GESLAAGD IN EERSTE ZIT - Dit document bevat ALLE info van het vak immunologie . Alle slides met prenten in 1 document verwerkt
Makkelijk om te leren en te begrijpen
Les 1: Immunologie, introductie
Enkele principes, inleiding
Immuniteit (< immunitas): bescherming tegen ziekte, infectieuze ziekten
à cellen die voor immuniteit zorgen, vormen samen het immuunsysteem
à immuunrespons: collectieve en gecoördineerde reacties van het immuunsysteem in
antwoord op vreemde of abnormale substanties/micro-organismen
PREVENTIEVE GENEESKUNDE VS IMMMUNOLOGISCHE PRINCIPES
- goedkoop - herkennen van gevaar
- effectief - self non-self kunnen onderscheiden
- geheugen opbouwen (denk aan
vaccineren)
=> makkelijker te vaccineren, dan op IC te verzorgen
=> preventieve geneeskunde is makkelijk en goedkoop
Functies van het immuunsysteem:
- bescherming tegen infecties
- bescherming tegen tumoren
- controle van weefselregeneratie en littekenvorming
- het kan cellen beschadigen en pathologische ontsteking induceren (auto-immuunziekte)
- het herkent en reageert op weefseltransplantaten en nieuw ingebrachte eiwitten
à ons immuunsysteem moet ons beschermen tegen een breed spectrum aan pathogenen
en tegen infecties
De belangrijkste categoriën van humane pathogenen: virussen, bacteria, fungi en parasieten.
Het immuunsysteem van vertebraten bestaat uit drie defensielinies:
1. Fysieke barrières
a. Huid
b. Muceus membraan
c. Cilia
d. Lichaamstemperatuur
e. pH
2. Het aangeboren immuunsysteem/natuurlijke immuniteit
a. Neutrofielen: fagocyten
b. Basofielen
c. Eosinofielen
d. Macrofagen: fagocyten
e. Mast cellen
f. Dendritische cellen: fagocyten
g. Natural killer cellen (NK cellen)
3. Het adaptieve/verworven immuunsysteem
a. T helper cellen
b. Cytotoxische T cellen
c. Naïeve B cellen
d. Plasma cellen
,Natuurlijke (= aangeboren) immuniteit
à barrières (cellen & moleculen)
à fagocytose: microorganismen opnemen en intracellulair afbreken
- opsonines (vergemakkelijken opname/versterken de fagocytotische trigger)
- herkenning: receptoren (TLR, C-type lectine Rc, Fc gamma Rc…)
à cellulaire toxiciteit (NK cellen die virus geïnfecteerde cellen gaan afdoden)
à humorale factoren: in extracellulaire lichaamsvloeistoffen
- complement
- cytokinen & andere inflammatoire mediatoren
- acute fase eiwitten
Belangrijkste kenmerken aangeboren immuniteit:
- altijd aanwezig en onmiddellijk actief
- snelle respons, maar een gelimiteerde en lagere potentiaal
- beperkte specificiteit
- diversiteit: laag (50 tal verschillenden)
- breekt direct micro-organisme af
- geen geheugenvermogen (eerste en tweede contact is in respons gelijk)
à cytokines leveren zowel bijdrage aan de adaptieve als aangeboren immuniteit
Verworven (= adaptieve) immuniteit
- normaal gesproken stil/niet aanwezig
- tragere respons, maar veel krachtiger
- herkenning van specifieke antigenen
- diversiteit: hoog (1000den)
- bezitten een geheugenvermogen: maakt een straffere/efficiëntere respons mogelijk bij een
2e blootstelling
à geheugencellen, gevormd tijdens eerste contact, kunnen sneller reageren dan de
naïeve lymfocyten
à magnitude van de respons is groter en vaak ook effectiever
à tweede respons is ok robuuster en zwakt minder snel af dan bij het eerste contact
à cytokines leveren zowel bijdrage aan de adaptieve als aangeborden immuniteit
Antigeen wordt herkend in het adaptieve immuunsysteem door ofwel antilichamen (helpen
ons om tegen extracellulaire micro-organismen verdedigd te zijn) aangemaakt door B-cellen
ofwel door de T-cel receptoren (CD4+ of CD8+).
In de adaptieve immuniteit onderscheid tussen humorale en cellulaire immuniteit.
à humorale immuniteit: gebasseerd op macromoleculen in extracellulaire
lichaamsvloeistof. Deze macromoleculen omvatten antilichamen, complement en
antimicrobiële peptiden (omhelst de B lymfocyten)
à cellulaire immuniteit: (omvatten T lymfocyten) T helper lymfocyten secreteren eiwitten
die de immuunreactie ondersteunen.
Antigenen X en Y activeren verschillende B cellen en induceren de productie van
verschillende antilichamen (“specificiteit”). Bij 2e contact is de secundaire respons sneller en
vertoont deze een grotere amplitude dankzij het “immunologisch geheugen”. Na verloop
,van tijd dalen de hoeveelheden antilichamen, “contractie” of het afronden van de
immuunreactie.
Cellen en mediatoren van het immuunsysteem
De verschillende bloedcellen en hun voorlopers: aangemaakt in beenmerg op basis van
stamcellen die daar aanwezig zijn.
à Neutrofiele granulocyten zijn het meest abundant in bloed gevolgd door lymfocyten
à Schildwachten van het immuunsysteem: mestcellen, macrofagen en dendritische cellen
à aanwezig in alle weefsels om indringers of abnormaliteiten te ontdekken
à macrofagen: professionele fagocyten, maken veel cytokine aan, antigen
presenteren
à mestcellen: onmiddellijk degranuleren, zetten ontstekingsmediatoren vrij
à dendritische cel: allerlei uitsteeksels om goed de omgeving te kunnen aftasten,
adaptieve immuniteit aanswitchen (antigen gaan vervoeren van plaats van ontsteking
naar lymfeknoop, waar contact met lymfocyten plaatsvindt)
Mestcellen bevatten talrijke granulen die aanwezig zijn in het cytoplasma. De granulen zijn
volgepakt met onstekingsmediatoren die worden vrijgezet bij de detectie van micro-
organismen, weefselschade of de complementfactoren C3a, C5a.
Mestcellen zijn ook belangrijke spelers in allergische reacties.
Macrofaag wordt geactiveerd als er pathogeen-geassocieerde moleculaire patronen
(PAMP’s) op de bacteriën aanwezig zijn. De macrofaag zal de bacteriën opnemen via
fagocytose om ze intracellulair af te doden. De macrofaag zet vele mediatoren (cytokinen en
chemokinen) vrij om de immuunreactie op gang te brengen.
Afdoding van een micro-organisme via fagocytose
à opsonines merken een micro-organisme
à deze opsonines worden herkend door specifieke receptoren van de fagocyten
à micro-organisme wordt intracellulair afgedood in de fagolysosoom
à cellen die fagocyteren = fagocyten (macrofagen, neutrofiele granulocyten en DC)
Dendritische cel heeft veel takvormige structuren.
, 2 belangrijke functies: - detectie van indringers/abnormaliteiten
- presenteren van Ag aan naïeve T-cellen na opname van Ag en
migratie naar drainerende weiknoop
Monocyten: circuleren in bloed: boonvormige kern
Macrofagen: aanwezig in weefsels
Dendritische cellen: aanwezig in weefsels
Megakaryocyten: aanwezig in beenmerg: maken bloedplaatjes aan
à monocyt en macrofaag specifieke naam in bepaalde weefsels (slide 34)
Polymorfonucleaire cellen (meerlobbige kern) en mononucleaire cellen hebben een andere
densiteit en kunnen op basis van hun densiteitsverschil van elkaar gescheiden worden.
Polymorfonucelaire cellen worden nog eens onderverdeeld in eosinofiele, basofiele en
neutrofiele granulocyten.
Neutrofiele granulocyten: belangrijk voor bestrijding van bacteriën
Eosinofiele en basofiele granulocyten: belangrijk voor bestrijding van wormen (parasieten)
en allergie
Natural killer (NK) cellen: aangeboren immuuncellen die ons beschermen tegen virussen en
die kankercellen opruimen.
à cellen die geen MHC1 tot expressie brengen worden afgebroken door NK cellen
De lymfocyten (onderdeel van adaptieve immuunsysteem)
T-cellen: - helpen in antilichaam productie (CD4+)
- doden virus geïnfecteerde cellen (CD8+)
- regulerende rol (Treg: immuunrespons dempen en zorgen dat er geen schade is)
à aangemaakt in thymus
B-cellen: - antilichaam productie
à aangemaakt in beenmerg
Belangrijke mediatoren van het immuunsysteem:
Aangeboren immuniteit
- histaminen, vasoactieve amines en lipideproducten van oa mestcellen
- complementfactoren
-pentraxines
-defensines
- cytokines (waaronder chemokines)/groeifactoren
-acute fase eiwitten
Adaptieve immuniteit
- antilichamen
- cytokines (waaronder chemokines)/groeifactoren: cytokines waarmee cellen met elkaar
communiceren
Acuut-fase eiwitten
à positieve acuut-fase eiwitten en klinisch belang
- mannose-bindend lectine (MBL): herkenning van gisten
- C-reactief proteïne (CRP): merker van ontsteking: zeer snel aangemaakt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tandartsM. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.