Hoofdstuk 2: Psychotherapie
Stel je hebt hulp nodig
- Wat zou je dan belangrijk vinden in de begeleiding? -> laagdrempelig (snel informatie),
warm onthaal, je op je gemak kunnen voelen, kostprijs, goede klik met de begeleid(st)er.
- Wanneer zou je het gevoel hebben dat de begeleiding zin heeft? -> als je vooruitgang
Merkt.
- Wat wil je vooraf weten? -> duur, prijs, geslacht begeleider, voorbereiding.
- Hoe wil je aangesproken worden? -> geen label, zo gewoon mogelijk, voornaam.
Dodo Bird Verdict (alle therapieën zijn effectief)
De meesten proberen direct advies te geven als je tegen hun je problemen uitlegt. Bij
iedereen is dit een andere visie op de problematiek of hoe ze ernaar kijken.
Verschillende therapie:
- Cliëntgericht of humanistische aanpak: dit is 1 van de oudste vormen, het is een
menselijke warme benadering, vooral kenmerken aan de therapeut/ begeleider
toekennen. Mensen worden als heel uniek bekeken en zonder vooroordelen.
- (Cognitieve) gedragstherapie: werkt met gedachten van mensen en die te pakken te
krijgen. Gedragstherapie: gaat zich focussen op het handelen, wordt gebruikt gemaakt
van beloningen en straffen.
- Psychoanalyse: oude benadering, langdurige behandelingen, beeld: sofa met benen
omhoog en moet zijn/haar verhaal doen
- Systeemdenken of gezinsgerichte aanpak: hier gat men niet alleen letten op de cliënt zelf,
maar ook op de context (gezin). Vooral met eetproblemen.
- Oplossingsgerichte therapie: recent, derde generatie, positieve benadering, werken met
sterktes en krachten van mensen (sterker inzetten).
- Mindfulness: recent, voor vele problematieken (angst, depressie…)
- Oudertraining: ouders worden meegenomen in de aanpak
-…
Welke therapie is het best?
-> Saul Rozenweig kwam tot de conclusie dat meer dan 500 verschillende vormen van
psychotherapie evenwaardig waren.
Dodo verhaal -> iedereen doet iets anders, maar uiteindelijk is iedereen toch droog, alles
heeft effect. De Dodo heeft hier wel een effect (geruststellend)
Common Factors Theory
Er zijn geen gemeenschappelijke factoren verantwoordelijk voor het succes van de therapie
(= verbetering bij de cliënt).
Zie taart van Lambert (1992)
-> 40% factoren buiten de therapie die effect hebben (spontaan herstel, verhuis, liefde).
15% placebo-effecten (verwachtingen die iemand heeft).
15% methoden/technieken (humanistisch of psychoanalytisch…)
30% gemeenschappelijke factoren (relatie met de therapeut)
MAAR: Zowel wat je doet als zie het doet en met wie zijn van belang voor een succesvolle
behandeling!
, Gemeenschappelijke factoren:
- Menselijk contact: warme relatie/houding van de therapeut, onbevooroordeeld luisteren,
erkenning geven
- Veiligheid: gemak voelen, vertrouwen hebben in de begeleider, beroepsgeheim
- Transparant (openheid, eerlijkheid): cliënt moet weten wat kan of wat hij/zij kan en mag
verwachten
- Proces: weg die je aflegt, contacteren, advies, behandeling/inzicht
- Voorbeeldfunctie/rolmodel therapeut: dingen die je zegt, over iemand spreekt
- Competenties/vaardigheden: doelen, wat je wilt kunnen
- Positieve ervaring (welzijn):
- Positieve verwachtingen: geruststellen en positieve verwachtingen inspreken, fouten en
stappen terug normaliseren
- Gehonoreerde prestatie (professionaliteit): het feit dat je betaalt voor professionaliteit,
werkt het beter
- Deskundigheid (de therapeut ‘weet’): je verwacht dat deze persoon geschoold is, werken
vanuit een bepaald kader, altijd samen met de cliënt
Placebo (tictac helpt als medicijn bij kleine kinderen)
‘Verwachtingen’ (kleur, merknaam, prijs…)
Middel bevat geen werkwijze bestanddelen
Om te spreken van placebo-effect moet de (echte) verbetering duidelijk te linken zijn aan het
toegediende middel.
Dodo Bird Myth
Tegenstanders: “Zijn de resultaten effectief en causaal een gevolg van de (eerdergenoemde
factoren?’ -> Dit is moeilijk te bewijzen!
- Onderzoeken tonen verschillen aan tussen therapievormen
- Meta-analyses tonen aan dat studies fouten vertonen (andere soorten vergeleken, geen
goede controlegroep…)
Evidence-based (oplossing)
De effectiviteit (werkzaamheid) van je behandeling moet wetenschappelijk onderbouwd zijn!
Empirically supported treatments (EST’s)
= in gerandomiseerde en gecontroleerde omstandigheden is de behandeling effectief
gebleken. Cliënten moet je toevallig toewijzen een behandeling A of B mensen mogen
dit niet op voorhand weten. De ene krijgt direct behandeling en de andere iets anders.
Er is ook een controlegroep/vergelijkingsgroep nodig. Dan pas kun je weten of iets
werkt.
Randomised Control Trials (RCT’s)
Hoe kan je aantonen dat het uitvoeren van een protocol of handleiding – gericht op een
specifieke problematiek of stoornis – effectief kan zijn?
Voorwaarden:
- Controlegroep
- Dubbel-blind (cliënten en de therapeut weten beide niet in welke groep iemand
Terechtkomt, volledig anoniem en willekeurig)
- Isolerende variatie (je moet alles kunnen gelijk houden, behalve 1 iets)