Dit is een samenvatting van aardrijkskunde over het Middellandse zeegebied uit H2 wat je als examenonderwerp moet weten. Dit heb ik samengevat vanuit het boek 'De wereld van'.
Het buitenste deel van de aardmantel is de asthenosfeer. Dit gedeelte is plastisch en soms zelfs
gesmolten. Hierdoor ontstaan er bewegingen in de lithosfeer die daar bovenop ligt, de vaste
buitenkant van de aarde. Door de bewegingen breekt de lithosfeer in stukken, dit noem je platen. De
aardbevingen in het Middellandse Zeegebied ontstaan door de bewegingen van de platen in dit
gebied. De belangrijkste beweging is die van de Afrikaanse plaat richting de Euraziatische plaat. Deze
beweging gaat niet over even snel en zorgt voor een verschil in spanning. Hierdoor worden sommige
stukken plaat ingeklemd en andere stukken plaat afgebroken. Zo ontstaat een complex gebied met
verschillende soorten plaatgrenzen. Zo zijn er voornamelijk convergente plaatgrenzen en dit zorgt
voor subductie + vulkanisme. Bij het naar beneden schuiven van de zwaardere plaat wordt steeds
meer spanning opgebouwd. Wanneer de spanning te hoog wordt, schieten de platen lost en ontstaat
dus een aardbeving.
Bij divergente plaatgrenzen bewegen de platen van elkaar af en solt het omhooggekomen magma
tot basalt. Hier komen meestal minder zware aardbevingen voor dan langs transforme plaatgrenzen,
waar platen langs elkaar bewegen. Bij deze laatste beweging wordt veel druk opgebouwd en kunnen
zeer zware aardbevingen ontstaan. De subductie in het Middellandse Zeegebied wordt gedeeltelijk
aangestuurd door het rollback-principe. Door de zwaartekracht zakt de onderduikende plaat eerder
naar beneden en rekt de overschuivende plaat zich als het ware uit om de ruimte te vullen. Er kan
bijvoorbeeld een divergente breuk ontstaan. Langs deze breuk ontstaan slenken waar stukken
aardkorst naar beneden zakken. De hogere delen die achterblijven zijn horsten.
Het gebied tussen de Afrikaanse plaat en Euraziatische plaat was de voorloper vroeger van de
Middellandse Zee en kwam in de botsingszone van deze twee platen te liggen. De sedimenten op de
bodem van de zee werden steeds verder in elkaar gedrukt en op verschillende plaatsen geplooid en
omhooggeduwd. Zo ontstaat er een grote, langgerekte gordel van plooiingsgebergten. Naast
plooiing vindt er ook veel breukvorming plaats in de gesteenten. Daar waar delen langs breuken zijn
verplaatst spreek je van breukgebergte. Het Alpine pooiingsgebied strekt zich uit van Noord-Afrika
lang de Pyreneeën en de Alpen tot aan de Karpaten in Europa.
Door botsing van convergerende platen ontstond vroeger het Himalayagebergte. De zee die ertussen
lag, is verdwenen. Er liggen nog wel soorten gesteenten die bewijzen dat er vroeger zee was. Op
dezelfde manier zal ooit in de toekomst ook de Middellandse zee verdwijnen. De convergerende
plaatbewegingen zullen ook de Straat van Gibraltar afsluiten. Door de hogedrukgebieden rond deze
breedtegraad en de lage hoogteligging van de drooggevallen zee ontstaat een groot woestijngebied.
De vorming van gebergten in het Alpine plooiingsgebied zal doorgaan zolang de platen blijven
convergeren.
, Paragraaf 2 Vulkanisme
Een schildvulkaan ontstaat bij divergente plaatbewegingen en bij hotspots. Het magma is op deze
plaatsen relatief vloeibaar en niet zo gasrijk, waardoor er vaker rustigere uitbarstingen plaatsvinden.
Ze komen vrij weinige voor in het Middellandse Zeegebied, behalve de Etna in Italië. Door de
rollback-subductie zijn er rekbreuken in de plaat ontstaan, waardoor hier relatief vloeibaar magma
door de plaat kon dringen en voor effusief vulkanisme zorgde. Latere erupties waren veel
explosiever, doordat er stroperiger, gasrijk magma omhoogkwam en een vulkaan met steile
hellingen, een stratovulkaan vormde. Deze combinatie van soorten erupties ontstaat door de unieke
ligging van de Etna: de vulkaan ligt op een plek waar subductie van 2 microplaten plaatsvindt en waar
verschillende breuklijnen liggen. Onder de Etna bevinden zich op verschillende diepten meerdere
magmakamers die met elkaar in verbinding staan. Hierdoor is er magma dat bij dezelfde vulkaan
explosief en effusief vulkanisme kan voorkomen. In het Middellandse Zeegebied komt nu alleen
actief vulkanisme voor dat ontstaat door subductie. Zoals actieve stratovulkanen Stromboli en
Vulcano, ze zijn beiden gevormd door explosief, niet superkrachtig vulkanisme.
Afhankelijk van de dikte en de samenstelling van het bovenliggende pakket, de diepte van de
magmakamer en de samenstelling van het magma is er veel verschil in de kracht van de
uitbarstingen. Bij zeer krachtige, explosieve uitbarstingen vliegt er zoveel materiaal de lucht in dat de
lege magmakamer in elkaar stort en alleen de buitenrand van de vulkaan in stand blijft, dit heet een
caldera. Deze kan ook worden gevormd doordat de top van de vulkaan door de uitbarsting is
weggeschoten. Door de convergente plaatbewegingen komen in het Middellandse Zeegebied vooral
stratovulkanen voor, een caldera is hier een bijzondere vorm van. Soms bij uitbarsting van een
vulkaan kan er een pyroklastische stroom ontstaan. Dit is een gloedwolk die ontstaat wanneer er
zoveel pyroclastica zijn uitgestoten dat deze door hun eigen gewicht naar beneden vallen. Een
mengsel van gassen, as en brokken lava raast dan heel snel over de grond.
Griekenland ligt op zijn eigen microplaat, de Egeïsche plaat. Veel van de Griekse eilanden zijn
ontstaan door subductie van de Afrikaanse plaat onder de Egeïsche plaat. Zo zijn er meerdere
vulkanische eilanden ontstaan door explosief vulkanisme. Turkije ligt op de Anatolische plaat. Deze
plaat ligt tussen vijf verschillende plaat. De transforme plaatgrenzen veroorzaken heftige
aardbevingen in het gebied. Behalve aardbevingen ontstaan er langs de convergente plaatgrenzen
ook stratovulkanen, meesten zijn niet meer actief. Toch zijn er nog magmahaarden actief aangezien
er verschillende heetwaterbronnen nog actief zijn in Turkije.
Paragraaf 3 Klimaten
Grote delen van het Middellandse Zeegebied worden gekenmerkt door het Middellandse Zeeklimaat
of mediterraan klimaat (Cs-klimaat). Dit klimaat heeft warme, droge zomers met in de winter
redelijk wat neerslag. Temperaturen komen zeden onder het vriespunt met de milde winters.
Sommige delen van Spanje en Turkije hebben droge gebieden hebben potentiele verdamping die
hoger is dan de neerslag: steppeklimaat (BS-klimaat). Dat geldt ook voor grote delen van Noord-
Afrika met woestijnklimaat (BW-klimaat). In het noorden van het Middellandse Zeegebied vindt je
het gematigd zeeklimaat (Cf-klimaat).
De droge zomers in het Middellandse Zeeklimaat worden veroorzaakt door de verschuiving van de
luchtdrukgebieden in de loop van het jaar. De loodrechte zonnestand boven de evenaar zorgt voor
een zone met overheersend lage luchtdruk rond de evenaar, de Intertropische Convergentiezone
(ITCZ). Hier liggen parallel zones met hogedrukgebieden aan. De ICTZ schuift mee met de loodrechte
zonnestand. De zones met hogedrukgebieden schuiven mee. Het weer in het Middellandse
Zeegebied wordt in de zomer vooral bepaalde door de ligging van het subtropische hogedrukgebied
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur quintyonline10. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.