Partim II: Pragmatiek – studie van het taalgebruik
1. Inleiding: de studie van het taalgebruik
De studie van taal als systeem
Chomsky Belangrijkste linguïst van 20ste eeuw
Mensen worden geboren met een talige competentie
Focus op competence
Geen oog voor performance
Dell Hymes kritiek op Chomsky
Dell Hymes Niet enkel cognitief proces maar ook sociaal proces
Enkel kennis van grammatica is niet genoeg om te
communiceren
o Wanneer is het gepast om te praten, wanneer hoor ik te
zwijgen, wat zijn de regels van beurtwissling?
We beschikken niet alleen over een grammaticale
competentie maar ook over een communicatieve
competentie
De studie van het taalgebruik
Aandacht voor
Concreet taalgebruik (in zijn context)
Relatie taal – sociale context
Pragmatiek = de studie van het taalgebruik
Wederzijds verband tussen taal en context Bidirectioneel verband
Taal voortdurend afstemmen in de situatie waar we zitten (waar dat gepast is), taal aanpassen
in veranderende omstandigheden
De manier waarop je praat heeft een invloed op de omstandigheden; door een bepaalde
aanspreekvorm te gebruiken vorm je de context (wanneer je iemand leert kennen zeg je eerst
U en daarna mss jij, je)
,2. Conversatieanalyse
= bestudeert hoe mensen in sociale interacties conversationeel handelen
Situering
Binnen de etnomethodologie
o Etnomethodologie is een tak van de sociologie
o Etno een bepaalde socioculturele groep (zoals een gezin, religieuze gemeenschap)
wordt hierin bestudeerd, meer bepaald hun methoden, de regels, de impliciete normen
die de leden van de groep gebruiken in hun alledaagse activiteiten (onuitgesproken)
Grondlegger: Harvey Sacks
Focus op de semantiek in talige interacties
Blootleggen van de (impliciete) regels en procedures
Data en transcriptie
Stap 1: het aanmaken van data corpus samenstellen uit gesprekken (doktersgesprek,
telefoonconversaties, bedrijfsvergaderingen…)
Stap 2: het maken van transcriptie
Algemene principes hiervoor
Beperken tot het noteren van wat men daadwerkelijk kan horen
Zo nauwkeurig mogelijk transcriberen, inclusies “fouten” (haperingen, onderbrekingen en
versprekingen)
Een evenwicht zoeken tussen maximale informativiteit van de transcriptie en leesbaarheid
Gail Jefferson
Heeft een gedetailleerd transcriptiesysteem ontwikkeld
Alle bijzonderheden van gesproken taalgebruik kunnen worden weergegeven: (pauzes,
onderbrekingen, veranderingen in ritme, intonatie …)
Haar systeem is vandaag het standaard-transcriptiesysteem voor CA en andere disciplines
Voorbeelden ter verduidelijking (niet kennen)
(.) Pauze van minder dan 0.2 seconden
°woord° Duidelijk stiller uitgesproeken dan de rest
<woord> Duidelijk trager uitgesproken dan de rest
>woord< Duidelijk sneller uitgesproken dan de rest
[] Begin en einde van een overlapping
, Basisbegrippen uit de conversatieanalyse
Interactionele ordeningsprincipes
=
Beurt Turn
Beurtopbouweenheden = turn constructional units
Syntactische/ semantische/ prosodische eenheid
Gemarkeerd door intonatie, niet-verbale middelen (bv. blikrichting)
Aan het einde: plaats relevant voor overgang (transition relevance
place)
Anderselectie De spreker selecteert de volgende spreker. Dit gebeurt wanneer er een
taalhandeling wordt verricht waarbij een script geactiveerd wordt, waarin
een antwoord of een reactie verwacht wordt van de gesprekspartner
(iemand aanspreken, een vraag stellen, iemand bedanken)
Zelfselectie Een spreker neemt zelf het woord zonder dat hij/ zij specifiek wordt
aangeduid door de andere spreker
Continueerders Signalen om de beurt expliciet bij de ander te houden, je geeft aan dat je
= niet de beurt overneemt maar de ander aan het woord laat en in die zin
Back channel cues uitnodigt om de beurt verder te zetten
Ja, mhm
PRO – markeringen Woordjes om aan te duiden dat je gedaan hebt met praten
Of zo, eigenlijk
Onproblematische overlap Wanneer sprekers de beurt overnemen net voor de PRO, er is eerder
sprake van een overgangsruimte dan een overgangspunt
Waarbij een spreker zich beperkt tot continueerders die eigenlijk de
beurt van de andere spreker bevestigen, of wanneer beide
gesprekspartners samen lachen.
Problematische overlap Wanneer 2 sprekers tegelijkertijd aan zelfselectie doen
Wanneer een spreker de ander onderbreekt op een plaats die geen
PRO is. Interruptie
Scripts Bepalen dus de verwachtingen van participanten, o.m. wat hun rol in de
= conversatie betreft, en sturen hun interpretatie.
Activity type
bv.: dokter-patiëntinteractie, mondeling examen, sollicitatiegesprek,
talkshow… 1 iemand stelt de vragen en iemand die antwoord
Niet – mentalistische Zich afzijdig houden van de psychologische en cognitieve
opstelling achtergronden van de interactionele handelingen
Geen uitspraken over motieven of bedoelingen van de
gespreksvoerders
Wel nagaan hoe hoorders uitingen behanden
A: Is er nog koffie?
B: Jazeker OF Geef je kopje maar
voor toehoorder is dit vraag om informatie/ verzoek om iets te doen
, Sequentiële organisatie
Aangrenzende paren Adjacency pairs
2 uitingen (paardelen), opeenvolgend geproduceerd door 2
verschillende sprekers
1ste paardeel creëert de verwachting dat de andere spreker het 2 de
zal introduceren
2de paardeel is conditioneel relevant in het licht van het eerste
paardeel
Voorbeelden: groet-wedergroet, vraag-antwoord, roepen van een
naam en antwoord, een bedanking en een antwoord hierop,
uitnodiging en aanvaarding of afwijzing
Conditioneel relevant Het 2de paardeel is conditioneel relevant in het licht van het eerste
paardeel
Observeerbaar afwezig Als het 2e paardeel niet geproduceerd wordt
(Handelings)sequenties Geheel van beurten die samen een interactioneel doel realiseren
Basissequentie Beurten die de hoofddoelstelling realiseren
Zijssequentie Beurten die de hoofdoelstelling ondersteunen/ voorbereiden/ afwerken
1. Presequentie (voor)
2. Insertiesequentie (midden)
3. Postsequentie (na)
Preferentieorganisatie
Preferentieorganisatie 2de paardelen: geprefereerd vs. gedisprefereerd
Voorkeur voor (project)succes
Als de spreker je iets vraagt, kan het zijn dat je onmiddellijk kan
antwoorden of dat je het op dat moment niet weet.
Geprefereerde respons Snel zonder aarzeling een antwoord geven
Gedisprefereerde respons Aarzeling is extra gemarkeerd, trager
“e::h”, “oh”, “n:ja:::”, “dat is wel zo, maar…”, “jawel, heel leuk, maar eh…”
Voorkeur voor Je maakt het de ontvanger stelselmatig makkelijker om het
overeenstemming gedisprefereerd antwoord (in termen van succes) te geven.
“heb je morgen al iets te doen?”
“je hebt morgen zeker geen tijd om mee te gaan vissen?”
3. Beleefdheidstheorie
Situering
Beleefdheidstheorie
is een van de pragmatische theorieën die vertrekt vanuit de intuïtie dat communicatie niet alleen draait
om de vraag hoe we informatie kunnen doorgeven aan iemand anders. Er is een belangrijke sociaal-
psychologische dimensie: hoe we een uiting formuleren heeft een impact op de sociale relatie die we
uitbouwen.
De beginselen
Basiswerk voor de beleefdheidstheorie
Politeness. Some Universals in Language Use BROWN & LEVINSON