Interculturele communicatie
H1: cultuur, communicatie en wereldburgerschap
cultuur = het geheel van normen, waarden, tradities, regels, kunstuitingen enz. v/e land, volk
of groep
- Cultuur met een grote C = literatuur, kunst, muziek, theater, musea en bouwkunst
- cultuur met een kleine c = patronenen van denken, voelen en handelen die we hebben
aangeleerd, waar we mee vertrouwd zijn en die we delen met anderen uit onze
gemeenschap bv. volksfeesten, kermiskoers, Breughelfestijn, ...
cultuur is aangeleerd
- zichtbare elementen v/e cultuur
→ wanneer je als toerist een ander land bezoekt, wordt je hiermee geconfronteerd
- bv. chaotische verkeerssituatie in India, straatmuzikanten in Frankrijk,
torenhoge flatgebouwen in New York, ...
- onzichtbare elementen v/e cultuur
→ gewoonten, reden waarom iemand zich gedraagt zoals hij/zij dat doet, …
→ tijdens opvoeding v/h kind waarden en normen ingeprent
→ leren regels rond socialisatie, “opgevoed” worden door onze peergroep
- bv. tieners dragen vaak dezelfde jeans, elkaar op eigen manier begroeten,
regels hoe ze communiceren via sociale media
→ 1ste zichtbare laag v/d cultuur: tastbare zaken of artefacten
- bv. gebouwen, straten, voeding, …
→ 2de laag v/d cultuur (zichtbaar wanneer je goed observeert): normen & waarden,
geschreven en ongeschreven standaarden voor correct en gewenst gedrag
- bv. hand geven, rechtstaan bij openbaar vervoer voor ouderen & zwangere, …
→ 3de onzichtbare laag: basiswaarden die abstract en onzichtbaar zijn, (on)bewust
meegegeven door de ouders en de maatschappij
- bv. luiheid is verderfelijk, werken is een plicht, respect voor ouderen
- de culturele ijsberg
= metafoor die dikwijls gebruikt wordt om de relatie tussen zichtbare en onzichtbare
elementen duidelijk te maken
→ zien klein gedeelte v/d cultuur v/h land: architectuur, verkeer, gastronomie, … (deel
boven water)
, → normen, waarden, overtuigingen v/e cultuur in eerste instantie onzichtbaar, bepalen
wel het gedrag en de perceptie, zijn belangrijker dan wat je ziet
→ 90% v/d “ijsberg” is zichtbaar
→ ! kan andere cultuur maar begrijpen wanneer er interactie is !
→ cultuur is voor iedere inwoner anders
→ een begrip, ook als je dezelfde taal gebruikt, kan iets anders betekenen in een andere
cultuur
→ factoren perceptie:
- emotionele factoren (= subjectieve factoren)
- zichtbare factoren
- heb je contact met de cultuur?
→ stereotype = vast beeld (van iets of iemand) dat niet helemaal met de werkelijkheid
klopt
- bv. Amerika = fastfood, Afrika = iedereen donkere huidskleur, …
- overdreven beeld v/e groep mensen dat vaak niet (volledig) overeenkomt met
de werkelijkheid, vaak een vooroordeel of negatief denkbeeld, vaak gebruikt
als rechtvaardiging van bepaalde discriminerende acties
- wordt vaak gebruikt in reclames (vooral rond geslacht en huidskleur)
- misverstanden vermijden
→ keep an open mind = met een open, onbevangen blik kijken, niet te snel
oordelen/veroordelen (moeilijker dan je denkt)
→ ask questions = stel vragen over de verschillen die je opmerkt, of onverklaarbare
elementen, probeer op neutrale manier het “waarom” te achterhalen
→ be aware of your own cultural dispositions = wees bewust van je eigen
vooroordelen, van je eigen culturele programmering
cultuur
= collectieve mentale programmering die de leden van 1 groep onderscheidt van die van
andere groepen
- gebeurt via:
→ opvoeding bv. hand geven
→ socialisatie bv. door anderen
→ normen & waarden
→ waarneming
, - maakt ons niet tot culturele robots, iedere persoon is een uniek individu en kan nog
steeds zelf zijn keuzes maken
→ menselijke natuur is dwingend (honger, dorst, territoriumdrang) → cultuur leert je
daarmee omgaan → individu neemt uiteindelijke beslissing
subcultuur = onderdeel v/e grotere, dominante cultuur, met andere opvattingen dan die in
de dominante cultuur, met andere normen, gewoonten
- bv. op basis van gender, leeftijd (jongerencultuur), locatie, etniciteit, hobby, …
- kan bepaald worden door generatie waartoe men behoort, gaat samen met
consumentengedrag (= vaak kopen mensen v/e bepaalde subcultuur dezelfde merken
en producten)
- niet alleen verschillen tussen subculturen, ook heel wat overeenkomsten (culturen
kunnen elkaar overlappen)
subculturen & generaties
(generaties: belangrijke raakpunten met leeftijdsgenoten)
- dezelfde leeftijd
→ dezelfde gebeurtenissen als kind/tiener/…
→ historische mijlpalen
→ economische situatie
→ dezelfde beelden, taal, cultuur, waarden etc.
- zorgt voor andere trends
→ bv. generatie huidige 60’ers: weinig zorgen, geboren na oorlog, economische bloei
→ bv. generatie huidige 20’ers: economische crisis = veel onzekerheid, nood aan
zekerheid (meer studeren)
→ wat met huidige tieners? impact coronacrisis op consumentengedrag?
→ bv. oproepen van nostalgie
het TOPOI-model van Edwin Hoffman
- culturele misverstanden/culturele ruis
→ bv. gewoontes die leden van andere groepen irriteren (zelfzeker zijn of arrogant, luid
of stil spreken, …)