een
verstandelijke beperking (idioten). Vandaag is het ziekenhuis gespecialiseerd in
neurologie.
- Itard (1774 – 1838): arts die heeft gewerkt met de wilde jongen van Aveyron (jongen die
men in de bossen heeft gevonden). Hij heeft die proberen opvoeden.
- Séguin (1812 – 1880): zette het werk van Itard verder. Hij was de eerste die een school
heeft opgestart voor ‘idioten’ (= mensen met een verstandelijke beperking). Hij wordt ook
de apostel van de idioten genoemd. Ook is hij de oprichter van AAIDD.
Pioniers in Vlaanderen:
- Kanunnik Peter Jozef Triest (1760 – 1836): heeft de broeders en zusters van liefde
opgericht (= groep die heel actief is in de orthopedagogische zorg en ondersteuning).
- Dr Jozef Guislain (1797 – 1860): aangesteld door Kanunnik om hoofdgeneesheer te zijn in
het krankzinnige gesticht in Gent.
Terminologie
Het begrip ‘personen met een verstandelijke beperking’ is in de loop der jaren verschillende
keren veranderd van naam en dit komt doordat de visie op deze mensen en de manier
waarop we hiermee omgaan verbeterd is.
Internationale terminologie
Frankrijk
- handicap mental
- déficience intellectuelle
Verenigd koninkrijk
- learning disabilities
Verenigde Staten en Canada
- intellectual disabilities
- intellectual and developmental disabilities
AAIDD (Amerikaanse organisatie)
Sinds 1876 bestaat er een belangrijke Amerikaanse organisatie van interdisciplinaire
wetenschappers die standpunten publiceert over de manier waarop we verstandelijke
beperkingen kunnen omschrijven. Deze organisatie wordt wereldwijd gerespecteerd en
gevolgd… Deze mensen zijn bezig met de definitie van verstandelijke beperking, maar ook
over hoe we moeten omgaan met hen en hoe we ze op een zo goede mogelijke manier
kunnen ondersteunen.
De verschillende namen (door andere visies):
- 1876: Association of Medical Officers of American Institutions for Idiotic and
Feebleminded Persons
- 1906: American Association for the Study of the Feebleminded
, - 1933: American Association on Mental Deficiency (AAMD)
- 1987: American Association on Mental Retardation (AAMR) -> IQ staat centraal)
! - 2007: American Association on Intellectual and Developmental Disabilities
1992: Paradigmaverschuiving
Belangrijke mijlpalen in de geschiedenis van personen met een verstandelijke beperking
- andere manier van kijken naar personen met een beperking
- andere manier van behandelen
- andere manier van ondersteuning uitbouwen
Theoretisch model van AAIDD (een multidimensionaal model)
Men gaat niet enkel meer kijken naar de verstandelijke mogelijkheden en het adaptieve
gedrag, maar ook naar al het andere omdat je anders zeer weinig beeld krijgt van hoe
iemand functioneert. Dit zijn de 5 dimensies van functioneren waar men in dit model
aandacht aan besteden. Aandacht in mogelijkheden en beperkingen van een persoon en
anderzijds de eisen en kenmerken van een omgeving waarin de persoon zich bevindt.
Men gaat het functioneren van de persoon met een beperking in zijn dagelijks leven centraal
brengen, zorgt ervoor dat dit centraal staat en niet zozeer zijn beperking. Men gaat kijken
hoe deze persoon het in het dagelijkse leven doet. Enerzijds heb je die verstandelijke
mogelijkheden en het adaptief gedrag, maar men brengt ook de participatie, gezondheid en
context op de kaart. Op deze manier probeert men een zicht te krijgen op hoe een persoon
functioneert in het dagelijkse leven. Bij sommigen gaat dit goed en zelfstandig, bij anderen is
hier (meer) ondersteuning nodig.
,Theoretisch model van AAIDD (ondersteuningsmodel):
1. Verstandelijke mogelijkheden
2. Adaptief gedrag
3. Participatie, interactie en Ondersteuning Individueel
sociale rollen functioneren
4. Gezondheid
5. Context
Het begrip ‘ondersteuning’ is heel belangrijk in dit model. Als iemand niet zo goed
functioneert (op basis van de dimensies), dan kan dit goed en positief worden beïnvloed als
er ondersteuning aanwezig is. deze ondersteuning zorgt ervoor dat een persoon beter kan
functioneren in zijn dagelijks leven. De job van opvoeder, hoort bij ondersteuning. Dit
betekent dat iemand persoonlijke ondersteuning krijgt door een begeleider, maar je kan ook
de omgeving helpen om zich aan te passen aan de persoon.
Redenen waarom dit model een paradigmaverschuiving is:
- Verstandelijke beperking is geen persoonskenmerk, maar een gevolg van een complex
samenspel tussen mogelijkheden en beperkingen van een persoon met de eisen van de
omgeving/context.
- Er is aandacht voor de kwaliteit van de context waarin personen met een verstandelijke
beperking leven.
- Ondersteuning als centraal concept
Het theoretisch model van verstandelijke beperking in de praktijk (3 stappen):
Stap 1: Beeldvorming van de persoon en zijn/haar contexten via een sterkte – zwakte
analyse met betrekking tot 5 verschillende dimensies. (wat goed en minder loopt)
1. Intellectueel functioneren/verstandelijke mogelijkheden:
- Intelligentie (redeneren, planen, problemen oplossen, complexe ideeën begrijpen,
abstract denken, snel leren en leren uit eigen ervaring)
- Meer dan enkel schools leren
- IQ-test
2. Adaptief gedrag
= vaardigheden om in verschillende settings met alledaagse uitdagingen om te gaan
- Conceptueel
- Sociaal
- Praktisch
3. Participatie, interactie en sociale rollen
Participatie staat meer en meer centraal. Personen met een verstandelijke beperking
kunnen deelnemen in ‘positieve omgeving’, erbij betrokken is.
4. Gezondheid
- Lichamelijke gezondheid
- Geestelijke gezondheid
Personen met een verstandelijke beperking zijn kwetsbaarder. Prevalentie van samen
voorkomen van stoornissen is hoger dan standaard.
5. Context
- Micro-, meso- en macrocontext (sterkte – zwakte analyse)
-> alert blijven voor ‘Quality of Life’ (Schalok, 1996) in elke context.
, Stap 2: Stellen van de diagnose – het label ‘verstandelijke beperking’: Is er sprake van een
verstandelijke beperking of niet?
3 voorwaarden om tot een diagnose te komen zijn af te leiden uit de definitie:
- een significante uitval in intellectueel functioneren
- een significante uitval in adaptief gedrag
- de problemen doen zich voor in een ontwikkelingsgeschiedenis voor de leeftijd van 18 jaar
Stap 3: Opstellen en uitwerken van een persoonlijk ondersteuningsplan
- ondersteuning als continu flexibel
- subsidiariteitsprincipe: ‘gewoon waar het kan, speciaal waar het moet’
- frequentie/intensiteit?
Keep in mind (samenvatting):
- Verstandelijke beperking is een multi-dimensioneel: zie 5 dimensies
- Ondersteuning op maat wordt afgeleid uit de sterkte – zwakte analyse van de 5 dimensies
- Verstandelijke beperking kan enkel begrepen worden in een complex samenspel van
persoonskenmerken, omgevingskenmerken en ondersteuning. Verstandelijke beperking is
louter een persoonskenmerk.
- Ondersteuning bepaalt het individueel functioneren en dat functioneren geeft aan wat er
in de ondersteuning moet aangepast worden.
Sociale factoren, gedragsfactoren en opvoedingsfactoren:
Prenataal Perinataal Postnataal
- Armoede (vb: - Tekort aan toegang tot - Armoede
ondervoeding moeder) zorg bij de geboorte - Verwaarlozing
- Huiselijk geweld - Ontbreken van - Misbruik
- Gebruik van toxische ondersteunende diensten - Huiselijk geweld
stoffen (alcohol, roken, bij verlaten van ziekenhuis - Inadequate veiligheid
drugs) - Ouders die de zorg niet - Inadequate
- Moeilijke toeleiding tot willen opnemen ondersteuning
prenatale opvolging - Inadequate stimulatie
- Tekort aan voorbereiding - Moeilijk gedrag van
op het ouderschap kinderen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur martheblommaert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.