Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Psychologische stromingen samenvatting €10,39   Ajouter au panier

Resume

Psychologische stromingen samenvatting

 8 vues  0 fois vendu

Dit is mijn samenvatting van het vak psychologie. Ikzelf heb een aantal keren dit vak moeten hernemen en met deze samenvatting was ik ruim geslaagd! Alles staat er in, concreet gestaafd met voorbeelden. Er is een duidelijke structuur waardoor het studeren van dit vak vlotter gaat.

Aperçu 4 sur 71  pages

  • Oui
  • 2 décembre 2021
  • 71
  • 2020/2021
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (89)
avatar-seller
celienscheerlinck
Samenvatting psychologie Celien Scheerlinck




Hoofdstuk 1 – psychologie als wetenschap
1. Kenmerken van wetenschap
Psychologie wordt omschreven als een wetenschap waarvan de mens het onderwerp is van
het onderzoek.

Psychologie kent verschillende kenmerken:

 Domein
 Hypothesen en theorieën
 Reductie
 Intersubjectieve overeenstemming
 Formulering
 Voortgang
 Kritisch
 Mensbeeld en filosofisch gedachtegoed

1.1. Domein
Elke wetenschap heeft een domein dat kennis wil verwerven. Bij de psychologie is dat de
mens, zowel gedragingen, innerlijke psyche als interactie met omgeving.

De psychologie onderzoekt de mens maar binnen de psychologie zijn er tal van
verschillende stromingen te onderscheiden die elk een verschillend onderzoekdomein
hebben. (VB. behavioristen onderzoeken observeerbare gedrag, binnen systeemdenken
houdt men zich bezig met de communicatie,…)

1.2. Hypothesen en theorieën
Elke wetenschap steunt op hypothesen en theorieën. (VB. zo bood behaviorisme ons
theorieën over de klassieke en operante conditionering en het systeemdenken formuleerde
de 5 axioma’s,…)

 Theorie = opgebouwd uit stellingen en inzichten die hiërarchisch zijn geordend
 Hypothese = wetenschappelijke stelling die nog niet bewezen is en kan dienen als
beginpunt voor een theorie

1.3. Reductie
Elke wetenschap is een vereenvoudiging van de werkelijkheid, het is reductionistisch. De
kracht van de wetenschap ligt in het isoleren van deelsystemen.

Filosoof Edmund Husserl  stelt dat water zoveel meer is dan de reductie H2O, water kan
je drinken en in zwemmen of je kan je er in wassen en nog zoveel meer.

What is it like to be a bat?  al is ons inlevingsvermogen nog zo groot, pogingen zijn
gedoemd om te mislukken en dat geldt ook voor subjectieve menselijke ervaringen. Iedere
psychologische theorie faalt wanneer we een mens willen beschrijven en verklaren.




1

,Samenvatting psychologie Celien Scheerlinck


1.4. Intersubjectieve overeenstemming
Met intersubjectief bedoelen we dat iets geldig of waar is voor een bepaalde groep mensen
onderling. Het zijn mensen binnen een groep, die het onderling eens zijn met elkaar dat
stellingen en gebeurtenissen echt waar zijn. (VB. bestaan ufo’s, het geloof in God,…)

De wetenschap streeft naar een intersubjectieve overeenstemming. In de psychologie wordt
de kennis door de leden van een bepaalde stroming altijd als juist aanvaard. Iedere
psychologische stroming heeft dus zijn eigen canon.

1.5. Formulering
De wetenschappelijke kennis moet zo precies en ondubbelzinnig mogelijk geformuleerd zijn.
Elke wetenschap heeft hiervoor een eigen vaktaal of jargon. Dit biedt voordeel voor
economische en efficiënte communicatie.

De psychologie heeft bijvoorbeeld ook enkele vaktermen zoals psychose, conditionering,…
Maar sommige begrippen kunnen ook moeilijk gedefinieerd worden zoals intelligentie, binnen
de psychologie verwijzen we wel naar intelligentiequotiënt.

1.6. Voortgang
Elke wetenschap maakt een evolutie door. Binnen de psychologie zien we dat er in bepaalde
tijdvakken andere paradigma’s ontstonden.

Thomas Kuhn  stelt dat de ontwikkeling en evolutie van wetenschap niet homogeen
gebeurt. Het zijn paradigma’s die elkaar opvolgen met vele overgangen. Een paradigma is
een samenhangende wetenschappelijke visie of theorie

Maar wetenschap kan ook evolueren door een cyclische voortgang. Vanuit feiten die
waargenomen worden zal de onderzoeker hypotheses formuleren en die toetsen in een
experiment, en als die klopt wordt die geïntegreerd in de theorie.

1.7. Kritisch
De psychologie moet kritisch opgebouwd zijn. Men moet zich afvragen of de feiten niet
ingekleurd zijn door subjectieve vooronderstellingen of verwachtingen.

1.8. Mensbeeld en filosofisch gedachtegoed
Mensbeeld kan ingedeeld worden in 3 groepen:

 Organische mensbeeld = ziet de mens als een geheel waarbij de elementen elkaar
beïnvloeden. Er is geen lineaire relatie tussen oorzaak en gevolg.
Kenmerkend  gestaltpsychologie en systeemdenken
 Mechanistisch mensbeeld = ziet de mens als een machine dat bestaat uit
afzonderlijke delen. Het wordt gezien als de som van de delen en doet beroep op
lineair verklaringsmodel, de gevolgen vloeien uit de oorzaken.
Kenmerkend  behaviorisme
 Personalistisch mensbeeld = men ziet de mens als uniek, scheppers van de cultuur
die zin geven aan hun bestaan. De nadruk ligt op zingeving, waarde en doelgericht
handelen. Kenmerkend  filosofie


2

,Samenvatting psychologie Celien Scheerlinck


2. Situering tussen wetenschappen
Elke wetenschap kunnen we situeren binnen andere wetenschappen.

Enkele wetenschappen:

 Filosofie of wijsbegeerte
 Formele wetenschappen zoals wiskunde en logica
 Ervaringswetenschappen (kunnen we indelen in nomothetische en ideografische)

Nomothetische wetenschap of natuurwetenschappen = hebben als doel iets te verklaren,
fenomenen moeten we verklaren en wil algemeen geldende regels of wetten formuleren. Het
is een wetenschap die gebaseerd is op de feiten.

Ideografische wetenschap of geesteswetenschappen = hebben als doel het begrijpen
van en wil het unieke ontsluieren. Het is afkomstig van de hermeneutiek (studie van het
begrijpen van teksten). Om een mens te begrijpen kan men geen abstractie maken.

De psychologie bevindt zich tussen beiden, het behaviorisme leunt eerder aan de
nomothetische wetenschap omdat die leerprincipes wil formuleren die geldig zijn.


3. Methoden
Elke wetenschap ontwikkelt methoden om tot de wetenschappelijke kennis te komen. De
methodologie is een discipline die omschrijft aan welke regels er moet voldaan worden om
tot betrouwbare wetenschappelijke kennis te komen.

3.1. Mensenkennis
Er is een onderscheid tussen mensenkennis en wetenschappelijke psychologische kennis.

Iedere persoon beschikt over mensenkennis. Wetenschappelijke kennis is te verkrijgen via
onderzoeksmethoden en is meestal betrouwbaarder en nauwkeuriger.

Het probleem bij de psychologie is dat wetenschappelijke kennis dichtbij de mensenkennis
komt te liggen.

3.2. Niet – psychometrische methoden
Dit zijn methoden die geen statische of cijfermatige onderbouw hebben.

 Observatie = dit is het fundament van de psychologie, we moeten altijd systematisch
waarnemen en registreren.
Specifieke manier  participerende observatie = de persoon die observeert neemt
deel aan het proces waarin de andere wordt geobserveerd zonder te storen
VB. Samen een spel spelen en tussendoor observeren
 Introspectie = naar binnen kijken, het is een innerlijke zelfwaarneming waarbij de
persoon van op afstand naar eigen gedachten en gevoelens en gedragingen kijkt.
 Interview = het mondeling stellen van vragen, een gesprek. Interviews zijn minder
gestructureerd en alles wordt bepaald door de persoon die interviewt.
Speciale vorm  intakegesprek = verkennend oriënterend gesprek bij eerste contact


3

, Samenvatting psychologie Celien Scheerlinck


 Anamnese = studie van de ontwikkeling van bepaalde problematiek, karaktertrek of
kenmerk. Men wil achterhalen welke gebeurtenissen in het verleden invloed hebben
gehad.
 Gevalstudie of casestudy = is een intensieve, kwalitatieve bestudering van 1
praktijkgeval. De bedoeling is om tot een globaal inzicht te komen in een bepaalde
persoon of situatie of probleem. Nadeel van casestudy is dat de resultaten niet
zomaar kunnen worden veralgemeend.
 Projectieve technieken = techniek waarbij de persoon eigen gedachten of emoties
toeschrijft aan iets of iemand buiten zichzelf.
Specifieke methodes:
 Projectietest = vaak zijn dit vlekken of vage foto’s die niet gestructureerd zijn
en geen betekenis hebben. Tijdens deze test doet men aan observatie en
interpretatie. (VB. rorschachtest met inktvlekken)
 House – tree – person test = persoon moet huis, boom en persoon tekenen
en een verhaal daarrond vertellen, het wordt vooral gebruikt bij kinderen.
 Andere = TAT (Thematic Apperception Test)
 Grafologie = men ging ervan uit dat handschriften
persoonlijkheidskenmerken zouden beschrijven. Het probleem bij grafologie is
de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. De resultaten hiervan zijn niet te
betrouwen en hebben geen waarde, het hangt af van degene die beoordeeld.

3.3. Experiment
Elke wetenschap wil objectieve kennis vergaren, daarom moeten de resultaten door andere
onderzoekers gecontroleerd worden. Een vorm van controleerbaar onderzoek is het gebruik
van experimenten.

In een experiment onderzoekt men de mogelijke verbanden tussen variabelen. In een
experiment zal de psycholoog een variabele manipuleren en nagaan welke invloed dit heeft.

 Variabele = grootheid die kan variëren met andere woorden, verschillende waarden
kan hebben en gemeten kan worden
 Onafhankelijke variabele = de variabele die wordt gemanipuleerd
 Afhankelijke variabele = degene waarop eventueel invloed heeft

In een experiment probeert men alle omstandigheden zo veel mogelijk onder controle te
houden. In experimenten gebruikt men ook vaak placebo’s. Dat zijn middelen of therapieën
die geen effect hebben op de kwalen of problemen, maar de persoon gaat er wel van uit dat
ze helpen. Men wil de proefpersonen laten geloven dat er een manipulatie is terwijl dat niet
het geval is.

Bij experimenten is dubbel blind ook belangrijk. Noch proefpersonen en noch onderzoekers
mogen tijdens het experiment weten wie in de experimentele groep en wie in de
controlegroep zit.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur celienscheerlinck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

57727 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,39
  • (0)
  Ajouter