Spraakklankstoornissen
voorbeeldvragen
Algemene inleiding
» Selectie van de inhoud van de boodschap
» Aandacht
» …
1. Waarom kiezen Elen en Manders voor het leermodel?
Input:
- Leermodel staat centraal want álle kinderen leren (goed) Het idee dat de spreker wilt meedelen.
articuleren ook al vertonen ze:
Voor het overige een normale ontwikkeling Output (resultaat):
Afwijkingen aan articulatie-organen De preverbale boodschap
Bezenuwingsproblemen = Weerspiegelt het nog niet uitgesproken idee van de
Ernstig auditief probleem spreker
- Behandeldoel = leren ‘aanvaardbaar’ articuleren.
Monitorfunctie:
2. ‘Articualtie is het eindpunt van de communicatie maar Er wordt nagegaan of dat wat men als spreker wil
tegelijk het begin’ Leg deze uitspraak uit: zeggen wel werkelijk gezegd kan worden.
2. FORMULATOR
Articulatie neemt maar een beperkte plaats in het ruimer geheel
Wat?
van communicatie. Achter articulatie gaat heel wat schuil:
Zorgt voor de linguïstische (talige) structuur d.m.v.:
bezenuwing, hersenwerking, spierwerking… o Grammaticaal coderen (grammatical encoding)
Op basis van het spraaksysteemschema van Mysak stellen we
Het concept dient als preverbale boodschap een
ook vast dat articulatie niet het eindpunt van communicatie is. grammaticale vorm te krijgen
Men zou zelfs even goed kunnen zeggen dat het er het begin
van vormt. o Fonologisch coderen (phonological encoding)
Er worden fonemen geselecteerd en met elkaar
Eindpunt: gecombineerd tot een fonologisch plan. Dat
Bij articuleren wordt een idee in taal gecodeerd en fonologisch plan wordt dan omgezet in een
geproduceerd tot spraakklanken. fonetisch plan (dit laatste bevat alle
(idee taal articulatie) articulatorische details: tongpositie, kaakstand)
het hele proces tussen idee en articulatie is taal. Het
idee moet gerealiseerd worden en daarvoor hebben we taal Input:
nodig. De uiteindelijke realistatie gebeurt door articulatie. De preverbale boodschap = het idee dat de spreker wil
Aan het articuleren gaat dus heel wat vooraf. meedelen
Beginpunt:
De spraakklanken worden waargenomen (gehoor, gevoel, Output:
tactiel) en gecodeerd tot inhoud of betekenis. Fonologisch plan:
‘De spreker hoort en voelt zichzelf spreken + de o Dat omgezet wordt in een fonetisch
gesprekspartner hoort de spreker spreken.’ (articulatorisch) plan.
o Fonetisch plan bevat alle articulatorische details
(distinctive features of kenmerken), Voorbeelden:
» Lipronding nodig of niet?
Deel 1: Achtergronden »
»
Tongpositie?
Kaakstand?
1. Bespreek het taalproductiemechanisme van Levelt » Stemgeving nodig of niet?
» …
Het taalproductiemechanisme bestaat uit drie fundamentele
verwerkingscomponenten, waarbij: Monitorfunctie:
Er wordt nagegaan of grammaticaal en fonologisch
Elke component input en output genereert. alles correct gecodeerd is.
Wat de ene component aan output genereert kan de input
vormen voor een andere component. 3. ARTICULATOR
Er op elk niveau er een systeem van monitoring (controle) Wat?
actief is. Het fonetisch plan wordt geconcretiseerd, omgezet in
articulatiebewegingen.
1. CONCEPTUALIZER Vanaf nu kan gesproken worden van articuleren (overt
Wat? speech)
o Op basis van een idee, dat de spreker wil
meedelen aan één of meer luisteraars, wordt een Input:
concept gevormd. Fonetisch plan
o De boodschap (dat wat de spreker wilt zeggen)
wordt geïnitieerd (in gang gezet): Output:
o Is verantwoordelijk voor de nodige mentale Hoorbare en zichtbare spraak
activiteiten, voorbeelden:
1
, Monitorfunctie: klank vloeit over in de
De articulatie zelf wordt gecontroleerd. andere klank.
Fysisch Psychologisch/ in
Opmerking: op elk niveau vindt monitoring plaats taalbewustzijn
Concreet = hoorbaar, Abstract
o Op niveau van conceptualizer: men gaat na of
zichtbaar, voelbaar
wat men als spreker wil zeggen, wel goed gezegd
Spraakklanken Fonemen
kan worden
o Op niveau van formulator: het zal nagaan of
6. Wat zegt de structuralistische theorie over de
alles grammaticaal en fonolisch correct
articulatieontwikkeling?
gecodeerd is.
o Op niveau van articulator: de articulatie zelf
wordt gecontroleerd - Fonologische ontwikkeling volgt een universele volgorde, die
bepaald wordt door een hiërarchische reeks van structurele
wetten.
overt speech = omzetting in articulatie door articulator - Kind leert eerst twee erg contrasterende spraakklanken /p/-/a/
covert speech = onderliggend, voorbereidend werk door en daarna /p/-/m/.
conceptualizer en formulator = fonologische universalia
2. Welke rol speelt de auditieve feedback bij het (leren) 7. Wat zegt de theorie natural phonology over de
articuleren? articulatieontwikkeling?
Auditieve feedback is een van de feedbackmechinsmen: - Natuurlijke processen hebben als kenmerk dat ze
- Belangrijk bij leren articuleren: luisteren naar taaluniverseel zijn en frequent worden toegepast door jonge
zichzelf. kinderen
- Zijn vereenvoudigingen van de ‘volwassen taalvorm’ en
3. Welke feedbacksystemen spelen bij het (leren) articuleren afgestemd op de beperkingen van kinderen in hun spraak.
een rol? Hoe houden zij verband met de therapie? -Deze ‘aangeboren regels’/fonologische processen verdwijnen
op een bepaalde leeftijd.
Haar functie wordt overgenomen door andere systemen:
tactiele en proprioceptieve feedbackmechanismen. 8. Leg het ‘interactiemodel’ volgens Stoel-Gammon & Dunn uit.
= Samen vormen ze de orale stereognosie.
- Stoel-Gammon & Dunn: Voortdurende interactie tussen
De tactiele feedback treedt op bij ‘contact’ tussen essentiële componenten
bepaalde articulatiepunten (bv. Apico- Auditief-perceptueel (aandacht, perceptie van
aleveolaren, explosieven). linguïstische input)
Cognitief (input herkennen, opslaan, terughalen,
Met proprioceptieve feedback wordt verwezen naar output-regels formuleren, vergelijken input-output).
informatie aangaande de positie van de Fonologisch (spraakklanken contrastief gebruiken en
articulatieorganen en de interne spierspanning. afstemmen op volwassenentaal)
Neuromotorisch (articulatiebewegingen plannen en
Zij vormen samen de interne uitvoeren)
feedbacksysteemen tijdens het spreken zelf , en
geven aan – voor de productie van een spraakklank – of 9. Welke kritische bedenkingen kan je over studies naar de
er voldoende spanning is, of er een juiste positie is ontwikkelingen van de fonetische articulatievaardigheid
en zo meer. Eventuele fouten kunnen ze op formuleren?
voorhand gecorrigeerd worden.
- Kritische bedenkingen:
Dergelijke gegevens zijn belangrijk. Denken we maar
aan therapie: bij aanvang van de therapie zullen we
1. Studies starten vanaf 3 jaar maar belangrijk deel
teruggrijpen naar het auditieve. Maar dit
van spraakklankverwerving al achter de rug.
mechanisme is niet optimaal. We zullen later dan ook
aangeven dat naar het einde van de therapie
2. Invloed van cognitieve en taalontwikkeling
aandacht moet geschonken worden aan het
(morfosyntaxis leidt tot langere woorden, nieuwe
afbouwen van het auditieve feedback mechanisme ten
klankcombinaties, co-articulatie en assimilatie) dus
voordele van tactiele en proprioceptieve feedback.
enkel losse woorden beoordelen is niet correct.
4. Welke componenten kan men in het articulatieproces
10. Hoe verklaar je het verschijnselen en verdwijnen van
onderscheiden?
fonologische processen bij een kind met een normale
fonologische ontwikkeling?
- Neurofysiologische component: biologisch substraat of
onderbouw en de werking (fysiologie)
Met de stijgende leeftijd wordt de klankvorm van de uitingen
- Psycholinguïstische component: mentale processen of het
voortdurend bijgeschaafd aan aangepast onder invloed van
denken in taal.
toenemende mogelijkheden van het kind, zodat deze processen
- Pyshco-akoestische component: waarneming van geluiden.
geleidelijk dan ook terug verdwijnen.
5. Hoe verhouden fonetiek en fonologie zich tot elkaar?
11. Leg het fenomeen ‘homoniemen’ bij een kind met een
(Verschillen? Gelijkenissen?)
normale fonologische ontwikkeling uit.
Fonetiek Fonolgie
Homoniemen zijn woorden die er hetzelfde uitzien en hetzelfde
Continuüm van Opeenvolging van
klinken, maar een verschillende betekenis hebben.
spraakklanken = de ene onderscheidbare segmenten
Bv. bank (om op te zitten) en bank (als geldinstelling)
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur logostudentambi. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.